De bende van vier

We waren met vier. Emmylie, Shauni, Leen en ik. Shauni is rost, Leen is blond, Emmylie bruin(blond) en ik zwartharig. Ik was into Tokio Hotel en voetbal. Shauni into judo, Emmylie into dans en Leen into muziek en creativiteit. Allemaal volgden we dezelfde opleiding fotografie, niemand heeft er iets (professioneel) mee gedaan. Samen doorstonden we de puberjaren van het middelbaar. We veranderden van liefjes, kledingstijl en interesses.

We studeerden af in juni 2012, inmiddels zeven jaar geleden. Gedurende de jaren die volgden hielden we elkaar in het oog. We gingen studeren en werken. We verplaatsten en verhuisden, we reisden. We vielen verliefd en volgden ons hart. Het bracht ons naar Kortrijk, Desselgem, Wetteren en Paramaribo. En altijd was er tijd voor een steak in de Amadeus (restaurant) van Gent. Daar zaten we met zijn vieren, soms met drie. We evolueerden van puper tot twintiger. Van losgeslagen projectiel tot doelbewuste volwassenheid. We dromen en ontdekken. En inmiddels bleven we niet bij elkaar, maar wel met elkaar.

We zijn nog steeds met vier. Eentje zit aan de andere kant van de oceaan (dat ben ik). De ander is afgelopen weekend getrouwd (dat is Shauni). Leen is zwanger en Emmylie heeft een huis gekocht. Zo vertelde ik het tegen Quincy. Ik zei: we zijn goed bezig. Hij vroeg: is dat zo? Op zijn nonchalant-serieuze manier waardoor ik elk van zijn vragen serieus ga overwegen.

Het antwoord is nee. Niet omdat je bent getrouwd, ben je vanzelfsprekend gelukkig (vraag dat maar aan Mélanie Trump). Niet omdat je zwanger bent, ben je goed bezig. Niet omdat je een huis hebt gekocht, heb je een thuis. Niet omdat je speciaal loopt te doen in Suriname, geeft het leven voldoening.

De keuzes van mijn vriendinnen (de successen, als u het zo wilt noemen) doen een vreemd gevoel van jaloezie in me opborrelen. Ik wil ook wat zij hebben: een eigen huis, een ring, een baby. De drie dingen die ons leven zogenaamd betekenis zouden geven. Maar het leven is, in tegenstelling tot wat de economie ons wil doen geloven, niet gestoeld op mijlpalen. Een stap vooruit betekent niet vanzelfsprekend een succes. Niet het turven van verworvenheden, maar het feit dat we durven brengt ons waar we zijn vandaag. En het is oké om niet te willen, of (nog) niet te hebben wat van het ‘normale’ leven wordt verwacht. Maar dat is moeilijk. Want de verleiding om bij de norm te horen is groot. Ook bij de mensen (waaronder ik) die beweren het liever ‘speciaal’ te doen, ‘anders’ aan te pakken. Want wat is specialer dan je eigen trouwdag? Wat is meer bijzonder dan het geven van een mensenleven? Wat is mooier dan het (op)bouwen van je eigen (t)huis?

Toch moet het kunnen met minder. Daarom ben ik laatst in de zetel gaan liggen. Ik ben gaan nadenken waarom ik gelukkig mag zijn (probeer het maar eens, het is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt). Mijn antwoord luidde als volgt: het contact met met de meisjes van de voetbal gaat steeds beter (de aanhouder wint). Ik woon in een leuk huis dat weliswaar niet van mij is (maar toch een beetje van mij is). Ik begin steeds meer van Max (de hond) te houden. Ik ga héél graag naar het werk. Ik word elke dag wakker met de zon. Ik heb veel energie. Ik heb vrienden (ook in Suriname) die om me geven. En mijn hart gaat na drie jaar nog steeds sneller kloppen als ik mijn vriend (Quincy) twijfelend naar een menukaart zie kijken (niet wetende waar hij zin in heeft). Maar, en dit is misschien nog wel het belangrijkste van allemaal, als ik met een magische toverstok nu iets aan mijn leven kon veranderen, zou ik niet weten wat. Ik ben voldaan.

Na het oplijsten van mijn geluk viel ik in slaap.

Toch werd ik (diezelfde avond nog) wakker met een sluipende honger naar meer. Alsof ik ook iets moet bereiken. Alsof ik niet al iets aan het bereiken ben. De voormalig hoofdredacteur van Knack.be zei eens ergens in een interview: die dag waarop je zegt, dit is het, ik wil verder niets bereiken, bestaat niet.

Ten slotte kwam ik (gisteren) tot mijn conclusie: het gaat niet goed met mijn vriendinnen omdat ze zijn getrouwd, een baby verwachten of een huis hebben gekocht. Het gaat ze goed omdat ze hun hart hebben gevolgd, op hun tempo en hun manier. Ik ben trots op mijn vriendinnen, omdat ze hebben besloten het leven te beleven, in te vullen, te delen en uit te breiden. Ik gun ze hun keuzes en genot, want ik weet dat ze het hebben verdiend. Dat wist ik al op de middelbare school.

De drang naar meer is daarom niet iets om te verafschuwen, jaloers op te zijn, opzij te schuiven of af te blokken. Het is een motivatie om te omarmen. Want wie trouwt, moet de volgende dag ook nog de vuilzakken buitenzetten, de afwas doen, zal ook nog ruzies maken en compromissen sluiten. Wie bevalt of een huis koopt, moet ook nog naar het werk, het huis opkuisen, de planten van water voorzien, de hond eten geven of de tafel afruimen. Het huishouden, en dus ook het leven, gaat gewoon door.

Het is daarom de kunst tevreden te zijn met wat het is. Leven. En dat is misschien nog wel het moeilijkste van allemaal. Maar er is geen sprake van geluk, als er geen genoegen is met minder.

Een gedachte over “De bende van vier

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s