verkiezingen-2020-stembureau-ricanaumofo.jpg

Verkiezingszondag in Suriname

Kikkers, krekels en vogels. Dat zijn de geluiden waarmee ik wakker word om half zeven op een zondag. En niet zomaar een zondag, maar verkiezingszondag in Suriname. Het is vreemd om er niet mee bezig te zijn, met de verslaggeving over de toekomst van dit land. Maar Baby kan nu elk moment gaan ‘poppen’, zoals ik dat noem. En dus moet ik prioriteiten stellen. Vandaag volg ik de verkiezingen vanuit de zetel.

Dat staat in groot contrast met vijf jaar geleden, toen ik voor mijn verslaggeving over de verkiezingen naar het oosten van het land reisde. Ik voorspelde dat de politieke partij ABOP – afkomstig uit dat gebied – de sleutelrol zou gaan spelen in de vorming van de nieuwe regering. Ik onderschatte mijn gelijk.

De afgelopen vijf jaar heeft ABOP aan de touwtjes getrokken in de regering, ook al had ze niet de meerderheid. Royalties op goudproductie werden niet verhoogd zoals het moest, journalisten werden geïntimideerd, ministers die niet wilden luisteren naar de partijvoorzitter – tevens vicepresident – bedankt, belangrijke beslissingen ondermijnd en het wantrouwen tussen de vicepresident en de president was zo voel- en zichtbaar dat niemand de regeringstop nog serieus durfde te nemen. De enige reden waarom er de afgelopen jaren nog iets is gebeurd in dit land, is omdat de regering in zee ging met het Internationaal Monetair Fonds, die strenge eisen stelde aan haar enorme lening. Nu is het IMF er niet meer.

Intern ging er van alles mis. Een van de vier regeringspartijen hield het na twee jaar voor bekeken en toen de verkiezingen er in 2025 aan kwamen vielen ook de maskers af van de vierde, tevens kleinste, regeringspartij. Het was een farce. Een farce die tien dagen na de verkiezingen in 2020 al was beklonken in een nieuw regeringsakkoord. Iedereen was zo geil om in het machtscentrum te gaan zitten dat principes en waarden overboord werden gegooid in het kader van ‘een samenwerking’. Met smalende gezichten ondertekenden vier voorzitters een akkoord tussen partijen die elkaar niet kunnen uitstaan – laat staan dat ze dezelfde idealen delen.

Daarom hou ik mijn hart vast voor de komende tien dagen. Met de miljarden aan oliedollars die vanaf 2028 het land zullen binnenstromen is de drang om aan de macht te komen nog groter. Iedereen wil bepalen wat er met het geld zal gebeuren en iedereen is ervan overtuigd dat zijn/haar partij dat het beste zal doen. Maar omdat geen enkele partij de absolute meerderheid zal behalen – daarvoor is het land veel te verdeeld – zullen ze opnieuw moeten ‘samenwerken’. En hoe sneller die samenwerking beklonken wordt, hoe groter mijn zorgen.

Veel kan ik er niet aan doen. Als Belg met een permanente verblijfsvergunning mag ik niet stemmen in Suriname. Mijn toekomst, en die van Baby, is afhankelijk van wat Surinamers beslissen. En ik heb met ze te doen, want de keus is zeker niet gemakkelijk. Maar ze moet gemaakt worden, en wel vandaag.

Op de foto: Buiten bij het stembureau in Ricanaumofo, oost-Suriname, tijdens de verkiezingen op 25 mei 2020.

Plaats een reactie