Surinaams parlement veroordeelt aanpak Zika-virus

parlement

Maandag 25 januari was ik voor het eerst in het parlement van Suriname. Opdracht was een online verslag maken van De Nationale Assemblee voor de Ware Tijd, de krant waar ik vrijwillig voor schrijf. Spannend!

Ik kreeg niet de eer om handjes te schudden met President Desi Bouterse, aangezien die niet kwam opdagen. Vice-President Ashwin Adhin was wel van de partij, maar ik ben geen handjes gaan schudden aangezien ik geen idee had wat ik tegen die man moest zeggen. Als jullie nu een beetje verbaasd opkijken en in jullie zelf denken, ‘het zal wel, zo dicht kom je daar toch niet bij?’, dan heb je het mis. Politiekers in Suriname zijn heel toegankelijk, na de vergadering stond iedereen gewoon buiten. Pers, bezoekers en politiekers allemaal door elkaar, het was soms zelf moeilijk zeggen wie wie was. Ja, er liep beveiliging rond, maar die gingen niet als bodyguards om de politiekers staan zoals we dat gewend zijn in Brussel. In tegendeel, die zaten wat verderop op een stoel in het zonnetje, lekker genietend van een sigaret terwijl hun baas even een woordje ging doen met de pers. Fantastisch toch? Zelf heb ik niemand persoonlijk aangesproken, maar heb braaf mijn collega van de Ware Tijd gevolgd en overal vriendelijk gelachen. Wat zou ik moeten gaan vragen?

Het leuke aan journalistiek werk in het buitenland is dat je op plaatsen komt waar je anders nooit zou geraken. Het minder leuke, in het begin dan toch, is dat je in een nieuw systeem wordt gegooid en dat je maar verwacht wordt het allemaal te weten. Te weten wie de belangrijke politiekers zijn, waar de strubbelingen liggen en welke partijen er zoal zijn. Vooral op politiek vlak is het even slikken als je, voor je het goed en wel beseft, met je perskaart het parlement binnenloopt. Onvoorbereid en zonder enig idee wat er te gebeuren staat moet je dan maar even een artikel schrijven. Gelukkig had ik veel aan mijn collega van de krant, met wie ik mee op trip was. Hij hielp me bij het plaatsen van politiekers en het benoemen van de verschillende personen.

Nu, waar alle heisa om ging, kwam ik al snel achter. Het Zika-virus is aangekomen in Suriname. Ik weet niet of het ook in de Belgische kranten te lezen valt, maar hier is het dus elke dag voorpaginanieuws. Zika is een virus dat gedragen en overgedragen wordt door de denguemuskiet. Het virus is schadelijk voor zwangere vrouwen en hun ongeboren kinderen. Indien een zwangere vrouw besmet is met het virus, wordt haar kind geboren met een onvolgroeide schedel, waardoor er dus niet genoeg plaats is voor de hersenen om zich te ontwikkelen. Ik moet er niet bijvertellen hoeveel pijn dit doet voor de pasgeboren baby’s en welke gevolgen dit heeft voor de groei van het kind. Het virus is overgekomen uit Brazilië en al sinds november weet de regering van Suriname dat het virus ook in Suriname actief is. Voor de rest is er niet veel meer bekend over het virus, dus ook de dokters weten niet hoe ze het virus kunnen aanvechten. Al wat Surinaamse vrouwen nu kunnen doen om het virus te voorkomen is niet zwanger worden. De regering vraagt dit ook aan zijn bevolking, om de voortplanting even te pauzeren zal ik maar zeggen, totdat er meer informatie over het Zika-virus bekend is. Wie vandaag al zwanger is, kan alleen maar haar best doen om niet gestoken worden door muggen. Wat in dit land praktisch een onmogelijke opgave is. Alle hens aan dek dus hier in Suriname, want er moeten snel maatregelen getroffen worden. Maar hoe? Dat was de vraag in het parlement op De Nationale Assemblee van maandag 25 januari.

Lees hier mijn artikel, dat naast de site van de Ware Tijd ook op de site van MO* staat.

Je hoort het, ik leer heel snel heel veel bij over Suriname, en dan spreek ik niet alleen op politiek vlak. Blijf vooral mijn blog volgen als je ook zoveel wil leren over het land!

Hoe witter een vrouw, hoe beter

Stagiaires vormen een aparte bevolkingsgroep in Suriname. Ze, voornamelijk meisjes, zijn onmiskenbaar aanwezig in het straatbeeld van Paramaribo. Met hun blonde haren en enorme muggenbulten op de benen zie je hen al van ver aankomen.

IMG_5639

Ze lopen vaak in groepjes over het straat, wat niet zo gek is gezien de veiligheid ’s avonds op het straat. De stagiaires zijn een groep die erg in trek is bij de Surinaamse mannen. Hoe witter, hoe beter lijkt hier de onbeschreven regel te zijn. Niet alleen zien de stagiaires er interessant en exotisch uit voor de Surinamer, ze worden geassocieerd met een goed gevulde portemonnee en een rood paspoort. Dat maakt van hen de ideale vriendin.

Het zijn niet de toeristen, maar de stagiaires die het hele jaar door de touroperators van centjes voorzien. Want wie wil er naast het werken ook niet het binnenland verkennen? De winkels en restaurants hebben er een nieuwe doelgroep bij en ook de taxibedrijfjes zijn blij met het grote aantal, in het begin nog kwetsbare, stagiaires.

Wie zijn studies wil afronden in het buitenland heeft het in Suriname goed gevonden. Niet alleen is Suriname toegankelijk dankzij dezelfde taal en lieve mensen, er moet ook gezegd worden dat de Surinamer eerlijk is. Er wordt geen misbruik gemaakt van onzekere meisjes. Wie per ongeluk te veel betaalt, wordt hier meteen op gewezen.

En wie geniet nu niet van wat mannelijke aandacht? Zolang je zorgt dat je ’s avonds niet alleen over straat gaat, is het gesis en geroep toch ook een beetje vleiend. Er is alle tijd van de wereld om uit te gaan en het kost je geen enkele moeite om een gespierde man te regelen. En tijdens het uitrusten van een hevige nacht is er natuurlijk alle mogelijkheid om onderling belevenissen te bespreken. Integreren? Dat doen ze wel tijdens de stage. Wat een lieve meisjes toch.

Help, mama

Mama. Ik heb slecht geslapen. En de buurman begon zijn hout te zagen. In de voortuin. Op een zondagochtend. Om 08:24. Dat is toch geen moment om je hout te zagen?

Nee, mama. Ik heb niet teveel gedronken gisteren. Had ik misschien beter wel gedaan, dan had ik waarschijnlijk beter geslapen. Ja, mama. Ik heb de schaapjes geteld. Het werkte niet.

Waar ben je? Niet thuis. Er komt een moment waarop je niet meer thuis hoeft te zijn omdat je dochter slecht geslapen heeft. Dat is oké. Er komt een moment waarop je elkaar moet lossen. Dat is ook oké. Zo hoort het te gaan. Maar mama, wat moet ik zonder jou, daar helemaal alleen aan de andere kant van de wereld. Zonder jou?

Wat moet ik zonder iedereen? Kan ik wel alleen zijn? Ik ben eigenlijk niet zo goed in alleen zijn. Zàl ik alleen zijn? Stress. Spanning. Logisch, ik kan niet slapen. Nog twee weken, en ik ben op wereldreis. Stress. Spanning. Logisch, ik kan niet wachten. Nog twee weken, en ik ben op wereldreis.

Mama, help.