Ik begrijp het

“Je gaat veel meer van de wereld begrijpen”, zei mijn moeder toen ik zwanger was. Destijds leek me dat nog een leuk idee. Het is niet voor niets mijn passie (en beroep) om de grote vragen (des levens) te onderzoeken. Nu Baby zijn eerste prikjes heeft gehad, begin ik te begrijpen wat ze bedoelde met haar uitspraak.

Mannen, dat zijn mooie wezens met goede ideeën en leuke grappen. De wereld heeft ze nodig. Ze bouwen, maken, ontwerpen en vormen de toekomst – zij het nu op kleine schaal binnen het gezin of op het wereldtoneel. Hun bijdrage is van onschatbare waarde, en dat meen ik echt.

Maar, vrouwen. Daar kan de wereld niet zonder. Zij creëren de toekomst. En daarin zit wel degelijk een verschil.

Er is niets, maar dan ook niets, dat een moeder niet zal doen om haar kind te beschermen – ook tegen zichzelf. We kunnen ons hart tot steen maken als het moet, opnieuw en opnieuw.

Dat ondervond ik vandaag met een ogenschijnlijk onschuldig ritueel dat ik maar even ‘het eerste prikje’ zal noemen. Ik moest Baby wassen met koud, stromend water om zijn koorts te doen zakken na het krijgen van zijn prikjes gisteren. Dat zegt de dokter, dat zegt mijn moeder, mijn schoonmoeder, mijn schoonzus en het internet. Ook al krijst, schreeuwt en huilt Baby de longen uit zijn lijf, je mag niet stoppen. Het geschreeuw gaat door merg en been. Maar je mag niet stoppen. Je hart breekt in duizend stukjes wanneer zijn grote, bruine ogen overstromen met tranen. Maar je mag niet stoppen. Je oren doen pijn, maar je mag niet stoppen. Zijn temperatuur moet zakken. “Je moet over je hart strijken”, noemt mijn schoonmoeder het. “Een andere optie is er niet”, zegt schoonzus. En dus zet je door.

Manlief vindt dat het genoeg is geweest. Wil de handdoek in de ring gooien. Toegeven aan het gekrijs. Verstopt zich in een andere kamer met de deur dicht. Kan het geschreeuw niet aan. Ik word beschuldigd, verweten. “Met de kudde meelopen”, noemt hij mijn standvastigheid. Ik huil met Baby mee, maar ik blijf hem baden.

‘Mannen hebben het gemakkelijk’, wordt weleens gezegd. Dat denk ik – oprecht – niet. Ze moeten lijdzaam toekijken vanop de zijlijn, hoe mama over en met het leven beslist, voelt, handelt, voorziet en troost op een manier dat papa dat niet kan. Het zijn de fysieke verschillen die ons binden, maar het zijn ook de fysieke verschillen die ons van elkaar vervreemden. Met de komst van Baby worden die verschillen belangrijk.

Mannen regeren over landen, beslissen over morgen, sturen aan, leiden rond, leggen uit, verwachten lof, erkenning, bewondering en eisen compensatie wanneer dat niet gebeurt. De buitenwereld omschrijft ze als ‘de man des huizes’ en ‘het hoofd van het gezin’. Er wordt naar de man gekeken om te voorzien.

Dat bleek gisteren nog maar eens bij de zuster, die deed alsof ik niet naast haar zat toen ze vroeg of we op de poli naar de arts wilden voor controle, of bij onze huisarts. Drie keer zei ik ‘Op de poli’. Drie keer bleef ze naar mijn vriend kijken alsof ik niet bestond. Pas wanneer de man ‘ja’ zegt zal het gebeuren.

Van mannen wordt verwacht de leiding te nemen, te beslissen, te regelen – te fixen. Ik doe precies hetzelfde in situaties waarin ik onzeker en onkundig ben, en ben dankbaar – trots – als de man vervolgens aan mijn behoefte voldoet. Sterker nog: ik ben geïrriteerd en teleurgesteld als hij op zo’n moment tekortschiet, niet kan voorzien.

Maar mannen – van wereldleiders tot bouwvakkers – hebben het leven niet gedragen, en dus ook niet begrepen. Ondanks alle functies, het bravoure en uiterlijk vertoon, zijn het vrouwen die de wereld draaiend houden. Als moeder begrijp je dat. Geen brug is te ver, geen berg te hoog, geen man te sterk voor het welzijn van je kind.

Het is uit liefde voor de man dat we daar nederig over zijn. Nu begrijp ik dat.

Op de foto: Mama, papa en Baby, toen 1 week oud

Plaats een reactie