Met andere woorden: in het Surinaams

Het Surinaams Nederlands is geen Vlaams, dat is een feit. Als ik Skype met vrienden of familie, krijg ik vaak de opmerking dat ik ‘op een hollander begin te lijken’ of krijg ik de vraag waarom ik ‘zo hollands’ praat. Nu, ik ben geen kenner van de straattaal of taalgewoontes van Nederland, maar kan ondertussen wel al een heel eind op weg in het Surinaams Nederlands. Hieronder de 10 – in mijn ogen – meest opvallende taalgewoontes van Suriname:

    1. Goedemorgen‘, ‘goedemiddag‘ en ‘goedenavond‘ zijn drie verschillende momenten op een dag, en daar wordt hier strak rekening mee gehouden. De woorden zijn dan ook strikt verbonden aan de uren van de dag. Ik zeg dus niet ‘goedemiddag’ om 11u55 want dan is het nog steeds ‘goedemorgen’. Hetzelfde geldt voor de avond, ik zeg niet ‘goedenavond’ om 17u35, want dan is het nog steeds middag. Vanaf 00.01 is het ochtend, en spreken we hier niet over de nacht. Dus de eerste keer dat Quincy moest werken in de ochtend, keek ik vreemd op toen hij om 2 uur in de nacht zich begon klaar te maken voor het werk.

      _MG_0081
      De vlieger oplaten in Nieuw-Amsterdam
    2. Even, later en zo zijn wel drie heel populaire woorden in Suriname. Ze worden je langs alle kanten om de oren geslaan. Onlangs belde ik mijn schoonheidsspecialiste (ja, die heb ik hier) op voor een afspraak. Woensdagmiddag (17u30) kon ze niet, want dan was ze ‘even weg’. Of ze donderdag dan kon? ‘Nee, ik vertelde je toch, ik ben even weg’. Bleek dat ze pas een week later terug in het land was. Nu, als iemand je zegt: ‘even hoor’, moet je ook niet gaan weglopen. Want ‘even’ in combinatie met ‘hoor’ betekent dan wel weer ‘wacht enkele seconden’. Tot zover ‘even’. Daarbij ‘ik kom zo‘ wil niet meteen zeggen dat hij of zij binnen de tien minuten aan uw deur staat te kloppen. Als iemand ‘zo komt’ heb je gerust nog de tijd om je rustig te douchen, te koken en de was in te steken. Met een beetje geluk is die persoon er na enkele uurtjes. En dan nog als laatste ‘later‘. Later is niet straks, want straks is straks en daar kan je van op aan. Bij het gebruik van ‘straks’ heb je een duidelijke afspraak. ‘Later’ is onbepaald in tijd en plaats. Wanneer je afscheid van iemand neemt, roep je gewoon ‘later!’, als in: tot de volgende keer dat ik u zie. Als iemand je dus ‘later’ toeroept in Suriname, moet je niet zitten wachten op ‘later’, want dat kan ook binnen enkele jaren pas zijn, of morgen of straks, je weet het nooit.
    3. Baden‘, is makkelijk gezegd: douchen. Maar ook al ga je niet in bad; en sta je dus letterlijk onder de douchekop, er wordt gezegd: ‘Ik ga baden’. Met andere woorden: ‘Ik ga douchen’.
    4. Ai‘, vaker uitgesproken als ‘aaaaaiii’ is misschien wel het meest voorkomende woord op straat. Het is de ‘uhu’ van Suriname en gaat al snel in je mond liggen, al kijkt iedereen nog steeds vreemd op als er een oprechte ‘ai’ uit mijn mond verdwijnt.
    5. Chef‘ is de afkorting voor ‘chauffeur’ en wordt dus gebruikt op de bus. ‘chef, stoppen hoor’, ‘chef, halte hoor’ mag je ten alle tijden roepen, of je nu een halte nadert, net voorbij gereden bent of er geen halte in de verste kilometer te zien valt. De bus stopt wanneer je dat vraagt. Er is ook altijd een belletje in de bus, eentje die ik verkies te gebruiken, maar soms doen die het niet en dan is het wel nog een geluk dat je je stem kan gebruiken. Mijn vriend is dus eigenlijk een ‘chef’ šŸ™‚

      Quin-in-bus
      Quincy de chef
    6. Iedereen is familie, oudere mannen op straat worden aangesproken met ‘papa‘. Dus als ‘papa’ op straat loopt te klagen over het feit dat de brandstof weer onaangekondigd en zomaar uit het niets is gestegen, dan is het niet verwonderlijk dat een voor ‘papa’ vreemde voetganger antwoordt met een oprechte ‘ai papa’. Twee straten verder van mij woont een hele oude vrouw, maar best
      ma
      Mijn schoonmoeder en ik

      nog kwiek want ze neemt elke dag nog de bus naar de stad. Altijd in het blauw gekleed, met de wandelstok. De bus kan al eens heel vol zitten, maar er is altijd nog plaats voor ‘oma‘. En als de bus dan toch voorbij ‘oma’ rijdt, klinkt er veel protest van mijn medereizigers, dan roepen ze allemaal door elkaar: ‘oma’, ‘oma’, ‘oma’ tot de bus stopt en er plaats kan worden gemaakt zodat ‘oma’ kan gaan zitten.

