Waarom Peru me blijft achtervolgen

Zoals jullie allemaal weten – of misschien niet – had ik niet de beste tijd in Peru (mei – juni 2016). Ik stak het destijds ook niet onder stoelen of banken: ik vond Peru vies en de mensen onoprecht. Ik werd links en rechts voor de gek gehouden en had er voor lange tijd geen vrienden. Achteraf bekeken heb ik er eigenlijk nooit vrienden gemaakt.

Ik voelde me eenzaam in mijn cultuur en verstoten in mijn taal. Ik telde de dagen af tot ik naar Nieuw-Zeeland zou vertrekken. En toch.

En toch.

Wanneer ik denk aan mijn wereldreis, is Peru het eerste land dat in me opkomt.
Wanneer ik droom over mijn avonturen, bekijk ik de foto’s van Peru.
Wanneer je me zou vragen welk van de landen ik opnieuw zou aandoen, is Peru mijn antwoord.

Peru was onverbiddelijk hard en meedogenloos. Ze deed me pijn in al haar schoonheid, maar nog meer in haar zelfbeeld. Zoveel te bieden, maar niets te geven. Toeristen nemen alles van haar af, ook haar waardigheid. We misbruiken haar diversiteit, maar haar inwoners zien ons graag komen.

Haar aloude gebruiken leggen de basis van de speeltuin voor volwassenen. Voor een foto en een like, het afvinken van een wishlist. Eén bezoek aan Peru streept elk verlanglijstje door. Het land heeft alles, van bergen sneeuw tot uitgestrekte woestijn, parelwitte stranden en hoge palmbomen tot de ongerepte jungle, prachtige kerken en historische steden.

Cusco verslond me in haar taal en kleine straten, haar drukke wegen met kleine auto’s en duizenden kinderen. De stad is zo hoog gelegen dat het – letterlijk – pijn doet aan je hoofd. Ik mis de lama die me het smalle voetpad versperde, de creativiteit die de straten bezaaide. De warme dagen en koude nachten. Het fruit zo zoet, de sterrenhemel zo fel, de bergen zo machtig.

Maar het (h)erkennen van Peru’s waardigheid, met elke steen van de Machu Pichu, blijft niet meer dan een attractie. Zo plat lopen we over haar geschiedenis, zonder om te kijken.

Zo sober en integer als haar voorouders leefden, zo bruut en meedogenloos lopen we over hun erfenis heen. Maar met dat inzicht stond ik niet van de zonsopgang te genieten, die ochtend op Machu Pichu.

Peru. Drie jaar geleden liep ik over je gronden en danste ik onder je sterren. Drie jaar geleden telde ik de dagen af en was ik op zoek naar jouw erkenning. Die heb ik overigens nooit gekregen. Omdat ik jou de mijne nooit heb gegeven.

Ik vraag me af of je daarom in mijn hoofd blijft hangen.

Geen zorgen

Ik bevind me momenteel al een maand in Nieuw-Zeeland en na het planten van duizenden bomen vind ik nu mijn weg naar het zuidelijke eiland. Mijn mams liet me via mail weten dat er in België nogal wat zorgen ontstaan omdat ik niets post. Aan allen die zich zorgen maken: ik adem nog steeds. Aan allen die zich geen zorgen maakten, wel…..Ik adem nog steeds. Ik schrijf nog steeds heel veel, alleen deel ik dit niet met jullie. Want ik bevind me in dat stadium waarbij ik (1) niet weet wat te schrijven voor een tijd, (2) ik twijfelde of het wel zin heeft om mijn bevindingen te delen met jullie. Ik kan pagina’s vol schrijven over mijn cultuurshock die ik bij mijn aankomst in Auckland ervaarde, of over het feit dat de westerse mentaliteit me niet meer zo zint. Over het feit dat de maatschappij voornamelijk gebaseerd is op geld, succes en tijd. Daar zie ik het punt niet meer van in. Ik kan uren schrijven over het feit dat ik niet meer weet wat ik moet denken over de wereld, over de tegenstrijdige gevoelens van oneerlijkheid, prioriteit, egoïsme en zelfbehoud. Ik kan blijven schrijven en dat doe ik ook op papier. En ergens heb ik misschien de hoop opgegeven dat jullie me kunnen begrijpen, want op dit moment begrijp ik mezelf niet eens. Ik ben verloren en op zoek. Maar ik weet waarom ik niet na Peru naar huis ben gekomen, zoals mijn mama me altijd aanraade. ‘Waarom moet je nog naar die andere kant?’

Omdat ik dit alleen door moet. Anders zou ik al deze tegenstrijdige gevoelens hebben in een omgeving waar ik ben opgegroeid, met mensen die me denken te kennen. Ik ken mezelf niet eens. En om uit te vinden wat ik ben, wie ik ben en waar ik naartoe wil, moet ik in een onbekende omgeving zijn, met vrienden die me niet kennen maar die me kunnen laten inzien wie ik aan het worden ben. Het woord reizen spreekt voor zich, ik sta niet stil in het groeien van mijn zijn. Elke avond ga ik als een ander gaan slapen als wie ik was toen ik opstond. En toch ben ik nog steeds dezelfde. Ik denk dat jullie na het lezen van dit toch kunnen inzien waarom ik even niet gedeeld heb. Ik weet het allemaal niet meer. En dat is het fantastische, spannende en verslavende gevoel dat me de kracht geeft om verder te gaan.

Ik ben verslaafd aan het niet weten, ik hou van mijn koffieuurtjes met pen en papier. Ik denk meer over het leven dan soms goed voor me is en ik weet nog steeds niet waar ik binnen een week zal vertoeven. Ik noem het geen crisis want daarvoor heb ik het veel te veel naar mijn zin. Maar ik voel me ook een beetje raar en weet niet altijd meer wat ik nu moet denken over de aarde. Ik zie mooie landschappen en prachtige nattur, adembenemende momenten. Maar het lijkt wel hoe meer mooie dingen ik mag bewonderen, hoe meer ik een lelijk beeld van de aarde schep. Want achter elke mooie foto zit in lelijk verhaal. Gigantische jungle? Bomen worden gekapt om de hoek van je camera. Krijg je help van een breed glimlachende Peruaan? Wees bereid je portefeuille open te trekken nádat je de hulp hebt ontvangen. Mooie blauwe wateren in Nieuw-Zeeland? Tot het je taak is om het strand op te kuisen. Ik moet je niet gaan vertellen dat de wereld zijn problemen kent, maar wat moet iemand vertellen die nog maar pas het concept ‘wereldproblemen’ ondervindt?

