Wedergeboorte

Bijna 22 jaar geleden was kleine ongeboren Zoë nog in de buik van de mama. Ik bleef even langer zitten dan negen maanden want ik vond het blijkbaar best gezellig daarbinnen. Bijna 22 jaar terug schonk mijn mama me het mooiste cadeau dat iemand maar kan geven. Een gezond leven. Nu, naast goede puntjes op school en een eerder moeilijke tienerperiode waar ik even de donkere kant opging met een foute Tokio Hotel periode, heb ik mezelf het op één na mooiste cadeau geschonken. Ik heb mezelf doen herleven. En dit bedoel ik op vlakken die ik nooit zal kunnen beschrijven. Ik heb de ballen die ik niet heb bij elkaar geraapt en 12 januari stapte ik op het vliegtuig naar Amsterdam. Naar Paramaribo naar Curaçao naar Panama naar Lima naar Cusco naar Lima naar Santiago naar Auckland naar Sydney naar Bali naar Qatar naar Johannesburg naar Port Elizabeth naar Johannesburg naar Qatar naar Brussel. Ik bevind me nu voor de tweede keer in Doha, Qatar en heb nog één laatste vlucht te gaan (btw ik hou van Qatar Airways!) Nu ik al die vluchten zo op een rijtje zet voel ik me plots wel schuldig om mijn stijgende ecologische voetafdruk. Oeps….. Ik hoop dat het boompjes planten en het naar geen autorijden Saar iets aan kan bijdragen.