7. Onder de luide en vrolijke ‘hiep iep iep iep iep iep iep iep hoereeee‘-kreet rij ik ’s ochtends naar het werk. Niet mijn persoonlijke keuze, maar de zender op de radio heeft nu eenmaal beslist dat 7:30 het felicitatieprogramma speelt. En Meneer Grandi; de vaste chef van mijn lijn heeft beslist dat hij het een fijn programma vindt. Mensen kunnen bellen en iemand persoonlijk een gelukkige verjaardag toewensen. In plaats van het zingen van happy birthday of de maar al gekende ‘hiep hiep hiep? hoeraaaa!’ gaat het hier een beetje uitbundiger aan toe met ‘iep iep iep iep iep (de lengte kiest iedereen voor zichzelf) hoereeeeeeee’. En chef zingt maar al te graag mee

19893907_10213160270430756_1711067777_o
Verjaardagsdiner voor Quincy bij ons thuisĀ 

8. ‘Whitney‘ is mijn bijnaam op straat. Het doet me vaak denken aan een vissoort hier bekend onder de naam ‘wittie wittie’. Omdat ik wit ben, omdat ze vinden dat ik mooi kan zingen, of omdat ze gokken naar mijn naam. ‘Susan’, ‘Julie’, ‘Sofie’ zijn namelijk ook allemaal namen die ik naar moe toegeroepen krijg in de hoop dat ik op eentje van ze zal reageren. Hierbij bedank ik mijn ouders voor het kiezen van geen alledaagse naam bij mijn geboorte. Top!

whitney
Whitney Houston

9. Ik ben niet zeker of het volgende werkwoord in Nederland ook wordt gebruikt, maar ik associeer het alleszins met het Surinaams Nederlands: ‘jokken‘. Ik jok, jij jokt, wij jokken. Moet je eigenlijk zeggen als je aan het liegen bent, maar aangezien ik dat hier nog nooit gedaan heb, echt waar, ik jok niet ik heb nog geen woord gelogen in dit land – wel tijdens het plagen maar dat tel ik niet mee. Ik gebruik het woord ‘jokken’ – tegen mijn zin om eerlijk te zijn – vaak zonder het te beseffen, voornamelijk als ik iemand aan het plagen ben. Dan zeg ik iets wat niet waar is, of iets waarvan ik weet dat ik geen gelijk heb, gevolgd door ‘Nee, ik jok’. Of soms uit verbazing roep ik het uit: ‘Je jokt!’

19402582_1828739427143039_2066141180_o
In Menimi, boven Suriname

10. ‘Hoor‘ kan je overal en altijd achter alles plakken, en is nog zo een woordje dat de oorzaak kan zijn van mijn ‘hollands accent’ dat ik heb ontwikkeld. ‘Hoor’ maakt wat je zegt 100% Surinaams, als je het mij vraagt. ‘Even baden hoor’, ‘ik jok hoor’, ‘chef, halte hoor’, ‘ja hoor’, ‘even hoor’,

En om af te sluiten nog eentje waarvan ik zeker weet dat ik nooit zelf zal gebruiken:

(11.) Praat in de gebiedende wijs. Ze maken het hier allemaal niet te moeilijk, en al zeker niet te lang. ‘Wil je eens hier komen kijken?’ wordt hier gewoon: ‘Kom hier’. ‘Mag ik het zout alsjeblieft?’ wordt hier: ‘Geef aan’. Of nog eentje waar ik het moeilijk mee had: ‘Kun je de deur achter je dicht doen?’ wordt hier: ‘Doe dicht’. Dus na een paar weken rondgecommandeerd te worden met ‘doe dit’, ‘doe dat’, ‘kom hier, ‘ga daar’, ‘loop zo’, ‘loop daar’, ‘doe dicht’, ‘laat staan’ was ik het beu. Het heeft voor heel wat frustraties gezorgd op het thuisfront, want geen enkele vrouw wil gecommandeerd worden door haar man, maar gelukkig kan ik zeggen dat we na zes maanden wel aangepast zijn op elkaar, tot zover. Ook op het werk heb ik deze miscommunicatie openlijk besproken, waarop ik in mijn dichte omgeving hier geen last meer van ondervind. Wel wordt ik in het algemeen sociale leven nog steeds rondgecommandeerd, iets waarvan ik niet weet of ik er ooit aan zal kunnen aanpassen.

Een open en eerlijke brief aan mijn stervende nonkel

Wat valt er nog te zeggen?Als het einde nabij is? Niet veel, maar ik ga niet wachten tot het te laat is;

Je bent niet mijn boezemvriend en ik zal je niet missen omdat we elke zaterdagavond op cafe een pint pakken. Ik zal je nooit meer zien, of je hand kunnen schudden op kerst, je een gelukkig nieuwjaar toewensen en aanhoren hoe je mij een gezond jaar toewenst. Ik zal niet meer binnenwandelen en in de zetel tussen je dochters ploffen, met het haardvuur dat voor ons brandt.

Hoe je uit de keuken komt lopen, met je blauwe short om je middel en witte hemd aan. Klaar voor een avond familie en gezelligheid. Je bent mijn symbool van kerst, op de hoek van de tafel zit je, met een fiere stem die het hoofdgerecht aankondigt. Alles was tot in de puntjes verzorgd. Het was chique, maar bleef huiselijk. Wat moet een mens meer op kerst?

En nu zit ik hier aan de andere kant van de wereld en misschien is mijn volgende kerst wel in de snikkende hitte. Zonder de chique huiselijke sfeer die alleen jij zo kan neerzetten. Maar vergeet niet, ik zal aan je denken. Je blijft mijn symbool van kerst.

Maar je bent veel meer dan kerst, je bent de stem die me aanmoedigde te reizen. Nog voor ik je vertelde van mijn plannen, raadde je me aan om de wereld te ontdekken. Ik was met mijn vader bij jou in de tuin, we aten een frisse salade in de zachte zon. Ik zou bijna afstuderen. Je sprak met glinsterende ogen over jouw ervaringen, en ik werd alleen maar warmer van de plannen. Nu heeft al het reizen me hier in Suriname gebracht, en ben ik zo ver weg van onze familie, die hier samen doorheen moet.

