Kanker nog steeds taboe in Suriname

wereldkankerdag

Er is voor alles wel een dag, brooddag, moedersdag, open monumentendag, autoloze dag, open bedrijvendag, prinsjesdag, valentijnsdag en ga zo maar door. En dus zo ook Wereldkankerdag op 4 februari. Versta me niet verkeerd, ik ben volledige voorstander van zulke dagen. Het is goed dat we ze hebben, en we moeten er gebruik van maken. Jammer genoeg zijn er veel mensen die stilstaan bij de ziekte kanker, omdat ze het zelf hebben of omdat een familielid, kennis of vriend kanker heeft. Zo ook sta ik stil bij de ziekte. Niet alleen op 4 februari, maar op veel dagen van de maand. Ik zeg duidelijk maand, en niet week. Want nee, ik sta er niet elke dag bij stil. Spijt me dat? Nee, want ik geniet van het feit dat ik er niet elke dag bij moet stilstaan, omdat ik zelf de ziekte (nog) niet heb. Maar je zou er van verschieten hoeveel mensen niet weten wat kanker betekent. Kanker betekent niet dat je doodgaat, kanker betekent niet dat je niet meer buiten kan komen, kanker betekent niet dat je kapot gaat. Pas op, het kan, dat weten we allemaal. Maar het staat er niet gelijk aan. En dat is een misvatting die veel mensen hebben. De meesten in de Westerse wereld hebben het geluk dat we van een goede opleiding kunnen genieten, en dat we weten wat kanker is, of toch zo ongeveer. We weten dat het niet besmettelijk is en we weten dat er hoop is. En we duimen, we steunen en we (her)denken.

In Suriname viel ik bijna van mijn stoel toen ik voor mijn artikel over Wereldkankerdag een straatcampagne ging bezoeken. Mensen die een speldje opgepint kregen, weigerden in eerste instantie. Een roze lintje zou betekenen dat je kanker hebt. Een vrouw zei zelf dat de ziekte besmettelijk was, een andere vrouw durfde het woord niet uit te spreken. Nog een vrouw kwam langs en vertelde dat ze darmkanker heeft, maar ze kan nergens naar toe want ze kon haar behandeling niet betalen. Dus gaat ze maar dood. De ziekenhuizen hebben niet allemaal de juiste apparatuur en kennis om met elke soort kanker te werken. Dus gaan de mensen maar dood. Het leven is hard, dat weten we allemaal.

Maar laat me je een ding meegeven: het leven is zo hard als dat je het zelf maakt. Als je dit weekend niet naar een voetbalwedstrijd kan gaan kijken omdat je moet werken, kan het leven hard zijn. Als je niet op restaurant kan gaan omdat je geld op is, kan het leven hard zijn. Als je mobieltje uitvalt terwijl je net in een break-up gesprek zit met je vriendje, kan het leven hard zijn. Als je moet studeren voor een examen en je wilt alleen maar slapen, is het leven hard. Ik zeg het nog eens, en ik denk dat je mijn punt nu wel snapt: het leven is zo hard als dat je het zelf maakt. Het leven is hard als er geen ziekenhuis in het land is dat je kan helpen voor een behandeling tegen kanker, het leven is hard als je terminaal ziek bent en je kan de behandeling niet betalen, het leven is hard als je bij de dokter op controle gaat en er wordt je verteld dat je kanker hebt. Het leven is hard als je geliefde kanker heeft. Het leven is hard, maar het is zo hard als dat je het toelaat. Want nee, huilen omdat er geen plaats is in het ziekenhuis doen ze hier niet, en jammeren omdat ze geen geld genoeg heeft voor haar behandeling doet ze niet. Nee, ze recht haar schouders en geniet van wat ze wel nog heeft. Haar vrienden, haar familie, haar thuis. Want liefde, vriendschap en familie zijn onvoorwaardelijk. En met hen, is het leven al een stukje minder hard.

Nadine, mijn gedachten gaan naar je uit. Ik wens je heel veel sterkte en ik hoop dat je veel kracht haalt uit de getuigenis van Gracia Rier. Kanker is overal, en dat maakt jouw verhaal niet minder belangrijk, maar het maakt je ook niet alleen staan. Gracia was een heel opgewekte, levenslustige dame die het hoofd nooit heeft laten hangen en bleef vechten. Nu is het voor jou tijd om te vechten, en net zoals de hele familie vecht ik met je mee. Je bent niet alleen.