Onderweg is mijn zijn

Het gaat mij niet om het zien van Machu Picchu, de one-night stand op de achterbank van de auto (sorry mams), de zeeleeuwen spotten bij de Ballestas Islas, op het strand hopeloos een kleurtje willen opdoen in Paracas, de uit zandsteen gemaakte kerken in Cusco bewonderen, het bekijken van de Temple of the Sun, het beklimmen van de Rainbow Mountain of het bezoeken van vele verschillende incaruines. Dat hoort erbij. Ik hou van een uitdaging en zal blijven proberen jullie duidelijk maken wat de impact is van een wereldreis op iemand zijn persoonlijkheid. Maar hoe beschrijf ik iets wat onbeschrijflijk is? Het gaat hem om de kleine dingetjes die je doen beseffen dat je niet thuis bent, en tegelijk wil je nergens anders zijn.

Reizen voor mij is…

13224108_10209240940329953_1035640655_oHet vierjarig kindje uit je klas om vijf uur in de ochtend sigaretten zien verkopen aan de ingang van de pubs, de borst die naar boven komt om de baby te stillen tijdens de mis in de kerk, het feit dat je twee keer moet kijken of in de zak die op een vrouw haar rug hangt nu een baby, een lama of wat gerief zit verstopt. Bussen die niet rijden op uren, maar waar je ook nooit op moet wachten want er is altijd wel eentje dat passeert. Het betalen van 1 sol (38 cent) om je te mogen wegen op een standaard weegschaal in het midden van de straat. Een vrouw die langs de kant van de weg zit te wachten tot iemand passeert die 1 van haar 80 wc-rollen wil kopen. Het vele fruitaanbod waarbij elke appel er veel slechter en rotter uitziet dan ik gewend ben, maar zoveel lekkerder is. Het is niet luisteren naar mensen die zeggen dat dit fruit eerst gewassen moet worden voor je het mag opeten. Het zijn de affiches van de nog twee overgebleven presidentkandidaten die allebei even corrupt zijn en daarbij nog een corrupte naam hebben ook. Dat je voor een volle bus in het Spaans moet roepen dat je moet afstappen, want bellen kennen ze niet. Het over straat lopen en na 3 blokken pas beseffen dat jij een veel hoger tempo hebt van stappen in vergelijking met je hele omgeving. Of het feit dat je boven iedereen uitkijkt omdat Peruanen nu eenmaal kleine mensen zijn.

Deze week zag ik Shana en Roxanne van Melle Ladies. 13224108_10209240932289752_1337366312_oMijn hoofd sloeg volledig op hol bij het aanhoren van de Gentse ‘R’. Het was toen pas dat ik besefte hoe hard ik die gemist had. Ik had er een gesprek over met Shana. Hoe leg ik deze, mijn ervaring, aan jullie uit? Hoe maak ik mijn vrienden, vrienden van vrienden en familie duidelijk dat een bus nemen in het centrum van Cusco een hele onderneming is? Dat ik zelfvertrouwen nodig heb om de bus te pakken, want je moet assertief, snel en niet verlegen zijn om af te stappen. Als ik zeg dat Cusco, het cultureel centrum van Peru, vies is, kunnen jullie er dan een voorstelling bij maken? Als ik zeg dat je soms de overkant van de straat niet kan zien door alle uitlaatgassen die bussen, taxi’s en auto’s verspreiden, denken jullie dan meteen dat ik overdrijf? Schoenen worden hier nog met de hand gepoetst door kleine jongetjes en oude mannen op straat. Het geeft je een flashback naar honderd jaar terug, terwijl er 21 eeuwse auto’s op de achtergrond rijden. Die 21 eeuwse auto’s, die op 5cm voor en achter je rijden terwijl je de straat probeert over te steken. Dat een 90-jarige man met een gebogen rug van meer dan 110 graden nog steeds hele dagen op straat staat om enkele sneetjes watermeloen te verkopen.

Het is telkens weer, tot vervelens toe, diezelfde t-shirt moeten aantrekken. Avonden op een rij hetzelfde eten zodat ik mijn geld kan sparen om leuke trips te maken. Je tanden staan poetsen in de wc van het restaurant omdat je er net een nachtbustrip op hebt zitten. Het is je arm zien groeien aan armbandjes van herinneringen, de steken in je hart bij het verlaten van een bestemming. Voor mij, reizen is na een lange dag de wifi gaan opzoeken om toch nog even met mijn vriend wat berichtjes uit te delen. Jaaa, voor degene die geen instagram hebben, ik heb een vriend zitten in Suriname. Captura Reizen is mensen leren kennen voor 1 dag, vijf minuten, 3 uur of 1 week tot zelfs enkele maanden. Het is elke maaltijd van de dag delen met iemand anders. Het is eten aan een tafel met iemand uit Oekraïne, uit Frankrijk, Australia en California, je kan je er iets bij voorstellen: de gesprekken zijn intigrerend en fantastisch. Het is een elektriciteitsloze kamer delen met twee uptight advocaten uit Wales en Ierland die nog nooit een zaklamp hebben moeten gebruiken bij het slapen gaan. Het is niet meer weten in welke taal je nu eigenlijk moet gaan denken en alle woorden door elkaar slaan. Het is informatie vragen, opnieuw en opnieuw. Het is je zak inpakken, spullen achterlaten en weggeven. Het is wachten, uitgebreid gaan eten en je zin doen. Het is uitpakken, zoeken en nieuwe muziek leren kennen. Het is alles waar iedereen altijd over sprak en het is fantastisch. Het is je normen en waarden tegenkomen en aanpassen. Het is eten bestellen terwijl je geen idee hebt wat op je bord zal verschijnen. Het is aanpassen en aanpassen, elke keer dezelfde vragen beantwoorden en verschillende straten bewandelen. Het is nooit vervelend en altijd spannend. Het is adrenaline die door je lichaam pompt en de uitputting nadien. Het is vermoeiend en opwindend tegelijk. Het is je energie steken in een schooltje en zien dat er helemaal niets veranderd. Het is een kampvuur met twee onbekenden op het strand aan de Grote Oceaan. Het is onwetendheid, hoop en avontuur. Het is allesbehalve gemakkelijk en ook met momenten frustrerend. 13225152_10209240998131398_759209205_o