Maar je bent veel meer dan kerst en warme plannen. Enkele jaren geleden leegden we samen jouw zolder en kreeg ik zoveel waardevol fotomateriaal mee voor mijn eigen donkere kamer. Je bent een inspiratie in mijn fotografie, en het gerief dat ik van je kreeg zal altijd bij ons blijven. Er zal alleen maar meer beeld uitvloeien en beter foto’s gemaakt worden. Elk resultaat is er dankzij jou.

En je bent veel meer dan kerst, warme plannen en inspiratie, je bent een vader en een liefde, een broer en een vriend, mijn nonkel. En dat zal je altijd blijven. Ik wil er zijn voor jou maar ook voor je kinderen, die ik zo dierbaar in mijn hart heb gesloten. Ik wil er zijn voor jou en voor mijn vader, die ik wil ondersteunen en dragen in deze moeilijke tijden. Ik wil er zijn voor jou en onze familie. Want je bent een familieman, en dat zal je altijd blijven.

Hier in Suriname gaat jouw aanwezigheid in mijn hart niet verloren. Mijn schoonfamilie, Quincy en ik leven allemaal met je mee. In hoofd en hart, in onze tuin, je bent bij ons. Elke keer ik jouw bloem water geef, denk ik aan jou. Ik wens je heel veel sterkte tegen de pijn, en ik hoop met heel mijn hart dat je de schoonheid ziet in wat je nu rond jou verzamelt: familieliefde. Want liefde en familie, daar draait het tenslotte allemaal om.

Met alle reizigers die ik afgelopen jaar leerde kennen, nam ik geen afscheid. Afscheid is niet permanent. Afscheid is een is gemis, tot we elkaar weerzien. Dus ik neem nu ook stellig geen afscheid van jou, misschien omdat ik het niet wil, misschien omdat ik het niet kan, misschien omdat het niet is.

Ik hoop dat je me het niet kwalijk neemt dat ik dit op internet deel. Schrijven is mijn therapie, en ik deel zodat iedereen die het maar lezen wil, beseft hoe kostbaar familie is. Want liefde, is waar het allemaal om draait. En dankzij jou, heeft de wereld een stukje meer van dat.

Danku, voor alles. Veel sterkte, aan jou maar ook onze familie. Een kus voor de kinderen en een knuffel voor mijn vader. Maar vooral;

Heel veel liefde voor jou,

Tot ziens

De wereld draait door

Zij gaat trouwen en hij heeft kanker. Zij gaat studeren in een ander land en hij blijft nog een jaar bij zijn moeder wonen. Hij zoekt zijn weg in de theaterwereld die niet goed betaalt en zij vindt geen job met haar hoog diploma dat teveel vraagt. Haar behandeling is goed aangeslaan en zij opent haar eigen bedrijf bij haar thuis. Zij is in verwachting en hij wordt al bijna 1 jaar. Hij heeft nog steeds te weinig uren in een dag en zij voert strijd tegen haar ziekte. Zij is nog steeds op zoek naar rust en structuur en zij gaat samenwonen. Hij is op reis in Berlijn en zij plant een rondreis door China. Je kan jezelf hierin herkennen want ik spreek over jou. Verandering, ontwikkeling, verwerking, het is overal.

Op weg naar Natural Pool, een niet-te-onderschatten wandeling die we hadden onderschat.

In de tussentijd zit ik hier maar, met in mijn hoofd mijn eigen problemen van alle dag. Van klein (we hebben nog geen vlees ontdooit, wat gaan we eten vandaag?) naar groot (ik kan even niet op een groot – persoonlijk – probleem komen, oef!). Nieuws stroomt binnen, van de na-twee-maand-ontslagen-minister-van-justitie-en-politie tot een babyfoto van Cas op Facebook. En ik like misschien niet alles, en ik zie zeker niet alles (dankzij Facebook die denkt te weten wat ik allemaal wel en niet wil zien), maar wat ik zie komt wel binnen.

Ontwikkeling en verandering gebeurt elke dag. Soms voel ik me aan de zijlijn staan. Zo, hierzo, ja, ik ben hier nog, zie je me?, hoor je mij?, ja, hallo, hey, wat gebeurt daar allemaal? Wacht eens even hoor, ik ben niet mee. Hoezo je gaat trouwen? Sinds wanneer ben je zwanger? He, je bent op reis! Waar ben je? Nee toch, ziek? Waarom! Help, even, wacht, ik ben niet mee. Wat gebeurt daar allemaal?

De schaduw alleen was niet genoeg :-).

Zo, Zoe verhuist en het land valt uiteen? Zou ik kunnen denken, maar is niet waar. Het leven gaat gewoon door, voor iedereen op zijn eigen tempo, op zijn eigen manier en rekening houdend met de veranderingen en ontwikkelingen van zijn eigen leven. Want dat is leven. Bezig zijn met jezelf, kiezen voor wat jij wilt, wat jij denkt dat het beste is, waar jij zin in hebt. Ik heb gemerkt, ik kom pas echt tot leven wanneer ik doe wat ik wil, zonder daarbij veel rekening te houden met anderen. Dan pas, leef ik.

Zo egoistisch maar zo waar. We zijn allemaal egoistische wezens diep vanbinnen, of iemand dat nu kan toegeven of niet. En dat hele mooie kaartenhuis valt met een zucht uiteen, als je niet langer meer alleen verantwoordelijk bent voor jezelf. Wanneer kinderen in je leven komen, is het gedaan met egoistisch zijn. Het kan, en het gebeurd, maar het is niet wat velen beschouwen onder ‘goed ouderschap’ als mama zin heeft in een namiddagje voor haarzelf aan het zwembad terwijl kindlief op de schoot van de oppas zit te huilen, lang na sluitingstijd van de creche.

Nooit gedacht dat we elkaar nog eens gingen zien. Ziedaar.

