Het Surinaams Nederlands is geen Vlaams, dat is een feit. Als ik Skype met vrienden of familie, krijg ik vaak de opmerking dat ik ‘op een hollander begin te lijken’ of krijg ik de vraag waarom ik ‘zo hollands’ praat. Nu, ik ben geen kenner van de straattaal of taalgewoontes van Nederland, maar kan ondertussen wel al een heel eind op weg in het Surinaams Nederlands. Hieronder de 10 – in mijn ogen – meest opvallende taalgewoontes van Suriname:
-
- ‘Goedemorgen‘, ‘goedemiddag‘ en ‘goedenavond‘ zijn drie verschillende momenten op een dag, en daar wordt hier strak rekening mee gehouden. De woorden zijn dan ook strikt verbonden aan de uren van de dag. Ik zeg dus niet ‘goedemiddag’ om 11u55 want dan is het nog steeds ‘goedemorgen’. Hetzelfde geldt voor de avond, ik zeg niet ‘goedenavond’ om 17u35, want dan is het nog steeds middag. Vanaf 00.01 is het ochtend, en spreken we hier niet over de nacht. Dus de eerste keer dat Quincy moest werken in de ochtend, keek ik vreemd op toen hij om 2 uur in de nacht zich begon klaar te maken voor het werk.

De vlieger oplaten in Nieuw-Amsterdam - Even, later en zo zijn wel drie heel populaire woorden in Suriname. Ze worden je langs alle kanten om de oren geslaan. Onlangs belde ik mijn schoonheidsspecialiste (ja, die heb ik hier) op voor een afspraak. Woensdagmiddag (17u30) kon ze niet, want dan was ze ‘even weg’. Of ze donderdag dan kon? ‘Nee, ik vertelde je toch, ik ben even weg’. Bleek dat ze pas een week later terug in het land was. Nu, als iemand je zegt: ‘even hoor’, moet je ook niet gaan weglopen. Want ‘even’ in combinatie met ‘hoor’ betekent dan wel weer ‘wacht enkele seconden’. Tot zover ‘even’. Daarbij ‘ik kom zo‘ wil niet meteen zeggen dat hij of zij binnen de tien minuten aan uw deur staat te kloppen. Als iemand ‘zo komt’ heb je gerust nog de tijd om je rustig te douchen, te koken en de was in te steken. Met een beetje geluk is die persoon er na enkele uurtjes. En dan nog als laatste ‘later‘. Later is niet straks, want straks is straks en daar kan je van op aan. Bij het gebruik van ‘straks’ heb je een duidelijke afspraak. ‘Later’ is onbepaald in tijd en plaats. Wanneer je afscheid van iemand neemt, roep je gewoon ‘later!’, als in: tot de volgende keer dat ik u zie. Als iemand je dus ‘later’ toeroept in Suriname, moet je niet zitten wachten op ‘later’, want dat kan ook binnen enkele jaren pas zijn, of morgen of straks, je weet het nooit.
- ‘Baden‘, is makkelijk gezegd: douchen. Maar ook al ga je niet in bad; en sta je dus letterlijk onder de douchekop, er wordt gezegd: ‘Ik ga baden’. Met andere woorden: ‘Ik ga douchen’.
- ‘Ai‘, vaker uitgesproken als ‘aaaaaiii’ is misschien wel het meest voorkomende woord op straat. Het is de ‘uhu’ van Suriname en gaat al snel in je mond liggen, al kijkt iedereen nog steeds vreemd op als er een oprechte ‘ai’ uit mijn mond verdwijnt.
- ‘Chef‘ is de afkorting voor ‘chauffeur’ en wordt dus gebruikt op de bus. ‘chef, stoppen hoor’, ‘chef, halte hoor’ mag je ten alle tijden roepen, of je nu een halte nadert, net voorbij gereden bent of er geen halte in de verste kilometer te zien valt. De bus stopt wanneer je dat vraagt. Er is ook altijd een belletje in de bus, eentje die ik verkies te gebruiken, maar soms doen die het niet en dan is het wel nog een geluk dat je je stem kan gebruiken. Mijn vriend is dus eigenlijk een ‘chef’ š

Quincy de chef - Iedereen is familie, oudere mannen op straat worden aangesproken met ‘papa‘. Dus als ‘papa’ op straat loopt te klagen over het feit dat de brandstof weer onaangekondigd en zomaar uit het niets is gestegen, dan is het niet verwonderlijk dat een voor ‘papa’ vreemde voetganger antwoordt met een oprechte ‘ai papa’. Twee straten verder van mij woont een hele oude vrouw, maar best