 

Het is alles wat iemand die niet reist misschien niet kan begrijpen, het is de beste leerschool in het leven. Het is niet te beschrijven en daarom besloot ik met Shana dat het genoeg is om het zelf te weten. Dit is mijn avontuur en ik kan mijn best doen, en zal mijn best doen, om het te beschrijven, maar als ik niet aankom is het niet erg. Ik weet wat ik doe, ik weet waar ik ben en ik besef wat ik leer. Als er iets belangrijk is, is het toch wel dat ik het besef. Het is van mij, en een open mens als ik zal altijd willen delen, maar stiekem vind ik het ergens wel leuk dat jullie het nooit helemaal zullen beseffen. Zo wordt mijn egoïstisch plekje in mijn zijn toch nog gevuld met verhalen, gedachten, gevoelens en belevingen die jullie nooit zullen begrijpen, tenzij je ook aan het reizen bent, bent geweest of gaat. Het ene is niet minder dan het andere, maar net zoals Peru en Suriname, zijn ze gewoon zo onbeschrijfelijk anders. Peace out!

13250438_10209241013411780_2033758491_n

 

Verloren in onze thuis

Shannon is 24 jaar en komt uit het noorden van Australië. Hij verkocht zijn appartement, nam ontslag op zijn job en reist nu zonder einddatum de wereld rond. Joven geniet nog even van het leven in Zuid-Amerika voor hij begint aan zijn verplichte legerdienst in Zwitserland. Lotte uit België stopte haar studies en kocht een ticket naar Peru, momenteel zit ze in Bolvië. Scott is 38 jaar en kan niet naar zijn vriendin in Signapore wegens immigratieproblemen. Terwijl zijn vriendin in haar thuisland geld spaart om hem te bezoeken, trekt hij rond in het zuiden van Amerika. Dim uit Californië is 21 en ligt in mijn kamer ziek op bed. Ze is net begonnen aan een driemaandelijks avontuur na haar studies en heeft er nu al spijt van. Michaël is 30 jaar en komt uit Frankrijk. Twee maanden geleden leerde hij zijn Peruaanse vriendin kennen in Lima. Terug in Frankrijk verkocht hij zijn huis en nam ontslag. Momenteel reist hij door Peru om het land en de cultuur van zijn vriendin te leren kennen. Hij zoekt uit of hij hier een leven kan opbouwen. Stojna uit Zwitserland en Sherina uit Malesië nemen enkele weken vakantie aan de andere kant van de wereld. Sarah uit Californië doet een vrijwillige stage tijdens haar schoolvakantie in het ziekenhuis van Arequipa, in het zuiden van Peru. Zo heeft ze een streepje voor op haar CV. Dominique uit New York is half Peruaans en wil kijken in welke cultuur haar mama vroeger opgroeide. Leah uit Ohio heeft de luidste lach ooit, maar kent geen gemakkelijk verleden. Om dit allemaal te vergeten reist ze rond. Barbara uit Brazilië is journaliste, maar gaf haar job op bij een magazine en schrijft geen blog tijdens haar avonturen. Chris uit New Jersey verzekert me dat een feestje in Arequipa meer sfeer heeft op 1 avond dan een avond in het huis van de wereldbekende serie Jersey Shore. Een oudere man uit Hawaii (waarvan ik de naam nooit gevraagd heb) is over 70 jaar en op zoek naar een nieuw paradijs, want Hawaii heeft volgens hem zijn beste jaren gekend. Rediat (28) is met haar zus op reis nu ze nog niet gesetteld zijn met man en kinderen. Jamaal uit Hollywood werkt in de mode-industrie en was voor de eerste keer buiten de USA, hij stond helemaal versteld van de Peruaanse cultuur. Jonathan is 25 en komt uit Paracas, Peru. Hij is gebeten door politiek en verzekerde me op een zatte avond dat hij ooit voor president zal opkomen en het land zal genezen van corruptie.
13275369_10209302364465518_1839328158_oWe zijn allemaal verloren en op zoek naar datgene wat een invulling kan geven aan onze definitie van geluk. We hebben allemaal die kriebel, die drang naar meer. We willen meer plaatsen zien, meer uitdagingen aangaan, meer eten proeven, meer ervaringen overleven, meer mensen ontmoeten, meer adrenaline opzoeken. We blijven niet in onze geboorteplaats hangen uit angst dat er iets beters voor ons daarbuiten is. We nemen niet genoeg met content zijn in het leven dat we leiden. Wat als het midden van de Boliviaanse jungle mijn plek op aarde is waar ik thuis hoor? Je weet het niet, tot je het probeert. We zijn nooit verzadigd en altijd nieuwsgierig. We zijn reizigers en we zijn vrij.
Onze mogelijkheden zijn eindeloos en hoe langer we onderweg zijn, hoe meer het besef groeit dat de wereld letterlijk aan onze voeten ligt. We moeten niet terug naar huis, we kunnen er elke dag voor kiezen om een bus naar het noorden, oosten, zuiden of westen te nemen. We moeten alleen onze backpack oppakken en gaan. Meer hebben we niet en meer hebben we ook niet nodig. We zijn op zoek naar ons geluk. Onze plaats op deze veel te grote wereld met teveel keuzes en mogelijkheden. Maar we gaan de uitdaging aan om toch op zijn minst enkele van die mogelijkheden te ontdekken en ondervinden. Zodat we weten wat onze plaats niet is.13262414_10209302364705524_788907074_o
Conclusie? Ik heb mensen ontmoet die 1 week, 1 uur, anderhalve maand, 6 maand, 15 weken en drie jaar on the road zijn. Onze wereld is ons huis. Van elk hostel, elk bed, maken we ons eigen plekje om tot rust te komen. Met al onze nationaliteiten, leeftijden en achtergronden verschillend, maar we zijn samen thuis in een plek waar niemand thuis is. Het is een uitzonderlijk en fantastisch gevoel dat verslavend werkt. We blijven zoeken, en zullen misschien nooit beseffen dat we het gevonden hebben.
13262391_10209293869453148_1737592560_oWe reizen verder en maken vrienden die geen vrienden zijn. Je ergert je dood bij het overhoren van een gesprek tussen drie Cubaanse meisjes die niets willen doen zonder dat Lonely Planet het aanraadt. Je slaakt een diepe zucht bij het arriveren van een oversociaal iemand in de kamer of gebruikt je oordopjes aan het ontbijt omdat die ene uit Wales veel te luid aan het schateren is om 8 uur in de ochtend. Je staat watertandend boven de kookpot omdat een of andere kerel uit Oekraïne overheerlijk aan het koken is en maakt kleine wandelingen door de stad met de eerste beste persoon die het hostel binnenstapt en net als jij wel zin heeft om even de benen te strekken.