Ik heb een hand uitgestoken naar een klein deeltje van de wereld. Ik heb nooit de illusie gehad de wereld te verbeteren want dat is wat ik noem een onmogelijke eenmansoperatie. Ook samen met andere vrijwilligers kan het serieus tegenvallen als je intentie is om hét grote verschil te maken. We zorgden voor een glimlach op het gezicht van een kind, maar ook van een oudere, en doet mij raar maar waar, al heel goed voelen. Maar ik ben ook niet naïef. Hoe snel mijn handen ook bomen kunnen planten, machines aan de andere kant zullen altijd sneller zijn in het afbreken. Waar ik een muur bouw voor een kinderschool, loopt de plaatselijke organisatie met de meerderheid van mijn geld weg. We kunnen proberen, maar niet oplossen. Daarvoor is de wereld tegroot, te verschillend. En dat is maar goed ook.
Ik heb geen verschil gemaakt op globale schaal. Maar ik heb harten geraakt waarvan ik nooit had gedroomd ze te leren kennen. Ik heb kennis gekregen en gegeven en het belangrijkste van al, ondanks alle vreselijke lelijke dingen waarin de mens in staat is, en dan spreek ik over inclusief mezelf,  ik ben gaan houden van het leven, mijn leven.
Bijna 22 jaar geleden vroeg iedereen aan mijn mama hoe het met haar ging. En nu vraag ik me af, was ze ongerust? Gespannen? Misschien was ze zelf al geïrriteerd op mij nog voor ik geboren was. Maar mama kennende was ze voornamelijk bezorgd. Met iedereen bezig behalve haarzelf. Geschiedenis herhaalt zichzelf. 9 maanden zijn weer voorbij, ditmaal kom ik wel op tijd.
Om eerlijk te zijn, ik wil niet naar huis. Want ditmaal is het ik die de vragen moet beantwoorden. ‘Hoe voel je je?’, ‘Hoe was het?’. Laat me je nu al zeggen dat ik hierop geen antwoord heb, of beter gezegd ik heb teveel antwoorden. Hoe kan ik ooit verwoorden hoe het voelt om op de achterbank van een safarijeep te zitten grappen over de penis van een neushoorn die we voor ons in alle glorie kunnen bewonderen (deze is trouwens gigantisch!). Hoe kan ik beschrijven hoe het voelt om je zatte locale Indonesische vriend naar huis te moeten brengen met zijn scooter, want meneer is te dronken om jou, zoals afgesproken, naar huis te brengen. Dus daar zit je dan, handen aan het stuur en zatte vriend achterop. Het felle maanlicht en zijn sterren houden je gezelschap samen met de oceaan die links van je tegen de rotsen kletst. Twee eenzame (idioten?) zwemmen in het water met een zaklamp op het hoofd en een speer in de hand, op zoek naar vis voor de markt de volgende ochtend. Dat allemaal terwijl je eigen scooterskills zwak zijn, je ook zelf een glaasje Arak teveel op hebt en de weg niet bepaald geasfalteerd is zoals we het kennen. Hoe kan ik je doen beseffen dat je over de kleine straatjes van Cusco over de varkenshoofden, ananassen, appels, papaya’s, riet, hout, over de weegschalen, langs de tandenstokers, straatlessen, preken en de grootste brol die je maar kunt inbeelden moet rennen om op tijd een bosje bloemen af te geven als bedanking voor de school die ervoor gezorgd heeft dat je je goed gaat voelen in een andere taal en cultuur. Hoe kan ik verwoorden hoe het voelt om je in de steek gelaten te voelen door een vriendin die je nog geen twee uur kent? Hoe het voelt om steeds opnieuw en opnieuw en opnieuw afscheid te moeten nemen tegen mensen die je voor eeuwig aan je zij wilt hebben, gewoon omdat de eerste zinnen die je deelde niet gingen over je afkomst of leeftijd. Hoe kan je begrijpen dat Nemo en Dora (is het Dora?) op 5 centimeter van je zwemmen maar dat je maar moeilijk aandacht aan hen kan schenken want een fluoricerende gele paling vult je hele zicht. Ik kijk terug op mijn foto’s maar ik ben teleurgesteld, de meeste doen niet eens recht aan hoe het in werkelijkheid was.
Ik kan mijn verdere leven volpraten met verhalen en bedenkingen over deze reis. Mooie en minder mooie momenten hebben mijn laatste negen maanden gevuld. Je mag me altijd vragen hoe het eten in Paramaribo was of het weer in Nieuw-Zeeland. Ik kan alles tot in het detail herinneren alsof het gisteren was, en tegelijk herken ik mezelf niet in mijn herinneringen. Als ik Zoë een bus zie nemen in Cusco, is het alsof ik naar een film kijk. Negen maanden later en ik kom terug naar België, als een ander persoon, maar meer mezelf dan ik ooit ben geweest. En ik heb er nog niet genoeg van. Reizen is mijn drug. En ik heb shot na shot na shot na shot kunnen innemen. Ik kan met volle zekerheid zeggen dat ik verslaafd ben. Het leven is veel te interessant daarbuiten om niet te ontdekken. Er ligt een hele wereld voor me open, en met nu een klein stukje te hebben leren kennen, is mijn honger alleen maar gegroeid. Het is sterker dan ooit tevoren. Ik ben verdrietig dat dit hoofdstuk is afgesloten, maar ik ben o zo dankbaar. Voor mijn mama, maar ook zeker voor mezelf. Als ik terugkijk, en men zegt toch altijd dat als het einde nadert, je begint na te denken over het begin. Ze konden niet meer gelijk hebben. Als ik terugkijk naar wat ik allemaal gedaan, gezien, geproefd, gelezen, geruikt, gevoeld en beleefd heb, kan ik alleen maar fier zijn op mezelf. Ik heb geleefd als nooit tevoren, al mijn zintuigen en gevoelens stonden dag en nacht op een hoog pitje. Een intense rollercoaster aan gevoelens is het geweest. En het heeft me geraakt tot in het diepst van mijn botten. Ik voel dat ik leef en meer nog, ik ben gaan houden van het leven op een manier die nieuw voor me is. Ik hou van ons leven, het leven van jij en ik, maar ook zeker mijn leven. Ik hou er zoveel van dat ik het soms haat en verafschuw en het me fysiek en mentaal kan breken. Ik heb werkpuntjes van mezelf tegengekomen waarvan ik niet eens besefte dat ik ze bezat. Maar ik stond ook meerdere malen versteld van mijn onafhankelijkheid en sterkte, waarvan ik ook niet besefte dat ik het zoveel in me had. 

