Ik ben een schrijfster. Zonder bestsellers weliswaar, maar even goed een schrijfster. Een schrijfster die schrijffouten maakt en waarvan haar naam op geen enkel boek in de winkel of cloud te vinden valt. Maar dat maakt me geen mindere schrijfster. Schrijven gaat niet om je naam op de kaft terugvinden, of het aantal likes op je quote van de dag.
Wat ik schrijf hier op mijn blogs en in mijn dagboek (ja ik ben 22 jaar en heb nog steeds een dagboek) is zijn geen onderbouwde analyses of betrouwbare artikelen die je in de krant terugvindt. Mijn woorden zijn niet sociaal bewezen of wetenschappelijk bevestigd. Ik moet niet diep graven achter mijn zinnen of lang wachten op de punt, al moet u dat soms wel. Mijn woorden zijn mijn waarheid, dat wil niet zeggen dezelfde als die van u, helemaal niet. U mag mijn waarheid flauwekul vinden, of er toch ergens wel wat in zien. Het is uw recht te stoppen met lezen wanneer je dat ook wil.
Mijn blogs zijn geen leuke lijstjes die je naar hartelust deelt op Twitter, of diepgravende geheimen die voor het maar al gekende wow-effect zorgen op je Facebooktijdlijn. En als je het mij vraagt; is dat maar goed ook. Ok, toegegeven, iedereen ziet liever 100 likes op zijn post dan 10, maar schrijven gaat niet en zal voor mij nooit gaan om cijfers, maar om woorden en komma’s, met hier en daar een punt.
Alleen een schrijfster kent dat brandende gevoel in de vingertoppen, de nood om je pen in je hand te voelen of je vingers over het toetsenbord van de computer te laten vliegen. Schrijven gaat om de relatie tussen je pen en papier, zonder dat daar al te veel gedachten bij te pas komen, want die zijn er altijd al geweest. Het moet eruit; wat ‘het’ is, dat zien we dan wel weer als je die pen in je handen hebt. Ik kom tot rust als ik schrijf, in mijn hoofd en in mijn hart. Het gaat niet om overzicht, structuur of therapie. Het gaat om een gevoel van vrijheid. Want woorden zijn altijd terecht, het is hoe de zin gevormd wordt, dat een mening betwistbaar wordt. Maar een woord op zichzelf is nooit de vijand.
Dus daar loop ik dan, aan de rand van de autoweg de plassen te vermijden terwijl de auto’s dicht langs me scheren. Geen voetpaden in Suriname, jammer genoeg. Met mijn paraplu in mijn handen en mijn handtas over mijn schouder. Klaar van een dagje werk achter de computer. Ik kan niet snel genoeg thuis zijn, ik voel de zwaarte in mijn vingertoppen en de kriebels in mijn hand. Ik moet iets kwijt, al kan ik er nog niet meteen de vinger opleggen wat. En dan vliegen mijn vingers over de letters, en vormt de ene letter na de andere de woorden, die zich vormen tot zinnen waarna deze tekst op korte tijd is verschenen.
Zomaar uit het niets, zou je kunnen denken. Maar zo werkt het nu eenmaal in een hoofd van een schrijfster. Woorden vormen zich voor mij op het scherm nog voor ik er zelf aan gedacht heb ze te vormen. Dan zit ik rustig in de auto naar de palmbomen buiten te kijken, en worden de woorden in mijn hoofd gevormd. Dan begint het weer te kriebelen; eerst in mijn vingertoppen en daarna in mijn buik. En als ik het schrijven te lang uitstel, weet ik niet meer wat ik toch zo graag wou schrijven, maar ik panikeer nooit. Want er zijn oneindig veel combinaties van woorden te maken voor het vormen van nieuwe zinnen. Het is een onuitputbare bron van creativiteit: het geschreven woord heeft me in zijn ban.
Wat ik zie is dat weinig mensen mijn page bezoeken (ja werkelijk, ik kijk naar mijn statistieken van mijn site). Wat ik schrijf in mijn dagboek, schrijf ik niet hier. En wat ik hier schrijf, staat ook niet in mijn dagboek vermeld. Wat ik hier schrijf wil ik delen. Wat ik niet wil delen schrijf ik op. Schrijven gaat niet om cijfers of likes, maar delen gaat daar wel over. Ik heb er een tijdje over nagedacht om ook leuke lijstjes met lange lokkende titels te schrijven, ik heb er zelfs over nagedacht in het Engels te gaan schrijven om ‘mijn publiek’ groter te maken. Om eerlijk te zijn ben ik begonnen met een Facebookpage, ik noemde het Longwords, omdat ik grote woorden en lange zinnen wel aantrekkelijk vind. Ik dacht een platform te maken waarbij mensen die wél nog de tijd willen maken om te lezen kunnen samenkomen, schrijven, delen en discussiëren over lange woorden.
Nog voor de pagina goed en wel vorm kreeg, heb ik hem verwijderd. Het begon al bij de beschrijving van mijn pagina: ik kreeg maar 155 woorden om te beschrijven wat ik met de pagina wou bereiken. Wel, net het tegenovergestelde dus. Geen limiet op het aantal woorden. Een tekst laten draaien om letters, en niet om cijfers. Maar Facebook is hiervoor niet de juiste plek, want daar gaat het allemaal om weinig woorden, veel beeld. Iets waar ik niet tegen ben, maar ook iets waar ik me niet thuis in voel.
Ik schrijf niet omdat jullie dan leuke lijstjes kunnen liken en delen. Ik wil geen beknopte punten samenvatten over het leven, want het leven is veel complexer dan dat. Ik schrijf in de eerste plaats voor mezelf, en dat is misschien precies de reden waarom het niet veel wordt gelezen. Maar de mensen die mijn blogs lezen, zijn de mensen die net als ik al eens een lange interwettekst kunnen appreciëren, en als jullie lezen tot het einde, ben ik misschien nog niet zo slecht als dat ik soms durf denken. Dus ik blijf schrijven, niet omdat ik gelezen en gedeeld word, niet omdat jullie tijd hebben voor lange lappen online tekst. Maar omdat ik geloof in het geschreven woord, en omdat ik nu eenmaal niet zonder kan. Omdat ik geloof in vrijheid.