We kiezen niet met wie we slapen maar we kiezen naar wie we luisteren. We maken een familie waar we geen bloed mee delen, en we verblijven in een huis dat tot geen van ons allen behoord. We delen materiaal en kennis, verhalen en ervaringen. We maken plannen die we nooit uitvoeren en doen dingen die we niet gepland hebben. We maken fouten, worden afgezet, uitgebuit en gebruikt. Maar voor geen geld van de wereld willen we het reizen opgeven voor een veilige thuishaven.
We overleven op adrenaline, angsten en onwetendheid. We teren op onze kennis en ervaringen maar zijn nooit slim genoeg om niet weer in de fout te gaan. We zijn verslaafd aan het maken van hartbrekende beslissingen en weten niet waar eerst naartoe te gaan omdat er gewoon teveel te zien valt. We steunen de ander ongeacht zijn karakter, achtergrond of nationaliteit. We houden van elkaar zonder elkaar te kennen, want we zijn lotgenoten op dezelfde weg met verschillende bestemmingen.

Bye Cusco, Hello Peru

“Het leven is een reis, geen bestemming“, is een wereldberoemde quote van Ralph Waldo Emerson, die trouwens veel beter klinkt in het Engels (“Life is a journey, not a destination”) dan in het Nederlands. Daar zit ik dan, alleen in de bus op weg naar de wereldberoemde Nasca Lines. Ik heb ervoor gekozen om geen 100 Amerikaanse Dollars te betalen voor een cool en spannende vlucht in een van die kleine vliegtuigjes, maar zelf mijn weg te vinden naar “de toren”, waar ik voor 2 soles (met 1 sol korting dankzij mijn gratis studentenkaart uit Suriname) drie van de lijnen kon bewonderen. Op de publieke bus wordt ik vergezeld door een oudere Peruaanse dame. Ik wou dat mijn mama mij zag zitten, daar zit Zoe´tje dan, in haar short en topje, geplet tegen de ruit door een echte -wat zwaardere- Peruaanse dame. Je kent ze wel, zwart lang dik prachtig haar in twee vlechten gewoven en op de rug en aan de uiteindes bij elkaar gebonden. Op het gerimpelde, zongebruinde maar altijd vrolijke hoofd van de vrouw stond een witte hoed met zwarte band. Haar ogen stonden donker en warm in haar oudere gezicht. Ze was ouder dan 80, maar had er geen probleem mee om kilo´s aan materiaal met zich mee te sleuren op haar weg van Nasca naar Ica. De lachrimpels rond de ogen en mond maakten haar stukken jonger. Een lichtblauwe t-shirt en een roze blouse bedekte haar schouders. Geen broek, altijd een gekleurde gelijnde rok die tot onder de knieën komt. Het duurde enkele minuten voor ze haar busticketje vond ter controle tussen al haar papiertjes, boodschappenlijstjes, busticketjes, rekeningetjes en allerhande soorten gerief op haar schoot en aan haar voeten. Ik was rustig van het landschap aan het genieten, dat me het gevoel gaf dat ik door Mars aan het rijden was met alle donkerbruine bergen beladen met kleine en grote stenen. Ik moest mijn muziek stopzetten toen er zacht op mijn schouder werd getikt door mijn metgezel.

Voor ik het goed en wel besefte kreeg ik een Spaanstalige bijbel in mijn handen gedrukt en moedigde de vrouw me aan om luidop te gaan lezen. Om haar niet te willen beledigen, deed ik wat de lieve oude vrouw van me vroeg en kreeg er nog plezier in ook. Mijn Spaans is veel beter dan ik ooit had durven denken. Mijn enthousiasme over de taal maakte het stemvolume van de vrouw alleen maar luider. Op een gegeven moment giechelde ze zelf van geluk zoals alleen een klein kind dat kan. Ze klapte nog net niet in haar handen van blijdschap. Al snel raakten we in een gesprek over God en de belangrijkheid van het Spaans. Maar voornamelijk over God die triest is dat het zo slecht met de natuur gesteld is, wat de handen van de mensen toch allemaal van wreedheid veroorzaken op deze wonderlijke aarde. Ik ben het niet eens met 1 God, 1 geloof en wat nog allemaal, maar ik kon het punt van de oude vrouw ook niet ontwijken. We maken de wereld kapot, we weten het, we veranderen het niet en doen er niets aan. Niet veel later was het tijd om de Bijbel terug te geven aan de vrouw en de bus te verlaten. Dat vond ze heel jammer en het streelde mijn ego wel een beetje, maar ik was stiekem ook blij dat ik niet nog 2 verplichte uren naar Ica met de vrouw had om over God en de Bijbel te discussiëren in het Spaans. Zo, ik was op mijn bestemming van de dag: Nasca Lines.