Maar ik loop op zaken vooruit. Het gaat erom dat egoistisch zijn ook iets goed kan zijn, beter nog: het is heerlijk. Het kan niet altijd en zeker niet op elk uur van de dag, want er zijn dingen zoals de samenleving en de maatschappij die in de weg staan van volledig egoisme. Maar als we het doen, spreken velen van een ‘quilty pleasure’. Maar niemand hoeft zich schuldig te voelen omdat ze eens iets doen VOOR ZICHZELF. Waarom moet je je gaan verantwoorden, als je eens iets doet VOOR JEZELF. Lezen jullie ook hoe onlogisch dat klinkt? Jij leeft, dus jij beslist, toch?

Het ondrobon van Aruba

De wereld draait door, of we nu in de straten van Gent lopen of er niet meer zijn, of we nu verhuizen naar de noordpool of ons opsluiten in het Zuiden van Frankrijk. We zouden allemaal graag willen dat we zo belangrijk zijn, dat we zo een diepe indruk hebben achtergelaten op de wereld, dat deze niet meer dezelfde zal zijn zonder ons. Maar niets is minder waar: het kan de wereld niet schelen waar je bent en voor hoelang je er nog bent. Zo belangrijk zijn we niet als individu. Jammer, maar helaas. Het gaat dus niet om wat je bereikt, want hoe groot het ook mag lijken, het vervalt in het niets. We zijn nog geen stipje op de aardbol, en voor mensen die reizen wordt dat gevoel meer tastbaar. Maar niemand kan het echt vatten: dat mijn leven op zich, eigenlijk niets waard is.

Het is niet allemaal zon zee strand, ook cactussen en dorens en levenloze bomen.

Want of ik nu hier ben of daar, je trouwt, je wordt ziek, je verhuist, je wordt groter, je wordt zwaarder, je bevalt, je verjaart, je solliciteert, je werkt teveel, de zon komt op en de zon gaat onder. Ik zie dezelfde zon als jij, en dat is het enige wat ons verbindt. En liefde, onvoorwaardelijke liefde die niet kan gemeten worden in woorden, daden of beelden. Het is een gevoel, een verbintenis tussen jou en ik en op welke afstand dan ook, ik voel je hier in mijn hart, ik draag je hier mee in mijn hoofd, ik steun je keuze om te verhuizen, ik huil om jouw pijn, ik lach mee met jouw geluk en droom mee met jouw gedachten, ik wordt warm van jouw foto’s op Facebook zonder ze te liken. Want een gevoel als liefde is niet te meten met een like, maar met de glimlach die ik je geef, onderweg naar huis in de bus, samengeplet tussen een heleboel dikke en andere dunne mensen, terwijl een man me lastig valt, een oudere vrouw zit te zingen mee met de radio die veel te luid staat en de bus bijna uit elkaar valt als hij een drempel over gaat. Ik lach voor jou, ik huil samen met jou. Ik deel je verdriet, je dromen, je pijn, je geluk. Want ik ben met jou, ik leef mee, met jou. Dat is liefde.

In verwachting

Opgegroeid tussen de verwachtingen, op de verwachtingen en met verwachtingen, heb ik ook hier verwachtingen. Ik wil weten wat mijn buren, vriend, familie vrienden en collega’s van mij verwachten. Ik moet het weten, anders weet ik niet wat ik moet leveren.  Waar ik het heel, heel moeilijk mee heb, is dat in mijn leven plots geen verwachtingen meer kent. Er wordt zelfs niet verwacht dat ik op tijd kom, en dat is nog maar het begin.

Naar wat moet ik toewerken? Naar wie moet ik opkijken? Wat moet ik doen? Hoe hoog liggen uw verwachtingen van mij? Hoe snel moet ik leveren? Het is ons allemaal heel duidelijk. Het wordt ons duidelijk gemaakt door familie, tijdstabellen, vrienden, buren, straatnamen, wegwijzers, collega’s, je lief, reclameborden, ouders van vrienden, scoutsleiding en ga zo maar door. Onze omgeving maakt het ons duidelijk, elke dag opnieuw. En voor twijfels en vragen, weet u precies waar u terecht kan, want ze verwachten je. Een gestructureerde maatschappij maakt dingen duidelijk voor wie er is geboren.

_MG_0692

Ik ben opgegroeid met verwachtingen. Thuis, op school, in de klas, tussen de vrienden en vriendinnen, in de jeugdbeweging, op het werk, in het openbaar vervoer. Dat moet dan klaar staan, dit moet op dat uur ingeleverd worden, die taak moet op die dag verbeterd zijn en ga zo maar door. Ik weet wat ik moet doen, waar ik moet gaan, hoe snel ik moet werken, hoe lang ik kan slapen, waar ik hebt afgesproken en wanneer ik me moet verantwoorden. Het is me allemaal duidelijk gemaakt op mijn geboortedag bij wijze van. Ik kon op de verwachtingen vertrouwen, ik kon er op bouwen, ik kon me gaan aanpassen.

Nu. Ik ben verdwaald in een wereld zonder verwachtingen. Ze zijn er ongetwijfeld, maar ik zie ze niet. U toont mij niet: het moet zo en zo en zo. Omdat het ook anders kan. Dit is heel fijn. Het geeft tijd en ruimte voor mijn eigen ontwikkeling en gedachtengang. Ik zie iets nieuws en doe iets anders, of net niet. Maar dit is ook verschrikkelijk. Er is niemand die echt iets van mij verwacht. Just get it done. Wanneer, hoe, waar, en met wie is me niet duidelijk. Geen verwachtingen moeten inlossen klinkt ongetwijfeld heerlijk, zo klinkt het ook nog steeds voor mij. Maar opgegroeid met niets anders dan verwachtingen, is het in mijn hoofd een recept voor pure chaos. Wat moet ik dan doen? Wat is goed? Wat is niet goed? Ik weet het niet meer!

