Kleine vis, grote zee

‘Er is een vrouwtje daar ergens bij Parbode die een soort hobby heeft om continue kletsverhalen te schrijven’, zei de minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur gisteren over mij op een persconferentie waar ik niet aanwezig was. Mijn hoofdredacteur bij Parbode wees me vandaag op de uitspraak.

De minister verwijst naar enkele artikelen die ik vorig jaar schreef over de dekolonisatie van het Surinaams onderwijs. Daarvoor werden Nederlandse en Belgische consultants naar Suriname gehaald. De samenwerking mislukte. De minister vindt mijn berichtgeving ‘zeer onterecht’.

High horse

Het is niet de eerste, en al zeker niet de laatste, keer dat Surinamers op hun ‘high horse‘ gaan zitten ten aanzien van mijn publicaties. Ik leg momenteel de laatste hand aan een artikel waar een interviewee – in dit geval een bankdirecteur – ongetwijfeld niet blij mee zal zijn. Maar mijn job is niet om mensen blij te maken.

Dat gezegd zijnde, hakken de verwijten, scheldwoorden, spot en bedreigingen er wel in. Er zijn genoeg mensen in Suriname – en elders in de wereld, denk ik zo – die oprecht denken dat ze een publicatie van een journalist kunnen verbieden, aanpassen of tegenhouden. De telefoontjes komen vaak uit de meest onverwachte hoek. Van mensen in hooggeplaatste posities, waarvan ik vind dat ze beter moeten weten.

Ik weet meer dan ik schrijf, maar schrijf alleen wat ik kan bewijzen. Alleen, feiten hebben geen mond. Ze liggen daar, maar gaan niet voor me opstaan. Ik moet ze, en daarbij ook mijn werk, steeds verdedigen. Dat kan nogal vermoeiend zijn, en al zeker in een land waar mensen nauwelijks lezen.

Een vis met stress

Vier jaar geleden werkte ik voor een team van The New York Times. Ik leidde ze rond in Suriname en regelde interviews. (Ook die samenwerking mislukte overigens.) De journalist, een Rus die woont in Colombia en schrijft over Suriname voor Amerika, was een kleine vis in een grote zee. (De zee is in dit geval de prestigieuze New York Times, waarvoor 1.700 journalisten verslag doen uit meer dan 160 landen.)

Van zijn collega begreep ik dat de Rus helemaal niet hoog aangeschreven staat binnen de organisatie – iets waar hij zelf ook bewust van leek te zijn. Hij moest zich bewijzen in Suriname, en ik kon hem daar niet mee helpen.

De samenwerking heeft me wel veel geleerd. Onder meer dat ik een zeer slechte ‘fixer’ ben, maar nog belangrijker: dat ik geen kleine vis in een grote zee wil zijn. Een vis die gebukt gaat onder prestatiedruk en jaloezie ten opzichte van grotere collega’s. Een vis met stress.

Grote vis, kleine zee

‘Ik ben liever een grote vis in een kleine zee’, zei ik tegen mijn vriend, op de avond dat ik door The New York Times werd bedankt in een bot WhatsApp-bericht. Op die manier maakt mijn werk sneller indruk, en misschien – heel misschien – kan ik in de loop der jaren zo nog iets veranderen aan die kleine zee. Mijn vriend trok zijn wenkbrauwen op. ‘Hoe ga je vrij bewegen in een kleine zee?’, vroeg hij. Ik had er geen antwoord op.

Zijn vraag houdt me jaren later nog steeds bezig. Vorige maand schreef ik nog dat ik aan het pellen ben. Hoe langer ik in Suriname woon, hoe meer lagen van de samenleving ik ontrafel. Hoe meer ik ontdek en hoe meer ik te weten kom. Over mezelf en het leven, maar ook over anderen en hun zaakjes. Dat zet me aan het schrijven.

Voor de een is het resultaat een kletsverhaal, voor de ander een bewijs dat het anders moet. Hoe dan ook, de feiten zullen me beschermen. Daarin moet ik blijven geloven. En misschien maak ik op die manier de zee nog net een beetje groter. Groot genoeg om vrij in te bewegen. De tijd zal het uitwijzen.

4 gedachtes over “Kleine vis, grote zee

  1. Dag Zoë, hou vol, ik kan me je frustratie voorstellen. Suriname, een land met burgemeester en wethouders die als grote vissen president en ministers willen doen. Ik zou graag je verhalen lezen waar je nu over bericht. Mocht je ondersteuning nodig hebben of moed willen “tanken” dan zou ik dick draaier op Curacao benaderen. Luister naar de podcast van Natasja Gibbs over de moord op Hermien Wiels. Curaçao heeft overeenkomsten met Su.

    succes en sterkte,

    groeten, André

    • Dag André, in de tekst heb ik een link geplaatst naar de artikelen waar ik in dit bericht (en dus ook de minister) naar verwijs(t). Gelukkig heb ik inderdaad collega’s (in binnen- en buitenland) waar ik moed bij kan tanken, bedankt voor de tips van Dick Draaier en Natasja Gibbs!

  2. Beste mevrouw Deceuninck,

    mijn dank voor dit artikel. U heeft goed weergegeven hoe men in Suriname reageert. De politieke figuren kunnen geen kritiek uitstaan. Ze hebben lange tenen, kunnen niet tegen de waarheid. Een bende, maar het is heel goed dat erover geschreven wordt, men moet de waarheid onder ogen zien. Ze maken een puinhoop van het land, dieptriest. Ik verwacht nog vele artikelen van u, kritisch blijven de komende generatie moet gewoon anders worden met het besturen van dit mooie land.

    Wees voorzichtig en blijf vooral doorgaan.

    Een groet,
    Louise Schavet (Helmond)

    • Dag Louise Schavet,
      Dank voor uw reactie! Gelukkig ben ik van het soort mens dat zich – na de eerste klap te boven zijn gekomen – zich vooral sterkt aan de lange tenen van beleidsmakers. Het is voor mij een bevestiging dat ik de juiste snaar raak. En de vele lieve reacties zijn hartverwarmend. Zoals ook in mijn blog geschreven: de feiten zullen me beschermen!
      Vriendelijke groeten,
      Zoë

Plaats een reactie