Eerlijk? De ontmoeting met de vrouw, en dus de reis ernaartoe, was indrukwekkender. De lijnen waren een teleurstelling. Ja, er stonden grote figuren in de grond getekend en nee, nog steeds niemand heeft een idee hoe de Inca´s het vroeger hebben klaargespeeld en met welke materialen ze het gemaakt hebben. Net zoals in Ollantaytambo, daar sta je dan, met zijn allen rond een steen gebogen, kijkend naar de zachte vormen en perfecte gebogen hoeken in de gigantische stenen die tot 200 ton wegen. Hoe in hemelsnaam hebben ze dat vroeger ooit kunnen bewerken? Met welk materiaal? Hoe hebben ze geweten dat de ene steen zo gebogen moet zijn om perfect op de volgende steen te passen zodat ook zonder gebruik te maken van een soort cement en na verschillende aardbevingen, de stenen nog exact op dezelfde plaats zitten. En dat terwijl grote gebouwen en kerken van in later gebouwde jaren het wel begeven. Nee, de constructies van de Inca´s bleven bewaard. En dat is ook met die Nasca lijnen, het zijn wat lijnen op de grond. Of in de Ballestas Islands in Paracas, waar een grote kandelaar op de zij van een zandberg is getekend. Het zijn wat lijnen. Maar hoe hadden ze vroeger het inzicht om zo grote tekeningen in de aarde te maken? En de lijnen zijn nog bewaard, waarom is het niet overgoten met zand of aarde door de wind, stormen of aardbevingen die Peru heeft moeten doorstaan? Het is maar een steen, en het zijn maar wat lijnen, maar wat mij diep vanbinnen een groot plezier geeft, is dat we met onze 21ste technologie er nog steeds niet in geslaagd zijn om te achterhalen hoe mensen vroeger met helemaal geen technologie ons slimmer af waren. We denken alles te weten, maar volgens mij weten we nog maar een kleine hoeveelheid van de wonderen die de aarde ons te bieden heeft. Het feit dat ik onderdeel mag zijn en de kans krijg om die wonderen te ontdekken, maakt me warm in mijn hart.

13224219_10209240982451006_1574875514_o

En het doet mijn hart krimpen hoe wij mensen met onze handen erin slagen om alles wat we van wonderen ofwel (1) veel te hard gaan beschermen. Zo was er in Ica een palmboom met acht ‘hoofden’. Een natuurwonder kun je het noemen. De verschillende stammen die aan eenzelfde wortel vast zaten liepen in krullen over elkaar, onder de grond en als een slang weer boven elkaar. Het geheel was zo nog niet zo groot als mijn tuin, maar toch was het afgezet door prikkeldraad en een pad rondgemaakt en mochten we niet in de buurt komen van de boom. Want we zouden het kunnen beschadigen. Dus daar is die palmboom dan, een cadeau van de natuur waar eigenlijk niemand van kan genieten.
13234646_10209240910409205_1051033373_oOf (2) we gaan de wonderen gaan uitmelken. Zo heb je Huacachina, een oase in de woestijn, paradijs op aarde. Waar alles rond de oase ofwel een hotel is, ofwel een restaurant ofwel een souvenirwinkel. Het water, dat natuurlijk gezien jaren geleden zou moeten zijn weggezakt in de grond, is er nog steeds. Omdat het door de mensen handmatig wordt bijgepompt. Want zonder het water zouden de toeristen ook niet meer komen natuurlijk. Dan ben je in de woestijn en verwacht je natuurlijk alleen te zijn, in the middle of nowhere. Sta je daar met een stuk of tachtig andere toeristen te sandboarden en moet je wachten om naar beneden te gaan zodat je niet op een ander zou botsen. In de woestijn, met meer plaats en zand in de wereld dan een menselijk brein zich kan voorstellen. Zou je verwachten dat je wel op een andere berg zal sandboarden dan alle anderen, niet dus. Machu Picchu is nog zo een voorbeeld. Roddels doen de ronde dat binnen 2 jaar de berg misschien zal moeten sluiten voor het publiek, omdat er elke dag meer dan 1000den mensen de paden bewandelen, en zo een capaciteit kunnen de oude incapaden niet verdragen. Dat is toch jammer.

Maar wie ben ik om te klagen terwijl ik 13224060_10209240908329153_1710802291_ostiekem heel blij ben dat ik het toch nog heb kunnen zien. Dat ik er toch nog heb kunnen lopen. En ik heb ook 100 Amerikaanse Dollar neergelegd voor twee dagen Machu Picchu. En ik stond ook met mijn mond vol tanden en mijn ogen wijd van verwondering. Ik ben er geraakt, ik heb het gezien, ik ben een van die duizenden die de paden kapot maakt, want ook mijn voetstappen laten zijn sporen achter. Naast beschermen en uitmelken, kunnen we onze omgeving ook (3) for granted aannemen, ofwel accepteren. Het ziet er nu zo uit, het is nu eenmaal zo. Accepteren is een moeilijk proces in een menselijk leven. Wie een lichaamsdeel verliest, moet dat accepteren. Als je vriend je niet meer wil zien, moet je dat accepteren. Als je haar grijs wordt omdat je ouder wordt, moet je dat accepteren. Als je wilt uitgaan in de avond, maar je hebt geen geld meer over, moet je dat accepteren. Het ene is al moeilijker dan het andere, maar er zijn duizenden dingen die we moeten accepteren in het leven, en dat gaat niet altijd even gemakkelijk. Maar we accepteren heel gemakkelijk, té gemakkelijk, dat we de wereld om zeep helpen. En we accepteren dat we het accepteren, wat de situatie en deze zin al helemaal ingewikkeld maakt. Ik ga hier niet gaan oproepen om allemaal te gaan recycleren, allemaal geen papiertjes meer op straat te gooien of vanaf nu alleen maar bio-vlees in de winkel te gaan halen, want eerlijk: zo bestaan er genoeg blogs met allemaal hetzelfde resultaat, ze geraken niet ver met hun oproepen. Maar toegegeven: het is een punt om over na te denken, niet? Hoe wij omgaan met de dingen die we hebben gekregen, is op zijn minst ondankbaar te noemen. En we weten het. Ook ik maak mijn schuldig, elke dag opnieuw. Wat doe ik eraan?