Ik ben verdrietig. Maar dit is niet het einde. In tegendeel, ik probeer deze ervaring te zien als de introductie van mijn leven. Er volgt nog een volledig boek aan verhalen en ervaringen. Ik heb een gevoel leren kennen dat sterker is dan wat dan ook. Sterker dan de invloed van geld, liefde, relaties of familie. Lust. Ik heb levenslust opgewekt. Ik wil meer leven, intens leven. In de afgelopen maanden ben ik gewend geraakt aan adrenaline, spanning en onwetendheid. Ik ben verslaafd en heb meer honger dan ooit tevoren. Honger naar leven, mezelf uitdagen, nieuwe avonturen opzoeken. Want het cadeau dat mama me bijna 22 jaar geleden heeft gegeven ben ik niet van plan om te verspillen. Ik ben vastberaden om er het beste van te maken. En ik ben erachter wat het beste voor mij is. Ik wil terug naar die onafhankelijke intense vrijheid, want ik heb ondervonden hoe het voelt, en het is het meest fantastische, heerlijke gevoel dat ik ooit ervaren heb. Ik voel me onoverwinnelijk, zelfstandig, onafhankelijk, mooi en tevreden met wie ik ben, ook met alle werkpuntjes die ik heb. Ik ben hier, ik mag er zijn en ik zal terugkomen. Peace out

 

Een niet-zo nutteloze boodschap

‘Ik schrijf u, zonder uiteindelijk doel, maar met het gevoel dat ik deze, eerder nutteloze, boodschap met u wil delen. Lang leve de ontwikkelde Westerse Wereld waarin het maar een paar muisklikken kost om mijn boodschap tot bij u te krijgen. Ergens hoop ik dat het niet al te vreemd is om dit te ontvangen van een wildvreemde. 

Here goes: Ik ben al vergeten hoe ik op uw blog over uw wereldreis ben terecht gekomen (zo’n internet/blogspotter ben ik niet), een tijd geleden heb ik het aan mijn favorieten toegevoegd om eens te lezen als ik tijd had. Wel, deze middag, las ik alles wat je geschreven hebt en het heeft me geraakt, tot tranen toe. Een jaar geleden ben ik voor het eerst echt op reis gegaan, al was het maar voor een maand. Ik ben niet meer dezelfde als ervoor maar tegelijkertijd ben ik zoveel meer mijzelf. Ik herken zoveel in uw woorden en kan alleen maar raden naar wat zo’n reis, van zo’n duur, met een mens doet. Wie weet waar brengt het leven mij later; als ik ooit op wereldreis ga, zal het met een deel van uw verhaal in mijn achterhoofd zijn.’