Ik kan eerlijk waar geen onderscheid maken tussen dingen die ik goed doe, en niet goed doe. Er wordt me meer dan eens verteld dat ik ‘het’ niet goed doe. Maar waarvoor ‘het’ dan wel mag staan, weet ik niet. Wordt me ook niet verteld, want ze weten het vaak zelf niet. Gewoon, ik doe het niet goed, maar hoe moet het dan wel? Daar krijg ik ook geen een antwoord op. _MG_0288Verschrikkelijk, toch?

Klinkt het heerlijk of verschrikkelijk, is het geen van beide. Al weegt mijn weegschaal laatste tijd wel zwaar door naar de kant van verschrikkelijk. Ik ben moe. Want ik leef in een wereld zonder verwachtingen, maar die verwacht ik wel te krijgen, elke dag op nieuw. Naïviteit, maar ook gewoon omdat ik het zo ken. Dus wat doet Zoë? Ze gaat haar eigen verwachtingen creëren. Ik vul uw verwachtingen wel voor u in. U, die geen verwachtingen heeft.

Dus ik maak verwachtingen voor u, geen zorgen, u hoeft ze zelfs niet te bedenken. Ik maak ze voor u, en dat doe ik niet alleen. Nee, ik ga ze ook nog eens gaan invullen, voor u. Zomaar, zonder dat u daarom vraagt of nood aan heeft. Ik heb het ongevraagd toch maar gedaan. Want ik kan toch niet geen verwachtingen gaan invullen? Wat moet ik dan met mijn tijd? Deze verwachtingen, die ik voor u maak en die ik voor u invul, liggen hoog. Oh ja, ik leg de lat hoog, want ik ben nu eenmaal een veeleisend persoon. Van mezelf, maar ook van u. Dus ik werk hard, en ik steek veel energie in het inlossen van uw verwachtingen, die ik zelf heb verzonnen. Klinkt allemaal zo vermoeiend, niet?

_MG_0144Nog niet vermoeiend genoeg blijkbaar, want ik ga nog eens verwachtingen gaan creĆ«ren, maar van u. Verwachtingen waarover ik niet moet nadenken maar die zo natuurlijk in mij opkomen als dat ik elke ochtend mijn veters strik. Ik communiceer deze verwachtingen niet, of moeilijk, want het zijn toch alleen maar voor de hand liggende dingen? …

Niet dus.

Ik communiceer ze zelden, maar ik zaag als u ze niet invult. Hoe kun je nu niet weten dat…? Is toch normaal dat…? En ik zaag en ik zaag en ik zaag want u komt tekort in mijn ogen. U voldoet niet aan mijn verwachtingen, ik blijf zitten met mijn verwachtingen, jij zegt ‘de pot op’ tegen mijn verwachtingen. En heeft u geen gelijk, want ik heb ze tenslotte zelf verzonnen.

Ik werk hard aan het invullen van uw verwachtingen, die u niet heeft. Ik neem het u kwalijk dat u mijn inzet niet apprecieert. Maar u merkt mijn inzet niet, want ik heb u niet op de hoogte gesteld van mijn verwachtingen. U denkt gewoon dat ik veel energie heb. U heeft geen idee dat ik schreeuw uit onmacht. Ik moet bekennen: Suriname, u past niet in mijn plaatje van verwachtingen. U bent niet van wat ik als tienermeisje heb gedroomd, maar de realiteit die u mij voorschotelt, is zoveel mooier. Is zoveel harder dan dat ik ooit had gevreesd, en zoveel zachter dan dat ik ooit had gedroomd.

Liefste Suriname,
Pas ik in uw wereld, die geen verwachtingen kent?

_MG_0584

 

La Dame Blanche

Terwijl ik dit schrijf heb ik net een ijsje op. Dame blanche, het doet me denken aan mezelf, ‘witte dame’. Of is dat niet de juiste vertaling? Alleszins, ik schuil momenteel achter mijn toetsenbord en geef er nog eens een flinke lap op. Want ik ben niet verlegen achter mijn computerscherm, in tegenstelling tot op straat. Vrienden en familie die me kennen zullen nu misschien eens fronsen. ZoĆ« verlegen?

Jawel hoor. Als ‘dame blanche’ in Suriname voel ik me niet honderd procent overal op mijn gemak. Er zijn de goede dagen vol plezier en geluk. En er zijn de slechte dagen van gehuil en geruzie. Die goede dagen van veel plezier en geluk, deel ik met u. Niet allemaal, want ik wil u ook niet gek van jaloezie maken op die maar al gekende tijdlijn. Maar het is als een soort automatisme, een onderliggende drang in mij die met u wilt delen hoe mooi het hier is, hoe lekker het hier smaakt, hoe gezellig het hier hoort.

Het valt me op dat ik dit doe, omdat ik niet de enige ben. Ik weet van vrienden die zich niet goed voelen, en dan zie ik een schitterende foto op Facebook alsof ze de tijd van hun leven hebben. Onlangs reageerde een ex-collega op een foto van me. ‘De tijd van uw leven daar precies?’ En toen ben ik gaan nadenken. Ja, daar lijkt het wel op, hĆ©? Met al mijn zonnige foto’s vol intense kleuren en – voor een Belg zoals ik – niet-alledaagse onderwerpen. Er bestaat ook wel zoiets als een filter (mama: dat is een effect dat je op een foto kan zetten zodat deze een bepaalde sfeer krijgt), maar ik heb besloten om die niet meer te gebruiken. Omdat ik de werkelijkheid niet meer wil verbloemen.

Ook mijn smartphone is nu al een dikke maand kapot. Na enkele dagen zonder merkte ik dat ik geen nieuwe nodig heb. Ik heb hier een oude Nokia met een Surinaams nummer en die doet het helemaal prima. Bellen en sms’en en dat is het. En oh ja, de originele versie van Snake staat er ook op voor het geval ik me verveel. Het is gedaan met de kiekjes op de telefoon, die tegenwoordig al een goede beeldkwaliteit hebben maar die ook de oorzaak zijn dat mijn tijdlijn vol staat met allemaal rotzooi. Daar staat u dan, met duizenden foto’s in uw broekzak. Klaar om op elk moment van de dag een nieuwe foto aan uw verzameling toe te voegen. Maar wat doet u met al die foto’s? Kijkt u nog naar een foto die u vorig jaar in oktober maakte zonder dat iemand er naar vraagt?

Hetzelfde met Facebook. Niemand kijkt naar de 40+ beelden die u met een post de cloud instuurt, want mensen hebben de tijd niet. Het moeten al hele goede vrienden zijn, of dichte familieleden. Met mijn fototoestel hang ik misschien de echte toerist uit, maar mijn beelden zijn wel goed. Of dat probeer ik toch. Ze hebben geen filter meer nodig, want dat is weer helemaal niet vergelijkbaar met de realiteit. Het is al ‘erg’ genoeg dat ik alleen maar positieve dingen plaats. Want niet elke dag is positief. Dus ik ben mezelf beginnen afvragen: waarom durf ik geen negatieve dingen op Facebook plaatsen?

Is het omdat de wereld al genoeg miserie heeft, en het alleen maar aantrekkelijk is om op Facebook het feel-good-news te melden? Of is het omdat ik niet alleen ben, en ik stiekem toch wil concurreren met al mijn vrienden hun aantrekkelijke levensstijl? Of wil ik uitzonderlijk zijn en gewoon zoveel mogelijk ‘likes’ binnenhalen, want dat staat stoer als ik mijn tijdlijn overloop. Maar niemand houdt zich bezig met mijn tijdlijn te overlopen en te tellen hoeveel likes ik heb. Ik belast mezelf met de druk om populair te zijn op sociale media. Ik post maximum Ć©Ć©n keer per dag, want als ik meer post komen mijn updates niet meer op alle tijdlijnen van mijn vrienden te staan (heb ik gehoord). Ik probeer te posten net voor de middag, want dat is bij jullie vijf uur later en om vier uur zouden er – naar het schijnt – de meeste mensen op Facebook zitten.

Zo, alles op een rijtje lijkt net of ik ontzettend verslaafd ben. Terwijl ik zeker weten niet zoveel op Facebook zit in vergelijking met anderen, die wel een smartphone hebben en internet overal. Waarom deel ik al het leuks?

Is het omdat mijn moeder me niet graag zou zien op een foto waar ik niet gelukkig lijk?
Of is het omdat het nu eenmaal meer likes geeft?
Of is het omdat ik aan u wil tonen dat ik hier de tijd van mijn leven heb?
Want daar lijkt het op. Maar het is niet dƩ tijd van mijn leven. Het is leven, het is geen zin hebben om te koken, het is lachen om een grap, het is ruzie maken om het nutteloze, genieten van de zon en klagen op de warmte. Het is mopperen in de regen en vloeken op de overstroomde zandwegen. Het is te laat komen door de file en te vroeg zijn zonder reden. Het is leven en de tijd wordt gevuld, met al het goeds en kwaads dat er bestaat in elk land van de wereld. Het is hetzelfde leven voor u als voor mij. Opstaan, werken, eten en slapen. En als het kan ook nog liefhebben.

Dus ik deel met u het goede, het mooie, omdat het onderdeel is van het leven. Ik ben er mij van bewust dat ik het slechte niet genoeg aan de grote klok hang. Omdat ik niet alleen ben in het slechte, in het lelijke. Er zijn onbeschreven regels zoals privacy en dat moet gerespecteerd worden in het leven van familie, vriendschap en liefde. Ik ga u niet beladen met foto’s van het lelijke. Omdat u – als u eerlijk bent – daar ook geen nood aan heeft. Denk ik.

Wat ik wel ga doen, is deze post delen net voor de middag. Zodat u het zeker leest. Indien u tijd heeft natuurlijk.

Allesandro

Je krijsen gaat de hele dag door. ā€˜Altijd, elke dag, je verpest elke dag!’ ā€˜Klets’, ā€˜klets’, ā€˜klets’. Je schreeuwt, je huilt. ā€˜Allesandro!’ Je krijst. ā€˜Klets’. Het is stil, eindelijk rust. Rust? Mijn maag vormt zich tot een steen. Allesandro, je bent misschien vier jaar. Je kleine beentjes hobbelen achter je aan wanneer je achter je bal aanloopt. Je bent geen mooie jongen, het is niet erg, je hebt zo van die kinderen die gewoon niet mooi zijn. Maar ze zeggen altijd dat zij later de mooiste jongens van de klas worden. Ik vraag me af of je ooit naar je klassen zal gaan. Je praat niet, zegt alleen ā€˜dada’, ā€˜dada’. Je zegt het zoveel dat het na een tijdje ook gaat vervelen. Allesandro lacht niet, je ogen lachen nooit. Je bent niet speels zoals het hoort. Wat verwacht je ook, met zo een moeder? Een moeder met blond vals haar en een dikke kont. En je vader? Ja, die is er wel. Je vader groet me nooit, als ik geluk hebt kijkt hij me even aan. Maar ik heb liever dat hij me niet aankijkt. Zijn blik zorgt voor kippenvel in de warme zon. Ijzig, zo ijzig zijn de ogen. Ik heb hem nog nooit zien lachen, en vraag me stiekem toch af of hij al zijn tanden nog heeft. En hoe die tanden er dan uitzien. Zwart of geel? Of mooi wit, zoals je bijna bij elke donkere man hier ziet. Misschien zit er wat goud tussen, want een gouden tand geeft nu eenmaal aanzien. Dat heb ik van horen zeggen, ik vind het helemaal niets. Goud hoort niet in je mond, is mijn bescheiden mening.

Je vader kijkt voetbal. Het geluid van de Engelse commentator overstemt je ā€˜dada’. Ik hoor het tot in mijn zetel, maar toch af en toe vang ik een kreetje van je op. Kijk je mee Allesandro? Waar ben je? Ligt je vader languit in de zetel, met een frisse Parbo in zijn hand, of drinkt hij liever wat sterker? Begrijp je het spel, al die mannen die zomaar achter die bal aanlopen. Net zo een bal als jij hebt, maar dan iets groter. En harder, maar dat zul je nog niet begrijpen. Hoeft ook niet, dat komt nog wel. Ben je bij je vader Allesandro? Kijk je naar het scherm, waarop al die mannetjes lopen op het groene gras. Of kijk je naar je moeder, wat doet je moeder Allesandro? Ruimt ze op na een dag met jou in huis, of is het allemaal vuil op de grond. Zit je wel lekker, zo ver van je vader? Je vader, die reageert wel op je kreetjes. Hij is bijna even goed in het woordje ā€˜dada’ als jij, maar maak je geen zorgen hoor. Niemand kan het zo zeggen zoals jij, met je irritant hoog stemmetje. Je doet iets, Allesandro, wat doe je? Je moeder vindt het niet leuk. Ze wil dat je stopt. Ik hoor haar roepen, ze klinkt niet aardig. Waarom stop je niet Allesandro? Is het zo leuk wat je aan het doen bent, of wil je haar aandacht. Vind je het leuk dat ze op je roept, want dan kijkt ze tenminste naar wat je aan het doen bent. Of misschien vind je haar stem sussend, ook al roept ze. Ik voel me eenzaam Allesandro, ik heb geen vrienden hier, net als jij. Wie moet ik over jou vertellen, de politie? Of zal ik met je ouders praten. Begrijp je het, dat ik het niet kan? Want wat zal met mij gebeuren, als je ouders boos worden? Ik wil me niet moeien, ik mag me niet moeien. Iedereen moeit zich hier alleen met zijn eigen huishouden, het is al moeilijk genoeg. Ik begrijp het wel hoor, waarom zou ik me moeien, ik heb toch niets met jou. Wie ben jij van mij? Je maakt bromgeluidjes, je bent aan het spelen. Met een autootje zit je op de grond, de koude stenen voelen fris aan je beentjes, die geen broekje hebben vanavond. Gewoon een pamper, dat is genoeg in zo warm weer. Wordt je genoeg gewassen? Want het leven is al moeilijk genoeg als lelijk kind, je moet niet nog gaan stinken ook. Maar eerst mag je nog wat spelen, doe maar. Je kan spelen tot je je moeder helemaal gek maakt en zij weer begint te roepen. Waarom hou je geen rekening met je moeder, kind. Zij wil gewoon een rustige avond, net als ik. Maar jij wilt aandacht. Ik snap het wel hoor. Doet ze haar haar, maakt ze zich mooi voor jou, of misschien wel voor je vader. Is er liefde in je huis, voel je het hangen? Het is warm en dik, en hangt onzichtbaar in de lucht, het doet je zo licht voelen dat je de illusie krijgt dat je kan zweven. Je moet eens kijken naar de blikken tussen je moeder en je vader. Kijk goed, blikken van passie en geluk. Ogen die stralen als ze elkaar aankijken, je merkt het meteen wanneer het gebeurd.

Maar ik heb zo een gevoel dat jij het niet kan zien, omdat ze niet bestaan. Je moeder is druk bezig met jou, en je vader te druk met de televisie. Kun je hem vragen het geluid wat zachter te stellen? En terwijl je dat doet, haal je eigen stemniveau ook naar beneden. ā€˜Mama’, dat kan je ook al. Ik hoor het, je zegt ā€˜mama’. Je stem kraakt op de tweede klemtoon, alsof je al veertig jaar rookt en vijfendertig jaar drinkt. Herken je de geur van alcohol al, die zure scherpe lucht die uit je vaders mond komt terwijl hij naar de voetbal kijkt. Probeer maar even te ruiken, je kan wel bij hem kruipen hoor. Maar ik waarschuw je op voorhand, het is geen prettige geur. Betreden op eigen risico. Waarom roep je mama Allesandro? Je weet dat ze het niet fijn vindt, je zaagt. Je maakt haar hoofd moe, ze heeft net een hele dag met jou thuis gezeten. Nu moet je niet nog eens gaan zagen, zo laat op de avond. Wees maar stil, ja, goed zo. Stilte kan fijn zijn toch? Zo rustgevend als iedereen je met rust laat, als je genegeerd wordt tot je stopt met zagen. Dan is de stilte zo welkom. Maar lieve Allesandro, je mag van mij de hele avond huilen. Liever dat, dan dat je wordt stilgezwegen met een klap.

EƩn maand Suriname

EƩn maand in Suriname, dat moet gevierd wordenQuin en ik zijn nog nooit zo lang bij elkaar geweest, maar gaan ondertussen wel al een jaar met elkaar. Hoe gek dat ook mag klinken, we voelen ons super goed en dat is toch hetgeen wat telt!

Wat ook heel goed voelt, is het feit daZoƫ-kaa gent-paramaribot ik niet moet aftellen, rekening houden, uitkijken of tegen een volgend vertrek moet opzien. EƩn maand in Suriname en ik moet nergens heen, want ik ben al thuis.