Het is hier zo lelijk dat het prachtig is

Voor degene die het nog niet doorhadden, mijn doel op reis is om me in elk land thuis te gaan voelen. Voor ik vertrok had ik er nog een discussie over…..wat is thuis voelen? Is het een mama hebben, vrienden hebben, de weg kennen, je omgeving begrijpen, verplichtingen hebben, uitgaan tot in de vroege uurtjes of weten wat je wel en niet lekker vindt om te eten? Pia, een vriendin die momenteel in Australië aan het rondtrekken is, liet me weten dat eens je je eerste oprechte gelukkige herinnering hebt gemaakt, je de eerste stap naar het thuiskomen hebt gemaakt. Dat vond ik toch wel het vermelden waard hier, want ze had gelijk.

Geen van bovenstaande is het juiste antwoord, althans, niet voor mij. Wie mijn vorige blogpost heeft gelezen weet dat ik een moeilijke tijd heb gehad bij mijn aankomst in Peru. Ik miste Suriname, het land dat ik naast België ook mijn thuis mag en kan noemen. Ik miste de zweetdruppels die over mijn rug drupten, alleen maar omdat ik op een stoel zat. Ik miste het onophoudelijke getoeter van de auto’s omdat ze wel eens ‘een toertje met me wilden maken’. Ik miste mijn huisgenootjes waarbij ik in slechte en goede tijden terecht kon voor een openlijk gesprek. Ik miste Havana, de uitgaansplek op donderdagavond, waar ik na drie maanden de helft van de aanwezigen kon begroeten. Ik miste de muggen die ervoor zorgen dat je je benen tot bloedens toe openkrapt. Ja, ik miste de rust een eenvoud van de jungle en de chaos en gebrek aan structuur in de stad. Ik miste mijn thuis, met alle goede en slechte dingen die in elk huis aanwezig zijn. Ik kan niet zeggen dat het gemis, een maand later en weer vele ervaringen rijker, over is. Maar Suriname heeft een onwisbare plaats in mijn hart gekregen en het gemis is er nog steeds, maar ik voel het niet meer. De vele facebookfoto’s van mijn nieuwe Surinaamse vrienden geven geen steek in mijn hart, maar een brede glimlach op mijn gezicht. Ik heb het geaccepteerd: een nieuw hoofdstuk is begonnen. Dat gegeven heb ik niet vandaag plots beseft, maar is een ontwikkeling die de laatste weken in mij heeft plaatsgevonden. Of ik het nu wou of niet, en geloof mij, ik wou het niet, ik moest Suriname verlaten. En ben ik blij dat ik er de ballen voor had om niet te blijven hangen bij mijn vrienden, kennissen en lief, maar alles letterlijk (zeker niet figuurlijk!) de rug heb toegekeerd. Want ik kan dit hoofdstuk, genaamd ‘Peru’, in mijn hart sluiten.

Gedaan met vergelijken. In Suriname had ik dit, hier is het zo. In Peru mis ik dit, daar was ik zo. Suriname, ik hou van je, maar neem het me niet kwalijk, ik begin Peru ook heel erg leuk te vinden. Ik heb mijn vrienden, ik heb mijn broer, ik heb mijn kamer, ik ken mijn weg, ik feest (soms te vaak) tot in de vroege uurtjes, ik begrijp de geschiedenis en kan me verplaatsen in de gedachtengang van de locals, mijn geld vliegt de deur uit (haast zonder het te beseffen), ik heb mijn verplichtingen, zoals huiswerk op school, en weet wanneer ik op het werk word verwacht. Ik weet wat ik lekker eten vind en wat ik zeker niet nog eens moet kopen (cavia!). Maar dat allemaal zorgt niet voor dat ultieme thuisgevoel.

Ik heb mijn plek gevonden, omdat ik weet wat er van me verwacht wordt, maar nog belangrijker: omdat ik weet waar ik wat mag en kan verwachten. Ik weet dat ik geen glimlach van iemand moet verwachten zolang ik niet geïnteresseerd naar zijn verkoopswaren kijk, en dit stoort me niet meer. Ik kan voorbij die lelijke dingen kijken. Ik ben niet op vakantie, ik ben op reis. En het verschil hiertussen is niet te onderschatten.

Cusco loopt zwart van de toeristen, en jij bent nummer 12736290653826+16, dus zo word je hier op straat dan ook behandeld. Een toerist die een kleine week in Cusco verblijft heeft de tijd van zijn/haar leven. En terecht. De mensen zijn zo vriendelijk, iedereen lacht, zoveel inheemse mensen op straat die handgemaakte dingetjes verkopen, lekker uitgaan in de nacht, met een katerhoofd de volgende dag wat gaan rondslenteren in de stad, misschien eens een museum bezoeken, lekker lokaal gaan eten (voor de durvers een cavia), een pint gaan drinken in de hoogst gelegen irish pub van de wereld en als ze een beetje uitgerust zijn de trek naar Machu Pichu wagen, een adembenemende blik werpen op een van de zeven wereldwonderen en als ze dan uiteindelijk Cusco verlaten, hebben ze er heel wat originele en fantastische selfies bij om met een leuke filter op Facebook te plaatsen. Kijk, zo fantastisch is Cusco. En ze hebben gelijk, waarom ook niet? Ik benijd ze soms, die toeristen.

Maar ik ben een reiziger, en nadat ik voorbij die eerste verwonderingen ben gekomen, wat bij mij zo een twee, drie weken in beslag heeft genomen, zie ik die andere kant. Enkel de mensen die je iets proberen verkopen, of die iets van je willen hebben, doen vriendelijk. De inheemse mensen op straat worden om de hoek van Plaza de Armas tot orde geroepen door een blanke welgestelde dame. De zelfgemaakte dingetjes blijken in massaproductie gemaakt te zijn, de concurrentie onder de verkopers is niet moordend, maar dodend. Het uitgaan tot in de vroege uurtjes gebeurt op dezelfde muziek als elke club in België [serieus, het heeft me twee minuten gekost voor ik besefte dat ik in een Spaanstalig land stond te dansen op het Nederlandse(!) nummer ‘Ik voel me sexy als ik dans’], en de stad is zo klein dat je het na een kleine week ook wel gehad hebt met het rondslenteren. Wie denkt dat hij lokaal aan het eten is, doet dat in een toeristisch restaurant waarbij je meer dan het dubbele betaald dan nodig. En de irish pub, is een van de zeldzame pubs waar je gewoon iets kan drinken zonder dat je handen worden volgestopt met cocaïne of weed. En machu pichu, ik ben er nog niet geweest dus wil ook geen oordeel vellen, maar het feit dat het een van de zeven wereldwonderen is, zegt genoeg over de drukte rond de eeuwenoude incastad. Ja, het leven van een reiziger ziet er plots helemaal anders uit, niet?