Dit bericht kreeg ik vandaag toegestuurd van Tamara. Ik ken Tamara niet, heb haar nog nooit gezien of niet gesproken, we zijn geen vrienden op Facebook. Maar ik voel me meer met haar verbonden dan met elke andere vreemdeling. Mijn hart werd warm bij het lezen van haar ‘nutteloos’ bericht. Een bericht dat ik helemaal niet nutteloos vind. Haar woorden hebben meer impact op mij dan die van jou.
Het is lang geleden dat ik een blogpost heb geschreven, en dit heeft verschillende redenen.
(1) Ik voel me goed in Bali. Eindelijk, weer leven op straat. Eindelijk, karakter en charme overal waar ik kijk. Motorbikes in een verschrikkelijk chaotisch verkeer, mannen die de hele dag hangen op de hoek van de straat, kleine, onhippe eettentjes, arme miezerige winkeltjes waar je het ongedierte bijna ziet kruipen onder de tafel. Fruitwinkels waarin men zich niet bezig houdt met het mooi  presenteren maar alles gewoon op de grond ligt. Detail en versiering in elke muur op straat, oneven smalle voetpaden waar je moet uitkijken of je breekt je been. Kleurrijke bloemen op gedetailleerde beelden. Palmbomen onder een fel brandende zon. Een warme lucht die je dag en nacht om je lichaam nestelt. De zweetdruppels die van mijn voorhoofd druppelen bij het afdrogen na een koude douche. Gekraai van hanen elk uur van de dag, klaar voor hun volgende hanengevecht op straat. Salamanders groot en klein die je gezelschap houden op de muren en het plafond boven je zetel in een warme, kleurrijke tuin. Het feit dat kinderen van acht jaar blootsvoets, zonder helm en met hun vierjarig zusje tussen de benen een motorbike kunnen besturen zoals wij kunnen fietsen, maar als ik het probeer ik na vijf minuten al tegen de grond aansloeg. Vrouwen op bouwgronden die met vijf tot zes bakstenen op hun hoofd de trap aflopen zonder maar één keer naar beneden te kijken. Mannen die een groot varenblad van de boom breken en als paraplu gebruiken wanneer het begint te regenen. En wanneer de regen valt, kun je maar beter je slippers aanhebben, want de straten lopen onder. De inventiviteit van de inwoners gaat mijn verbazing te boven.
Er is rust. Het is druk en er lopen overal zoveel mensen dat het slalommen is zowel op de weg als naast de weg, maar er is vrede. Ik krijg hier de volledige indruk dat het leven, ondanks dat het hard werken is, ook gemakkelijk is. Je leeft. Zo gemakkelijk kan het zijn, niets meer en niets minder. Enkele dagen geleden kreeg ik een bericht van Yasmien. Blijkbaar hebben er zich aanslagen in Thailand voorgedaan. Ik moet eerlijk toegeven dat ik het nieuws niet volg. Vorige week moest me een nieuwe vrijwilliger uitleggen wat Pokémon GO was, ik begrijp het nog steeds niet en eerlijk, het interesseert me ook niet. Het nieuws niet volgen maakt van mij een slechte journalist. Althans, volgens de regels aangeleerd op school. Wees altijd alert, weet wat er zich afspeelt in de wereld, je moét het nieuws volgen. En nu ben ik hier, aan de andere kant van de wereld en zie ik met eigen ogen wat er zich hier afspeelt.
