Haar vergeet je niet

We kunnen niet allemaal over de oorlog schrijven, maar we kunnen wel schrijven over de dingen die er toe doen. Dat is mijn opvatting na het lezen van ‘Onze vrouw in Aleppo’ van de Italiaanse oorlogscorrespondente Francesca Borri.

De iet-wat onnozele titel van haar boek moet je echter niet doen fronsen. Het wordt al snel duidelijk dat deze vrouw een langzame dood sterft in de ruïnes die ooit Aleppo waren. Dit in tegenstelling tot de geschatte 220.000 doden in Syrië, vrouwen, mannen, jongens, meisjes, baby’s, vaders, moeders en kinderen die met één kogel, één mortiergranaat, één raket, één bomexplosie, één messteek het leven laten. Na het lezen van Borri’s woorden, zou je het bijna als genade gaan beschouwen; het einde van de wanhoop voor ieder van hen.

“Het bevestigde aantal doden is 150.000, het geschatte aantal 220.000 Syriërs. De Verenigde Naties is gestopt het aantal doden bij te houden. Het is te lastig om te berekenen, de bronnen zijn onbetrouwbaar, verklaren ze. In plaats van de oorlog te stoppen, zijn ze gestopt met het tellen van de doden.
De jongeman moppert, hij staat erop me de namen van de doden te vertellen, een voor een. Hij weet niet dat de doden in Syrië voor ons zelf geen nummer meer zijn.”

Ze beschrijft de hypocrisie onder de journalisten en mediabazen als geen ander. Hoe ze amper betaald krijgt voor haar werk ter plekke, hoe een collega-journalist haar in de richting van een sluipschutter stuurde omdat hij eerder wou aankomen bij de protesten aan de andere kant van de stad. Ze schrijft over de moordende concurrentie onder de aanwezige journalisten, die voor 70 Amerikaanse Dollar per artikel elkaar de loef afsteken. Ze schrijf hoe in het begin iedereen haar belde, en nu haar telefoon stil staat. Ze benadrukt hoeveel journalisten er in september 2012 in Aleppo waren, en hoe er nu niemand meer overblijft. Hoe eindredacteuren aanbevelen om vanuit Italië of Caïro over Syrië te schrijven, want alles staat toch online. Alles staat op YouTube. En hoe uiteindelijk, na anderhalf jaar, niemand haar artikels meer koopt. Want het interesseert niemand meer.

Het interesseert niemand dat de helft van de Syrische bevolking is uitgemoord.
Ook mij niet.

Maanden aan een stuk schreef deze vrouw over gruwel, wanhoop, wreedheid, gewelddadigheid en pijn. Alle mogelijke woorden heeft ze gebruikt, alle bijvoeglijke naamwoorden uitgeput. Haar laatste pagina’s van haar boek schrijft ze in Amsterdam. “Het gewone leven boezemt me nu meer angst in dan heel Syrië” zegt ze daarover. Het is onze onverschilligheid die beangstigend is.

Ik heb er een maand over gedaan het boek van Borri uit te lezen. Het is namelijk geen boek dat je er zomaar even bij pakt om tien minuten te doden. Gisterenavond las ik de laatste vijftig pagina’s en bleef ik nadien verslagen in mijn zetel zitten. Ik wist niet wat ik moest gaan doen. De nare nasmaak van 220.000 doden bleef in mijn mond hangen. Ik probeerde me een voorstelling te maken van 220.000 mensen. De helft van de Syrische bevolking. De helft van Suriname. Maar dan nog, het cijfer blijft te abstract.

2. 2. 0. 0. 0. 0. 

De schaamte van mijn onverschilligheid is niet iets dat ik gisteren niet zomaar van me kon afschudden. Gewoon verdergaan met het leven leek me niet eerlijk. Dus zat ik daar in mijn zetel. Tot ik ben gaan afwassen.

Het is de hypocrisie. Gebeurtenissen zo onbeschrijfbaar dat alle bijvoeglijke naamwoorden nog steeds geen oorlog omschrijven.

Gebeurtenissen die we met ons verstand niet kunnen vatten.
Omdat we het niet willen zien.

Ik benijd Borri niet. Ik ben ook niet jaloers. Als ik dan al iets voel voor deze vrouw is het medeleven en respect. En misschien, ergens, een beetje begrip. Begrip omdat ze zichzelf heeft verloren in informatie die moest veranderen. Begrip omdat ze heeft gezien. Ik heb ook gezien, al was het dan geen oorlog.
Ik stel niet te begrijpen wat een oorlog is, want die heb ik niet meegemaakt. Het is de onmacht die Borri uitschreeuwt, pagina na pagina: “Waar blijven wij? Waar blijft de hulp? Waar blijft het Westen?” Ze probeert onze onverschilligheid te begrijpen, maar faalt daarin. Want ze heeft gezien, en kan ze haar blik niet meer afwenden. Wij hebben niet gezien. Wij Surinamers, wij Amerikanen, Peruanen, Afrikanen, Europeanen.
Wij willen niet zien. Onze eigen problemen, dicht bij huis, vertroebelen ons zicht van de Syriërs.

Onverschilligheid, of onmacht? 

 

Borri schrijft dat ze zich gefaald voelt. Twee jaar belichaamde ze de oorlog. Ze verloor haar normen en waarden en spreekt op een gegeven moment zelf over obsessie. Maar ze stelt zich ook de vraag:
“Wie is er nu eigenlijk gezonder van geest? Iemand die verdergaat met zijn leven of iemand die het niet kan loslaten? Iemand die zijn blik afwendt of iemand die blijft kijken? Iemand die niet van zijn stuk raakt door 110.000 doden, na twee jaar oorlog? Wie van de twee is er nu eigenlijk gezonder van geest? Iemand die gevoeliger is? Iemand die blijft kijken of iemand die zijn blik afwendt?”

Ik ga niet mijn tas oppakken en het eerstvolgende vliegtuig naar Syrië pakken. Dat wil ik niet en durf ik niet. Maar de woorden van Borri zet me nog meer achter mijn schrijftafel. Ik kan en wil mijn pen oppakken. Niet om te schrijven over een Syrië dat ik nog nooit heb gezien, want tegenwoordig werken oorlogscorrespondenten ook vanuit Brussel, maar om te schrijven over wat ik zie. Hier in Suriname. Waar geen oorlog woedt. Maar de de volgende woorden voor altijd toepasbaar blijven:

Borri: “Ik geloof namelijk dat het feit dat we niet tot samenwerking in staat waren een van de grootste fouten van ons journalisten in Syrië is geweest. Voor mij is journalistiek, en dan gebruik ik David Randalls woorden: de poging om te achterhalen wat er zich in de wereld afspeelt door het te vragen aan mensen die soms niet willen praten, soms zelf ronduit vijandig zijn. Het is geen persoonlijk avontuur, maar een gezamenlijke onderneming waaraan iedereen bijdraagt met een stukje begrip.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s