Maar dat is reizen, en het geeft je een voordeel dat geen enkele toerist kan bereiken: een reiziger heeft de tijd om zich aan te passen en is in staat om zich thuis te voelen. Een reiziger kan zich veroorloven om zich ‘beter’ te voelen en ‘anders’ dan elke andere toerist in dezelfde straat. En dat gevoel ontstaat niet omdat je kan rondlopen zonder kaart in je handen, komt niet omdat je je verstaanbaar kan maken in het Spaans, maar omdat je door al die lelijkheid, door al die frustraties heen, de zon kan zien schijnen. Alles is lelijk, en dat maakt dit land zo prachtig en uniek.

Voor wie me even niet kan volgen: ik denk dat je het kan vergelijken met een zwerver die 200 euro van je steelt, en zonder ook maar een seconde boos te worden, ben je instant gelukkig omdat hij dankzij jouw gestolen geld zijn maag kan vullen en als hij slim is, zich kan opfrissen in een hostel. Je bent zo gelukkig dat hij 200 euro van je gestolen heeft. Mijn zwerver heet Cusco. Cusco steelt mijn geld door toeristen er dubbel en dik op te leggen, en ik besef het en ik weet het en ik kan er niets aan veranderen. Dus heb ik het leren omarmen. En dit tegenstrijdig gevoel lieve mensen, maakt dat ik me goed voel in Cusco.

[Ik verontschuldig mij voor het gebrek aan foto’s, maar via mijn smartphone lukt het niet om afbeeldingen in dit bericht te plaatsen, volgende keer schrijft ik vanuit een internetcafé]

Me, myself & I

Mensen die me al langer kennen dan vandaag, weten dat ik een drukke agenda nodig heb om me goed te voelen. Zonder veel plannen in de week om uit te gaan, te gaan sporten of iets te gaan drinken voel ik me al snel onrustig en zielig. ‘Ik heb geen leven’, denk ik dan. Kun je je voorstellen dat ik me nu ook zo voel? Geen leven op wereldreis. Haha, nu ik het zo neerschrijf, zie ik er de humor wel van in.

Daar zitten jullie dan, in de kou, aan het studeren of andere verplichtingen van de dag aan het vervullen. Hier zit ik dan, in Peru met niets om handen en niemand om iets mee te delen. Zonet was ik buiten even een sigaretje aan het roken (sorry mams) en heb ik het licht gezien. Noem het een zoete inval als je wilt. Misschien draait deze reis niet om nieuwe vrienden maken, feesten tot in de vroege uurtjes en veel geld uitgeven aan alle soorten activiteiten. Maar misschien draait het vervolg van mijn reis in Peru wel om iets helemaal anders. Het gaat misschien om alleen zijn, alleen durven zijn en me goed voelen in het alleen zijn. En dat is een hele uitdaging, want daardoor voel ik me heel zielig en vaak verdrietig. Hoe kan het nu dat ik hier in Peru ben en elke avond vroeg in mijn bed kruip? Hoe kan het nu dat ik hier in Peru ben en mijn eerste weekend in het huis doorbreng?

Er zijn enkele antwoorden van toepassing. Ik heb (1) nog niemand leren kennen om mijn weekend mee te spenderen en (2) ik wil niets anders dan gewoon even tot rust komen en (3) het regent en stormt buiten. Maar het beste antwoord moet nog komen.

Dus ben ik op mezelf, alleen. Ik onderneem dit alleen. Ik weet nog steeds niet waarom ik aan dit avontuur ben begonnen – buiten dan het feit dat ik nog niet wou werken en niets meer bij wil studeren. Maar ik heb het wel gedaan, en er is geen weg terug. Niet dat ik terug naar België wil hoor, dat zit wel goed.

Ik ben alleen, en ik ben er niet goed in. Jana mailde me vandaag met een interessante zin: soms lijkt het wel of ons menselijk hoofd te klein is voor al onze gedachten en gevoelens. Daar heb je je antwoord. Daarom blijf ik het eerste weekend in Peru in huis. Neem me niet kwalijk, maar ik ben even op mezelf. Het voelt niet goed, maar er is niets wat ik op dit moment liever zou doen. Gewoon even in de pyjama blijven hangen de hele dag. Het doet pijn in mijn hart omdat ik het alleen moet doen, maar het is nu niet anders, en ik kan het maar beter gaan accepteren. Want of ik het nu wil of niet, ik ben alleen op reis.

In Suriname was dat besef er niet, oh nee. De momenten dat ik alleen was moest ik echt gaan opzoeken. Zoveel stagiaires, zoveel aandacht en zoveel contact. Ik was nooit alleen. Pas nu in Peru besef ik ten volle dat ik alleen ben. En het valt me zwaar, maar het is een uitdaging waar ik aan deelneem, of ik het nu wil of niet. Dus dan zeg je: komt goed. Niet omdat je er in gelooft dat het goed komt, maar omdat er gewoon niets anders te zeggen valt. Je moet iets zeggen om de hoop hoog te houden, toch?