Ceremonies, feesten, familie, eten, werken, geloof, plezier, en misschien ook naïviteit. Drie weken ben ik hier nu, en ik heb nog niemand ooit de krant zien lezen. Ik moet zelf eens goed nadenken waar je de krant hier kunt gaan kopen. Het interesseert de mensen hier niet in welke miserie de medemens in andere landen zichzelf aandoet. En dat maakt me misschien wel een slechte journalist, het maakt me een gelukkiger persoon. Er is hier geen voelbare angst, geen voelbare frustratie, geen voelbare haat. Je leeft en je maakt er het beste van hoe jij er van wilt genieten. Ik las het bericht over Thailand en plots kwam er een baksteen van realiteit bij me binnen vallen. Voor even was ik vergeten dat er ook nog zoiets bestaat als de rest van de wereld. Dat oorlog, ruzie, haat, frustratie, dood, vernietiging en aanslagen voor teveel mensen dagelijkse realiteit is. En dat ze steeds meer een grote rol gaan spelen in het Westen. Dus ik sluit mijn ogen en oren, maak van mezelf een slechte journalist. Ik leg mijn telefoon weg en wandel de straat op. Waar kinderen op de motorscooter voorbij me scheuren, waar vrouwen de dagelijkse bloemofferring voor de deur voorzien en de plaatselijke taximannen de hele dag op de hoek naar je staan te roepen. Een straat waar er geen geloofshaat bestaat, waar bommen en vernietiging begrippen zijn die niet begrepen worden. En nog voor de eerste scooter me passeert, nog voor de eerste druppel heilig water op een bloemstukje neervalt, ben ik Thailand vergeten. Want ergens in de rest van de wereld, inclusief mijn thuisland, mag dan door woelige tijden gaan, ik prijs mezelf erg gelukkig dat ik toch aan een stukje ontsnapt ben. Ik ben en blijf niet op de hoogte van de gebeutenissen in de rest van de wereld, ik leef in mijn eigen stukje aan de andere kant van de wereld. Een stukje dat ik met eigen ogen, oren, neus en mond kan leren kennen. Ik ben in de rest van de wereld, en de slechte journalist in mezelf maakt van mij een gelukkiger persoon. Ik kan leven.
De volgende, en meer invloedrijke reden waarom ik zo lang niet geschreven heb is omdat ik ergens de hoop had opgegeven dat mensen me zouden begrijpen. Proberen jullie zich echt een voorstelling te maken bij een chaotisch motorverkeer in smalle straatjes of denken jullie aan de file op de Brusselse ring en nemen genoegen met dat beeld. Ja, chaotisch toch. In hoeverre kunnen mijn woorden een voor jou nog nooit geziene strand beschrijven? Waar het zand niet wit is, en de golven op nog geen dertig meter van mijn stranddoek de surfers hoog houden. Ik kan het zelf nauwelijks bevatten, laat staan op een manier beschrijven waar jullie zich in kunnen vinden. Ongeacht of je je best doet of niet, het is eigen aan de mens om alles vanuit zijn/haar eigen ervaring en achtergrond te bekijken. Dus wat heeft het voor zin dat ik het hier allemaal zit te beschrijven?
En dan kreeg ik vandaag dit bericht, en ik besef dat ik mensen bereik. Dat ik een klein verschil kan maken in iemand zijn opinie, emotie of denkwijze. Misschien wel in iemand zijn toekomstplannen. En dat kleine verschil geeft me zoveel trots dat ik niet anders kan dan blijven schrijven. Ik dank Tamara voor deze eye-opener. Ik heb dan geen honderd volgers of reisfoto’s waar meer werk dan genot is in gestoken, maar wie heeft honderd volgers nodig als je weet dat je toch 1 persoon persoonlijk hebt bereikt. Dus je mag je verwachten aan een volgende blogpost, en een volgende. Ik heb heel wat te delen en ervaren, en heb altijd geweten dat ik moet blijven schrijven, alleen was mijn moed om het te delen even zoek. Het is dan ook alleen maar toepassend dat ik deze blog afsluit met een quote die Tamara mij heeft gestuurd, en waar ik helemaal achtersta: “The pleasure we derive from journeys is perhaps dependent more on the mindset with which we travel than on the destination we travel to” – Alain de Botton.