Mijn schoonmoeder en ik nog kwiek want ze neemt elke dag nog de bus naar de stad. Altijd in het blauw gekleed, met de wandelstok. De bus kan al eens heel vol zitten, maar er is altijd nog plaats voor ‘oma‘. En als de bus dan toch voorbij ‘oma’ rijdt, klinkt er veel protest van mijn medereizigers, dan roepen ze allemaal door elkaar: ‘oma’, ‘oma’, ‘oma’ tot de bus stopt en er plaats kan worden gemaakt zodat ‘oma’ kan gaan zitten.
- ‘Goedemorgen‘, ‘goedemiddag‘ en ‘goedenavond‘ zijn drie verschillende momenten op een dag, en daar wordt hier strak rekening mee gehouden. De woorden zijn dan ook strikt verbonden aan de uren van de dag. Ik zeg dus niet ‘goedemiddag’ om 11u55 want dan is het nog steeds ‘goedemorgen’. Hetzelfde geldt voor de avond, ik zeg niet ‘goedenavond’ om 17u35, want dan is het nog steeds middag. Vanaf 00.01 is het ochtend, en spreken we hier niet over de nacht. Dus de eerste keer dat Quincy moest werken in de ochtend, keek ik vreemd op toen hij om 2 uur in de nacht zich begon klaar te maken voor het werk.
7. Onder de luide en vrolijke ‘hiep iep iep iep iep iep iep iep hoereeee‘-kreet rij ik ’s ochtends naar het werk. Niet mijn persoonlijke keuze, maar de zender op de radio heeft nu eenmaal beslist dat 7:30 het felicitatieprogramma speelt. En Meneer Grandi; de vaste chef van mijn lijn heeft beslist dat hij het een fijn programma vindt. Mensen kunnen bellen en iemand persoonlijk een gelukkige verjaardag toewensen. In plaats van het zingen van happy birthday of de maar al gekende ‘hiep hiep hiep? hoeraaaa!’ gaat het hier een beetje uitbundiger aan toe met ‘iep iep iep iep iep (de lengte kiest iedereen voor zichzelf) hoereeeeeeee’. En chef zingt maar al te graag mee

8. ‘Whitney‘ is mijn bijnaam op straat. Het doet me vaak denken aan een vissoort hier bekend onder de naam ‘wittie wittie’. Omdat ik wit ben, omdat ze vinden dat ik mooi kan zingen, of omdat ze gokken naar mijn naam. ‘Susan’, ‘Julie’, ‘Sofie’ zijn namelijk ook allemaal namen die ik naar moe toegeroepen krijg in de hoop dat ik op eentje van ze zal reageren. Hierbij bedank ik mijn ouders voor het kiezen van geen alledaagse naam bij mijn geboorte. Top!

9. Ik ben niet zeker of het volgende werkwoord in Nederland ook wordt gebruikt, maar ik associeer het alleszins met het Surinaams Nederlands: ‘jokken‘. Ik jok, jij jokt, wij jokken. Moet je eigenlijk zeggen als je aan het liegen bent, maar aangezien ik dat hier nog nooit gedaan heb, echt waar, ik jok niet ik heb nog geen woord gelogen in dit land – wel tijdens het plagen maar dat tel ik niet mee. Ik gebruik het woord ‘jokken’ – tegen mijn zin om eerlijk te zijn – vaak zonder het te beseffen, voornamelijk als ik iemand aan het plagen ben. Dan zeg ik iets wat niet waar is, of iets waarvan ik weet dat ik geen gelijk heb, gevolgd door ‘Nee, ik jok’. Of soms uit verbazing roep ik het uit: ‘Je jokt!’

10. ‘Hoor‘ kan je overal en altijd achter alles plakken, en is nog zo een woordje dat de oorzaak kan zijn van mijn ‘hollands accent’ dat ik heb ontwikkeld. ‘Hoor’ maakt wat je zegt 100% Surinaams, als je het mij vraagt. ‘Even baden hoor’, ‘ik jok hoor’, ‘chef, halte hoor’, ‘ja hoor’, ‘even hoor’,
En om af te sluiten nog eentje waarvan ik zeker weet dat ik nooit zelf zal gebruiken:
(11.) Praat in de gebiedende wijs. Ze maken het hier allemaal niet te moeilijk, en al zeker niet te lang. ‘Wil je eens hier komen kijken?’ wordt hier gewoon: ‘Kom hier’. ‘Mag ik het zout alsjeblieft?’ wordt hier: ‘Geef aan’. Of nog eentje waar ik het moeilijk mee had: ‘Kun je de deur achter je dicht doen?’ wordt hier: ‘Doe dicht’. Dus na een paar weken rondgecommandeerd te worden met ‘doe dit’, ‘doe dat’, ‘kom hier, ‘ga daar’, ‘loop zo’, ‘loop daar’, ‘doe dicht’, ‘laat staan’ was ik het beu. Het heeft voor heel wat frustraties gezorgd op het thuisfront, want geen enkele vrouw wil gecommandeerd worden door haar man, maar gelukkig kan ik zeggen dat we na zes maanden wel aangepast zijn op elkaar, tot zover. Ook op het werk heb ik deze miscommunicatie openlijk besproken, waarop ik in mijn dichte omgeving hier geen last meer van ondervind. Wel wordt ik in het algemeen sociale leven nog steeds rondgecommandeerd, iets waarvan ik niet weet of ik er ooit aan zal kunnen aanpassen.







Verschrikkelijk, toch?
Nog niet vermoeiend genoeg blijkbaar, want ik ga nog eens verwachtingen gaan creĆ«ren, maar van u. Verwachtingen waarover ik niet moet nadenken maar die zo natuurlijk in mij opkomen als dat ik elke ochtend mijn veters strik. Ik communiceer deze verwachtingen niet, of moeilijk, want het zijn toch alleen maar voor de hand liggende dingen? …




t ik niet moet aftellen, rekening houden, uitkijken of tegen een volgend vertrek moet opzien. EƩn maand in Suriname en ik moet nergens heen, want ik ben al thuis.
doet het me goed dat ik hier kan doen waarvan ik hou: schrijven. En niet alleen in mijn dagboek of op het internet, maar voor een kwaliteitsvolle krant! Ik wil het dan ook niet over koetjes en kalfjes hebben in mijn artikels, maar sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen aan het licht brengen. Er valt in Suriname nog zoveel te ontdekken, zowel voor mij als voor de Surinamer zelf.
De economische crisis komt ook bij ons thuis hard aan. EĆ©n euro is momenteel bijna acht keer meer waard dan de Surinaamse Dollar. En aangezien ik hier niet ben om mijn gespaarde euro’s te gebruiken, voel ik zelf hoe hard Surinamers het hebben met het loon dat ze krijgen. Dat is klein als je kijkt naar de levensduurte en prijzen in de winkels. Quin werkt in de scheepvaart. Vorige week heeft hij vier dagen niet moeten werken, omdat er gewoon geen schepen waren die in of uit het land varen. Dit zegt iets over de status van het land, dat niet genoeg produceert om te verkopen en geen geld heeft om te importeren. Gelukkig heeft hij zijn tweede job als buschauffeur zodat we ons momenteel geen al te grote zorgen moeten maken.
Maar ze leven in de illusie dat in Europa iedereen voor elkaar zorgt. En als ze in het begin geen werk vinden, ze wel een uitkering zullen krijgen, en die uitkering is vaak veel meer dan wat ze in Suriname kennen. Maar ze vergeten dat in Europa een heel egoĆÆstische mentaliteit leeft, en dat je niet zomaar even alles in je schoot geworpen krijgt, maar dat je er hard voor moet werken, zeker met de achterstand aan kennis die je automatisch hebt wanneer je een nieuw land binnenstapt, want je weet gewoon niet hoe het werkt, en dat valt je niet kwalijk te nemen, maar in Europa doen ze dat wel. Nu, mijn moeder denkt dat mensen hun leven alleen maar moeilijker maken als ze verhuizen of immigreren, en dat ze meer kans hebben op een gelukkig bestaan als ze blijven waar ze geboren zijn, zonder daarbij enige vorm van racisme te hebben, want mijn moeder wilt alleen maar het beste voor de mensen. Ik vind het een mooie theorie, die best wel eens zou kunnen werken. Maar ik denk net het tegenovergestelde.
Wel, het is moeilijk, daar heeft mijn moeder alvast gelijk in. Het is alles in ƩƩn, nieuwe structuren van maatschappij moet je leren, er zijn andere gedragingen die je wel en niet kan doen, er is een andere taal die je moet spreken. Want er mag hier dan wel dezelfde taal worden gesproken, er worden andere woorden gebruikt en je moet weten wat wel en niet te zeggen om geen verkeerde indruk op te wekken. Alle comfort die je je hele leven lang kende, valt onder je voeten weg en je weet niet meer waar je op kan staan. Normen en waarden zijn anders, maar je kan er zo precies niet de vinger op leggen hoe anders die dan zijn. (Voor alle duidelijkheid: dit is niet Quin op de foto)
Dat ik erin geloof, wil daarmee nog niet zeggen dat het gemakkelijk is, of mogelijk. Ik ben het levende bewijs van een immigrant die āvluchtā van het zogezegde ābeloofde landā. Ik geloof niet in ƩƩn beloofde land, ik geloof in je eigen kunnen om een land te accepteren hoe het is, en op je eigen manier te veranderen zodat je je comfortabel voelt in het land dat je niet kent, zonder daarbij politieke ambities te hebben of maatschappelijke problemen te verhelpen. Dat veranderen gaat niet zonder slag of stoot, want je moet jezelf veranderen, je moet je aanpassen naar die omgeving die je hebt āgekozenā. En daar komt dan het dierlijk instinct dat diep in jou wakker wordt en kom je erachter dat je misschien helemaal niet wilt veranderen, want je hebt hard gewerkt voor de persoon die je tot op vandaag bent geworden. (Nog eens voor de duidelijkheid: dit is wĆ©l Quin op de foto)


Dat alles leidt tot goede gesprekken, en ik mag van geluk spreken dat hij goed luistert, begrip heeft en wel degelijk iets doet als ik het hem, ook al moet ik het veel vragen, blijf vragen. Ik heb geen omgeving waar ik even kan uitblazen en kan zagen tegen de Westerse mensen over de verschillen tussen onze culturen, die van de Surinaamse cultuur en die van het Westen. Ik heb geen vriendinnen die tegen mij zeggen dat we ‘nu’ weg gaan en dat ik mij maar even moet haasten. Nee, als de motor van de auto al draait en ik laat ben voor mijn afspraak, begint mijn vriend plots te dweilen. Mag ik dan zagen? Want hij dweilt toch maar. En hij kookt, en hij helpt en hij doet het wel allemaal, maar alles op zijn eigen tempo. Zodoende doe ik hier even mijn beklag over de Surinaamse cultuur, want tegen hem zagen geeft niet de voldoening waar ik op hoop.
Oker, klaroen, tajerblad, guave, papaya, manja, kousenband, awara’s, mopĆ©, en ga zo maar even door. Of ik leer nieuwe benamingen voor dezelfde groente, zoals aubergine die hier boulanger heet (op zijn Frans uitgesproken). Zo leer ik ook koken met andere kruiden, zoals dijera en massala, om er zo maar even twee te noemen. En een maaltijd is niet af zonder een pepertje en enkele maggi-blokjes (kippenbouillon). Je mag ook niet ruiken aan de kookpotten, iets wat ik thuis vaak deed. Of kip moet je kluiven, iets wat ik thuis nooit deed. Mijn vriend is gek van kluiven: kraakbeen, pezen, botten, het gaat allemaal naar binnen. En daar zit ik dan, verlangend naar mijn kipfilet. Wat we elke dag zullen eten en hoe het moet klaargemaakt worden is dus een groot vraagstuk voor mij, en ƩƩn van de grootste uitdagingen tot nog toe.

Maar hij vertrekt alleen als die vol zit, dus is het wachten op genoeg passagiers voor deze vertrekt. ‘Even’ naar de stad is dus niet zomaar ‘even’, maar neemt al snel twee uur in beslag, en dan ben je er nog maar en moet je nog terug. Het is dus nog even zoeken. Ik leer autorijden, maar aangezien er geen wegmarkeringen zijn, is het eerst de taak om de wegen te leren. Dus heb ik een wegenkaart gekocht die ik nu aandachtig aan het bestuderen ben, maar ondertussen zijn er wel interviews die gedaan moeten worden en inkopen die gekocht moeten worden.
onder de palmbomen in de warme avondlucht. Het is fantastisch om bij hem te zijn, en zelf het feit dat we kunnen discussiƫren tegen elkaar vind ik een luxe, want we zijn tenminste bij elkaar. Het is een opeenschakeling van uitdagingen en avontuur, met veel liefde en passie in het spel. Dit is de plek waar ik wil zijn.


