Om je een realistisch beeld te geven van een werelreis, lijkt het me alleen maar eerlijk dat ik ook schrijf over de momenten waarop de zon niet schijnt. Want nee, het is niet allemaal rozegeur en maneschijn. En ja, het regent hier ook wel eens. Meer dan naar mijn zin, de laatste dagen. Nog maar net een artikel gepubliceerd in de krant over de schrijnende droogte in Suriname, en het volgende moment valt de regen met bakken uit de lucht. En het stopt maar niet. En stopt maar niet. Probleem aan Suriname: het land functioneert alleen maar, en dan nog steeds maar half, als de zon schijnt. Dan kan je naar buiten, dingen doen. Als het regent, is er niet veel te beleven. Want alles is gefocust op de zon. Er zijn wel enkele bars of pubs waar je in kunt schuilen, maar deze liggen ver uit elkaar en er is niet elke avond wat te beleven. Je kunt wel gezellig uit eten, maar waag het niet om de fiets te pakken, want je zit er zo verzopen bij dat het gewoon niet meer lekker is.
Nee, ik vind het niet egoistisch om me slecht te voelen hier aan de andere kant van de wereld. Ik ben ook een mens, heb ook slechte dagen en het is niet omdat ik buiten enkele palmbomen zie waaien in de regen en wind, dat ik verplicht ben me goed te voelen omdat ik wel palmbomen kan zien uit mijn raam en jij niet. Als jij je elke dag van het jaar goed in je vel voelt, moet je mij eens bellen en zeggen wat je geheim is. Ik zou het ook graag willen, maar soms heb je van die dagen dat gewoon niets wil lukken. Alles wat je onderneemt krijg je vroeg of laat terug in je gezicht gegooid en mensen willen niet meewerken aan je artikel, vergeten hun afspraak of zijn zo niet-georganiseerd dat het gewoon irritant wordt. Dan bel je voor de twintigste keer naar de politie in verband met het opvragen van cijfers, en krijg je na een week nog steeds te horen ‘dat het niet voor vandaag zal zijn, dat ze er nog steeds aan werken’. Vertaald: we hebben nog geen zin gehad de cijfers te gaan zoeken. In het Westen is er algemeen geweten dat indien een journalist je belt, het met spoed is. Dat de informatie zo snel mogelijk opgezocht moet worden, want de redactie wil het de volgende dag in de krant, en de mensen verwachten het de volgende dag in de krant te lezen. De politie zelf verwacht het de volgende dag. Hier maakt het allemaal niet zoveel uit, krijg je de indruk. Maar dan is er wel nog steeds die druk, want op de redactie, of de chef of de eindredacteur, die verwacht het wel. Ja, wat moet je dan?
Ja, ik heb heimwee. Naar een functionerend land, waar mensen hun afspraken en uren nakomen. Waar je weet op welke manier je het moet verwoorden zodat het niet onbeschoft, maar ook niet te langdradig wordt. Want hier moeten ze er niets van hebben als je je hele parcours verteld, over hoe de ene het vergeten is, de andere niet wil antwoorden, hij me niet kan doorverwijzen en zij niet oppakte. Nee, daar hebben ze geen tijd voor om te luisteren naar jouw verhalen. Maar als je dan gewoon zegt dat het niet gelukt is, is het ook niet goed. Hoezo, is het niet gelukt? Miscommunicatie in een land waar ze Nederlands spreken, ik moet eerlijk toegeven dat ik mijn hart vast hou in komende landen, waar het in een andere taal te doen is.
Maar dan neem je een diepe zucht, zeker niet de eerste en ongetwijfeld niet de laatste van de dag, en pak je die telefoon toch weer op. Want van opgeven, daar wil ik al helemaal niet over beginnen. Cultuurverschillen zijn er, was ik op voorbereid in de mate van het mogelijke. Maar welke voorbereidingen je ook treft, je staat met je mond vol tanden bij het aankomen in Suriname. Mensen zijn hier gewoon anders, werken hier anders en het is puffen en zuchten om mee te gaan in de structuur. Ik zeg niet dat het een beter is dan het ander, maar het maakt werken op een redactie er niet gemakkelijker op. Het is een uitdaging, en daarvoor ben ik hier.