 

Small town fever

We leren om te accepteren wat we hebben. Blij te zijn met de kleine dingetjes in het leven. Maar wat met het accepteren van de dingen die we niét hebben? Hoe moeilijk is het om te accepteren dat we het geld niét hebben om leuke dingen te doen, in vergelijking met accepteren dat we een beetje geld hebben óm leuke dingen te doen?

Ik bevind me de laatste tijd in situaties waarbij velen hun ogen opentrekken van verwondering of op de vind-ik-leuk knop drukken. Dat vind ik stiekem dan weer leuk, ga ik niet om liegen. Maar, en er is altijd een maar de laatste tijd. Gaan schilderen in een tavern in the middle of nowhere is, en terecht, een reden om verwonderd te kijken. Wauw. Cool. Rattenvallen labelen en herstellen in Westport, een dorp waar alles max 10 minuten wandelen van elkaar verwijdert ligt,is – en terecht, een vind-ik-leuk knop waard. Want het is uitzonderlijk, dat backpackers langer dan een nacht in hetzelfde dorp blijven slapen. Laat staan dat ze zich dan ook nog eens als vrijwilliger bij de Council aamelden. Wauw. Cool.

Maar schilderen in the middle of nowhere betekent voor de backpacker ook: the middle of nowhere. Als in: er is niets te doen en niemand om iets mee te beleven. Je hebt de oude plaatselijke garde in de bar beneden, die alleen maar in hunzelf zitten mompelen en de laatste dag dat ze nuchter zijn geweest niet meer herinneren. En elke dag opstaan om rattenvallen te herstellen betekent ook elke avond gaan slapen in hetzelfde dorp waar van zodra de zon ondergaat (17:00) er niets meer te doen is.

Er wordt altijd gezegd dat we niet teveel aan huis moeten denken, dat zorgt alleen maar voor heimwee. Maar soms is het eens goed om aan huis te denken. Op reis is er geen nood aan heimwee, maar wel aan perspectief. Backpackers zijn verwende mensen. Na twee dagen in de bergen denken de meesten het al gezien te hebben. Ze willen verder, sneller en meer. Op naar het volgende. Het is dan ook geen gemakkelijke uitdaging om alle verleidingen te weerstaan en in hetzelfde ‘nietsbetekende’ dorp te blijven hangen. Dag na dag niets nieuws meer te ontdekken, niet weten wat te doen na de werkuren of de plaatselijke unieke lunchbar wel gezien te hebben. Backpackers zijn verslaafd aan nieuwe indrukken. Zonder dat de adrenaline gaat stijgen op een dag wordt het al snel gezien als een saaie dag. Ben ik mijn tijd aan het verdoen?

Maar ik ken mijn weg in het dorp, de mensen van de lunchbar beginnen mij te herkennen en ik loop zonder denken naar het werk. Is het spannender om elke plaats eve snel te doorzien en veel verschillende plaatsen te kunnen ontdekken? Ik denk van wel. Maar soms geeft het leven en zijn omstandigheden je de kans niet en dan moeten we dat accepteren. Accepteren dat we het geld niet hebben, zonder daaraan wrange gevoelens over te houden. Het is een uitdaging waarin ik nog niet ten volle geslaagd ben, maar we zijn op de goede weg.

Er is die druk, zoveel druk van zowel andere reizigers als je omgeving om weer die rugzak op te pakken en verder. Sneller. Meer. Anders doe ik niets, zie ik niet genoeg plaatsen. Ik moet meer plaatsen kunnen ‘pinnen’. Maar backpacken is niet een lijstje maken van plaatsen en ze zomaar gaan afvinken. In de auto, uit de auto, foto maken, in de auto. Hoe kun je op deze manier een beeld vormen van de maatschappij, van de verschillende levensomstandigheden als je er zomaar een foto van maakt en hup, weg. Sneller. Meer. Maar het is de manier waarop de meesten het doen en het is die manier die ik ook wil. Weg, sneller, meer.

Het is niet zo spannend, en de adrenaline pompt minder dan gewoonlijk. Maar het is het leven dat ik ontdek van een klein dorpje ergens aan de West Coast van Nieuw-Zeeland. Om iets te proberen begrijpen, proberen te zien, moet je eve blijven rondhangen. En dat vraagt ook saaie avonden en nutteloze verveelmomenten. Daar heb ik het moeilijk mee, maar zo hebben de bewoners van dit dorp.

Daarom is af en toe eens aan huis denken een goede zaak. Want laten we eerlijk zijn, een zaterdag op de fiets de West Coast afrijden en daarbij zeehondjes spotten, het is niet iets wat ik thuis kan doen. Geen spannende backpackersdag met smullende verhalen, maar een uitzonderlijke dag. En morgen, als ik gewoon uitslaap in het hostel en daar naast de hele dag in mijn pyjama hang is dat een uitzonderlijke dag. Gewoon omdat het is, niet omdat ik iets speciaals heb gedaan. Soms moeten we er gewoon zijn, en dat is genoeg. Dus ik probeer en probeer. De ene dag voel ik me goed en de volgende dag wil ik het liefst van al gewoon die vlieger pakken, op naar het volgende. Het leven van een backpacker… We willen het allemaal.