Onbeschreven regels van Peru

Ik zal mijn best doen om dit land niet te vergelijken met Suriname, maar vergeef me als ik toch in de fout ga. Suriname ligt zo vers in het hoofd en het is moeilijk om los te laten. Toegegeven, ik mis zelf het gefluit, gesis, gekus, getoeter en geflater in de straten van Paramaribo. Maar in de zomervakantie van 2015 sloot ik een deal met mezelf, en een wereldreis kan je niet vervolledigen als je blijft hangen in het eerste land van bestemming. Bij de deal, genaamd ‘Zoë onderneemt een wereldreis’, komen er ook minder leuke dingen bij kijken. Je moet mensen achterlaten, je moet een omgeving, die even thuis is geworden als je geboortestad, achterlaten. Je moet helemaal alleen vier vliegtuigen nemen en uren wachten. Klinkt allemaal heel bijzonder en cool, tot je na drie korte vluchten met lange wachttijden daar staat in Lima, waar heel weinig mensen Engels spreken en je negen uur moet wachten op je overstap. Komt er nog eens bij dat je verteld wordt dat de luchthaven sluit in de nacht voor zeker een uur. Dus wat doe je? Blijf je met je hebben en je houwen, helemaal alleen als jong meisje op straat wachten, of leg je je vertrouwen in de taxichauffeur die je voor ‘een goede prijs’ naar een ‘goedkoop’ hostel wil brengen en dan ook komen halen acht uur later? Vraag jezelf dit af: wat zou jij gedaan hebben?

Het enige waar ik aan dacht: slapen. Na 20 uur reizen, opstappen, instappen, inchecken, uitchecken, wachten, lopen, opjagen, jezelf kwalijk nemen dat je je hebt opgejaagd, eten zoeken, drinken zoeken en nog eens wachten, wou ik alleen maar slapen. Dus ja, ik legde mijn vertrouwen in de taxichauffeur. Ben ik afgezet geweest? Ja. Want meneer sprak over 30. Ik in mijn hoofd: 50 Sol is een goede deal. Hij in zijn hoofd: 50 USD is goed verdiend. En dat was alleen nog maar de taxirit. Dus ja, blanke dame is afgezet. Voel ik me er heel slecht bij? Nee, ik heb zoooo genoten van een douche en een bed. En ik was veilig, dat is echt een belangrijk gevoel als je alleen op reis bent. Eind goed al goed. Ik vertrok op reis en ik zal nooit vergeten wat Lukas, een vriend van mijn ouders, vertelde. ‘Je hebt geld, dus je kan je in elke situatie redden.’ Wordt je zak gestolen? Je koopt nieuwe spullen. Wil je slapen? Je gaat op hostel. Komt je transfer je niet ophalen? Je regelt een taxi. Zo kwam ik uiteindelijk aan in Cusco, half zes in de ochtend, de zon kwam zachtjes door en de bergen begonnen zich af te tekenen tegen de blauwe lucht. Mijn transfer was nergens te bekennen, en iedereen maar roepen: taxi! Taxi! Taxi!! Nee, nee, nee. Mijn transfer komt. Ja toch? Telefoon gevraagd om te bellen, mijn contactpersonen nemen niet op. Lekker zeg. Drie maanden geleden had ik me kapot gestresst. Wat moet ik nu toch doen? Waar moet ik heen? Ik ben helemaal alleen, help o help. Nu, na mijn ervaring in Suriname heb ik heel wat geleerd, waaronder een slagzin van Suriname. ‘Alles komt altijd goed’. Normaal moet het zijn: ‘Alles komt altijd goed in Suriname’, maar dat laatste gedeelte liet ik maar even achterwege, kwestie van rustig blijven. Ik had geen spanning, geen stress. Oké, mijn transfer was er niet, dan wacht ik nog wel even, er is toch geen haast bij? Waarvoor moet ik me opjagen? Komt wel goed, en uiteindelijk, als hij er binnen een uur of twee nog niet zou zijn en niemand zou de telefoon opnemen, ja dan regel ik wel even een taxi. Ik heb geld, toch?

Eerste indruk

Peru is een land van verwondering, op alle vlakken. Zo mag je bijvoorbeeld nooit gebruikt(!) wc-papier doorspoelen, maar moet je dat in het vuilbakje naast de wc gooien. De leidingen zijn zo dun en anders raakt het verstopt. Lekker gezellig toch. Van het getuut in Suriname moet ik geen afscheid nemen, in tegenstelling, het verkeer is hier zoooo chaotisch, zoooo gevaarlijk dat iedereen er maar op los toetert. Geen idee tegen wie ze het nu eigenlijk hebben, maar goed. De Peruanen lijken onvermoeibaar in het toeteren, alles tezamen lijkt het op een unieke soundtrack. Om vijf uur gaat hier al de zon onder, en rond vijf komt die ook weer opzetten, in de ochtend en avond is het hier echt heel koud, zonder overdrijven: er liggen vijf lagen aan dekens op mijn bed. Momenteel is het half acht ’s avonds en 16 graden, en de temperatuur zal nu alleen maar zakken. Jullie Belgen kunnen me misschien uitlachen, maar als je drie maanden in meer dan 30 graden hebt moeten leven en slapen, is 16 graden koud. Nog een detail: geen enkel gebouw of huis heeft verwarming in Peru. Omdat de zon altijd schijnt en het huis in de middag altijd kan opwarmen. Alle dagen van het jaar is er eenzelfde seizoen, met af en toe een klein verschil, warm en minder warm. Iedereen loopt op schoenen thuis, en het is al helemaal not done om op je kousen of blote voeten aan tafel te komen zitten. Ondanks het warme weer in de middag, zie je hier iedereen met lange mouwen en jeansbroeken aan. T-shirts heb ik nog niet gezien, laat staan shorts. En dan ja, is er dat hoogteverschil. Voor de geïnteresseerden, de hoogste top van Oost-Vlaanderen is 150 meter. Momenteel lig ik in mijn bedje op een hoogte van 3399 meter en ja, dat doet wat met een mens. Bij aankomst had ik geen last, maar na een kort dutje werd ik wakker met enorme hoofdpijn. Die is ondertussen gelukkig gezakt, maar mijn lichaam is heel vermoeid van de kleine inspanningen die het moet leveren. Na een kort examen op mijn school Academia Latinoamericana Cusco – ik heb nog nooit zo weinig kunnen invullen op een examen – kregen we een oriëntatie en een citytour. Al heel even heb ik kunnen snoepen van de wonderen van Peru, en het heeft mijn honger naar meer alleen maar groter gemaakt. Ja, ik mis Suriname met heel mijn hart, maar ik kan niet ontkennen dat het ontzettend opwindend is om dit nieuwe avontuur in te stappen. Ik ben benieuwd. Ik hoop jij ook.