Surinaams parlement veroordeelt aanpak Zika-virus

parlement

Maandag 25 januari was ik voor het eerst in het parlement van Suriname. Opdracht was een online verslag maken van De Nationale Assemblee voor de Ware Tijd, de krant waar ik vrijwillig voor schrijf. Spannend!

Ik kreeg niet de eer om handjes te schudden met President Desi Bouterse, aangezien die niet kwam opdagen. Vice-President Ashwin Adhin was wel van de partij, maar ik ben geen handjes gaan schudden aangezien ik geen idee had wat ik tegen die man moest zeggen. Als jullie nu een beetje verbaasd opkijken en in jullie zelf denken, ‘het zal wel, zo dicht kom je daar toch niet bij?’, dan heb je het mis. Politiekers in Suriname zijn heel toegankelijk, na de vergadering stond iedereen gewoon buiten. Pers, bezoekers en politiekers allemaal door elkaar, het was soms zelf moeilijk zeggen wie wie was. Ja, er liep beveiliging rond, maar die gingen niet als bodyguards om de politiekers staan zoals we dat gewend zijn in Brussel. In tegendeel, die zaten wat verderop op een stoel in het zonnetje, lekker genietend van een sigaret terwijl hun baas even een woordje ging doen met de pers. Fantastisch toch? Zelf heb ik niemand persoonlijk aangesproken, maar heb braaf mijn collega van de Ware Tijd gevolgd en overal vriendelijk gelachen. Wat zou ik moeten gaan vragen?

Het leuke aan journalistiek werk in het buitenland is dat je op plaatsen komt waar je anders nooit zou geraken. Het minder leuke, in het begin dan toch, is dat je in een nieuw systeem wordt gegooid en dat je maar verwacht wordt het allemaal te weten. Te weten wie de belangrijke politiekers zijn, waar de strubbelingen liggen en welke partijen er zoal zijn. Vooral op politiek vlak is het even slikken als je, voor je het goed en wel beseft, met je perskaart het parlement binnenloopt. Onvoorbereid en zonder enig idee wat er te gebeuren staat moet je dan maar even een artikel schrijven. Gelukkig had ik veel aan mijn collega van de krant, met wie ik mee op trip was. Hij hielp me bij het plaatsen van politiekers en het benoemen van de verschillende personen.

Nu, waar alle heisa om ging, kwam ik al snel achter. Het Zika-virus is aangekomen in Suriname. Ik weet niet of het ook in de Belgische kranten te lezen valt, maar hier is het dus elke dag voorpaginanieuws. Zika is een virus dat gedragen en overgedragen wordt door de denguemuskiet. Het virus is schadelijk voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kinderen. Indien een zwangere vrouw besmet is met het virus, wordt haar kind geboren met een onvolgroeide schedel, waardoor er dus niet genoeg plaats is voor de hersenen om zich te ontwikkelen. Ik moet er niet bijvertellen hoeveel pijn dit doet voor de pasgeboren baby’s en welke gevolgen dit heeft voor de groei van het kind. Het virus is overgekomen uit Brazilië en al sinds november weet de regering van Suriname dat het virus ook in Suriname actief is. Voor de rest is er niet veel meer bekend over het virus, dus ook de dokters weten niet hoe ze het virus kunnen aanvechten. Al wat Surinaamse vrouwen nu kunnen doen om het virus te voorkomen is niet zwanger worden. De regering vraagt dit ook aan zijn bevolking, om de voortplanting even te pauzeren zal ik maar zeggen, totdat er meer informatie over het Zika-virus bekend is. Wie vandaag al zwanger is, kan alleen maar haar best doen om niet gestoken worden door muggen. Wat in dit land praktisch een onmogelijke opgave is. Alle hens aan dek dus hier in Suriname, want er moeten snel maatregelen getroffen worden. Maar hoe? Dat was de vraag in het parlement op De Nationale Assemblee van maandag 25 januari.

Lees hier mijn artikel, dat naast de site van de Ware Tijd ook op de site van MO* staat.

Je hoort het, ik leer heel snel heel veel bij over Suriname, en dan spreek ik niet alleen op politiek vlak. Blijf vooral mijn blog volgen als je ook zoveel wil leren over het land!