Ons plan – ja, we hebben wel degelijk durven plannen! – was om vandaag een dagje voor onszelf te nemen. Bootje nemen over de Suriname rivier en lekker slenteren door Nieuw-Amsterdam, een rustige groene streek aan de overkant van Paramaribo met veel oude plantages uit de slavernij om te bezoeken. Maar tropische regenbuien, waarin zelfs fietsen geen aanrader is, brachten ons op een ander idee. Het was wel eens tijd voor een grote schoonmaak. En zo stonden we de hele dag te schrobben, dweilen en kuisen. Het hoort er ook allemaal bij. Ik denk dat ik de badkamer schoner heb gemaakt dan dat we in eerste instantie aangetroffen!

Maar waarmee ik deze dag echt gevierd heb, is de inzending van mijn eerste artikel voor de Ware Tijd. Drie weken was ik druk in de weer met het onderzoek, waarvoor ik tientallen mensen interviewde. Naast het feit dat ik me hier heel prettig voel in Suriname,Werk-stagiairegemeenschap-keuken doet het me goed dat ik hier kan doen waarvan ik hou: schrijven. En niet alleen in mijn dagboek of op het internet, maar voor een kwaliteitsvolle krant! Ik wil het dan ook niet over koetjes en kalfjes hebben in mijn artikels, maar sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen aan het licht brengen. Er valt in Suriname nog zoveel te ontdekken, zowel voor mij als voor de Surinamer zelf.

Met trots kan ik mededelen dat ik als eerste de ontdekking van de stage-industrie heb onderzocht, met nadruk op de Belgische stagiairs. Er is hier in Suriname nog geen eerder onderzoek naar gedaan. Dit brengt een voordeel voor mij als journalist met zich mee qua originaliteit, maar ook een nadeel aangezien er nog heel weinig bekend over is. De laatste weken ben ik dus druk bezig geweest met dit onderwerp uit te spitten. And man, do I LOVE my job! Ik moest mezelf er soms aan herinneren om te eten, omdat ik zo geconcentreerd in mijn werk verdiept zat.

Het artikel was, naast een interessante ontdekking en uitdagend onderzoek, een relatief gemakkelijke start van mijn carriĆØre als journalist in Suriname. Aangezien ik vorig jaar als vrijwilliger in een stagiairehuis zat, en met veel stagiairs op stap ging wist ik al zo een beetje waar ik kon beginnen.

Quin-bus-voor-huis2De economische crisis komt ook bij ons thuis hard aan. EĆ©n euro is momenteel bijna acht keer meer waard dan de Surinaamse Dollar. En aangezien ik hier niet ben om mijn gespaarde euro’s te gebruiken, voel ik zelf hoe hard Surinamers het hebben met het loon dat ze krijgen. Dat is klein als je kijkt naar de levensduurte en prijzen in de winkels. Quin werkt in de scheepvaart. Vorige week heeft hij vier dagen niet moeten werken, omdat er gewoon geen schepen waren die in of uit het land varen. Dit zegt iets over de status van het land, dat niet genoeg produceert om te verkopen en geen geld heeft om te importeren. Gelukkig heeft hij zijn tweede job als buschauffeur zodat we ons momenteel geen al te grote zorgen moeten maken.

2 culturen, 1 dak

Ik heb zo een theorie in mijn hoofd, die tegenstrijdig is met die van mijn moeder. Mijn moeder gelooft namelijk dat elke mens geboren is op een plaats, en dat dit voor een reden is. Als je leven niet zo moest zijn, dan was je wel ergens anders geboren. Waarom wordt anders de ene geboren in AustraliĆ«, en de andere in China? Er is een doel – vraag me niet welk – dat je kan vervullen op die plaats waar je geboren bent. Dat doel moet ieder voor zichzelf bepalen. Het is goed voor de wereld als iedereen werkt aan zijn eigen stukje grond, de grond waarop die geboren is. Als we allemaal zouden werken aan ons eigen, bij ons eigen en in ons eigen buurt, zou de wereld er heel wat mooier uitzien.

Vluchtelingen komen naar het westen, dat zo opgehemeld wordt. Alsof de hemel op aarde bestaat. Ook in Suriname leeft de European dream. Vroeger wouden de mensen allemaal naar Amerika, het beloofde land waar je kon werken en gelukkig worden. Nu nog steeds denken veel mensen hun geluk te vinden in Amerika, hun droom waar te kunnen maken. Maar eens je buiten Europa stapt, omdat je bijvoorbeeld Europa niet goed meer vindt, of je bent niet akkoord met de mentaliteit of de beleidsvoering, merk je dat de mensen juist naar daar willen gaan. In Suriname leeft de gedachte dat het in Nederland of Belgiƫ allemaal veel gemakkelijk gaat. Het feit dat het geld acht keer zoveel meer waard is dan in Suriname doet hier waarschijnlijk ook wel wat aan.

Phaqua-Zoë-pleinMaar ze leven in de illusie dat in Europa iedereen voor elkaar zorgt. En als ze in het begin geen werk vinden, ze wel een uitkering zullen krijgen, en die uitkering is vaak veel meer dan wat ze in Suriname kennen. Maar ze vergeten dat in Europa een heel egoïstische mentaliteit leeft, en dat je niet zomaar even alles in je schoot geworpen krijgt, maar dat je er hard voor moet werken, zeker met de achterstand aan kennis die je automatisch hebt wanneer je een nieuw land binnenstapt, want je weet gewoon niet hoe het werkt, en dat valt je niet kwalijk te nemen, maar in Europa doen ze dat wel. Nu, mijn moeder denkt dat mensen hun leven alleen maar moeilijker maken als ze verhuizen of immigreren, en dat ze meer kans hebben op een gelukkig bestaan als ze blijven waar ze geboren zijn, zonder daarbij enige vorm van racisme te hebben, want mijn moeder wilt alleen maar het beste voor de mensen. Ik vind het een mooie theorie, die best wel eens zou kunnen werken. Maar ik denk net het tegenovergestelde.
Nu ik hier zo ben, sta ik aan de andere kant van het verhaal. