Kwantu, letterlijk vanuit het Korsa vertaald als ‘plaats waar iedereen samenkomt’, is niet wat ik had verwacht van Zuid-Afrika. Het was een grote teleurstelling bij mijn aankomst enkele weken terug. Hier komt het op neer: een vijfsterren lodge in het midden van een 6000 hectare groot nationaal park. Een privaat nationaal park. Waar mensen duizenden rand neerleggen voor een nacht, en nog eens enkele voor een gamedrive. En maar lachen en foto’s maken van Zulu en Simba, de twee mannelijke leeuwen in het park. En de ‘oh’s en de ‘ah’s slaan je om de oren bij het zien van olifant nummer 10. Een batterij van de camera gaat sneller leeg dan 100 rand in de plaatselijke winkel. Ze noemen het vrijwilligerswerk, maar we zitten meer op onze poep terwijl we naart hartelust bediend worden door de plaatselijke werkers. De zwarte werknemers. Al wat ik zag bij aankomst was zwart-wit, de plaats van samekomst was voor mij eerder een harde klap in het gezicht van hoe hard twee verschillende huidskleuren niet samen kunnen komen, terwijl ze fysiek wel in elkaars omgeving leven. De blanke vrijwilligers krijgen de luxueuze kamers met de grote lounge en ontzettend veel versiering om het gevoel van Afrika op te wekken. De zwarte werknemers krijgen de ‘koten’ in het achterhoekje, waar niemand ze kan zien. Er wordt voor ons gekookt, gewassen en geplassen. Vorige week morste ik wat koffie op de tafel, ik ging naar de keuken en vroeg om en natte doek. Ze lieten me niet toe om het zelf op te kuisen. 2 minuten stond ik te discussiëren voor ik het uiteindelijk opgaf en de man mijn tafel liet afkuisen. Ik voelde me heel ongemakkelijk. Links en rechts zag je de zwarten -(ik hoop oprecht dat niemand een probleem heeft met deze woordkeuze, ik gebruik ‘zwarte’ omdat dat hier in Zuid-Afrika gebruikt wordt om een donkere man of vrouw te beschrijven)- de grond voor je voeten schoonmaken. Het zwembad wordt voor je ogen iedere dag schoongemaakt, terwijl er zelden iemand zwemt want daarvoor is de lentezon nog een beetje te zwak. Het gaat allemaal om het zicht. Ze zetten hier een mooi, hypermodern gebouw neer waar je als gast lekker kunt eten en naar de diertjes kijken. En de zwarten die werken maar om je heen. Het leek de andere vrijwilligers niet op te vallen. Het deed hen niet zoveel. Maar bij mij kwam het aan als een steek in mijn hart. Ik liep gefrustreerd, geirriteerd en ongelukkig. Na maanden van interactie en ontdekking in de verschillende culturen van over de hele wereld, zit ik hier vast in dit klein, maar tegelijk gigantisch, privaat nationaal park. Er is geen uitweg, tenzij je de ballen hebt het op te nemen tegen de wilde neushoorns, leeuwen, olifanten aan de andere kant van het hekken. Om eerlijk te zijn, zelf van een impala zou ik liever uit de buurt blijven.
Drie weken geleden was ik klaar om het op te geven. Zo graag wou ik weg, de onbekende wegen van Zuid-Afrika ontdekken. Het echte leven, de echte cultuur gaan opsnuiven. Het was me gelukt in alle andere landen tot zover, dus waarom zou het hier niet lukken? Ik voelde me gevangen en telde de dagen af naar mijn thuiskomst. Ik voelde me slecht en niet op mijn plaats tussen de andere vrijwilligers en de levensstijl van Kwantu. Maar een tekort aan geld en angst voor onveiligheid hield me binnen de hekkens van Kwantu Private Game Reserve. En exact het feit dat er geen uitweg is, heeft me gedwongen tot acceptatie. Het duurde even voor mijn hoofd niet meer zonder waarschuwing of enige controle op zoek ging naar vluchtwegen.
Pas als ik de situatie accepteer, heb ik kans om weer oprecht gelukkige herinneringen te maken. Zonder acceptatie zit ik vast. Alles sloeg zo een beetje over toen ik drie weken geleden op hike ging. Elke woensdag maken we een 10 km lange wandeling in het afgesloten deel van Kwantu, waar de gevaarlijke dieren niet zitten. Dit wordt gezien als een van de activiteiten die we doen. Het is mooi om te zien: de plekken waar ik me in eerste instantie verveel, worden na een fase van verveling terug interessant. Het is alsof ik door een soort van vervelingsfase moet gaan om echt te kunnen gaan apprecieren wat de plaats allemaal inhoudt. Waar ik vroeger met een lang gezicht in de auto zat, door het park rijdende op zoek naar dieren die we al gezien hadden en die ik misschien eerlijk gezegd ook al een beetje beu gezien had, zit ik nu met de grootste glimlach. Ik geniet van het uitzicht wat ik in eerste instantie maar teleurstellend vond, kale heuvels met af en toe een ‘bush’. Ik deel dezelfde humor met de andere vrijwilligers waarvan ik ze eerst maar een beetje oppervlakkig vond. En ik heb ontzettend interessante gesprekken met de mensen die mijn tafel schoonmaken, mijn ondergoed wassen, mijn gras verzorgen, mijn lunch voorzien en naast me op de stoel door het park rijden.
Nog steeds maakt de zwarte dame elke dag opnieuw mijn bed op. Nog steeds worden we elke donderdagavond verwend met uitzonderlijk lekker eten op locatie, terwijl ik nog steeds denk dat we dit niet verdienen. Nog steeds doen we aan fence patrol, waarbij we met twintig achter elkaar lopen op zoek naar een gat in het hekken, om dan een uur later langs hetzelfde hekken terug te lopen nog stees gaan we elke namiddag op ‘gamedrive’, waarbij ze ons vertellen dat we dieren gaan tellen om op de hoogte te blijven van de populatie. Wat voor mij gewoon een esxcuus is om het park in te gaan, want op 1 namiddag zijn alle dieren zowat geteld met zoveel vrijwilligers. Nog steeds voelt het werk iet wat nutteloos aan. Zeker wanneer je stenen staat te verzamelen in een storthoop die nog steeds niet opgekuist is, maar dat ze wel van plan zijn snel te doen.
Maar ik zie ook hoe ijverig de werknemers zijn om de poort voor ons te openen, al is het dan maar uit verveling. Hoe ze samen 1 grote familie vormen waarin banden intens en snel gemaakt worden. Hoe ze lopen om een papiertje dat we nog moeten tekenen, terwijl we nog de hele dag hebben, en ik zie de grote glimlach als ze naast me de zoveelste fence patrol van hun leven lopen. Overal waar ik kijk zie ik opgewekte blije gezichten. Elk uur van de dag is er die energie die de lucht vult. Energie van leven en blijschap. Deze mensen zijn blij om hier te zijn, hebben hun vrienden en de natuur om zich heen. Ze hebben werk en verdienen goed, ze kunnen op deze manier hun familie onderhouden. Ze krijgen drie keer per dag te eten en blijven op het rechte pad. Het feit dat hun slaapkamer niet zo luxueus als de mijne is maakt hun niet uit. Want het leven draait om buiten zijn, plezier en warmte. Ze zijn gelukkig hier te zijn. Dus, zou jij mijn koffie met een glimlach opkuisen?
Ik wel.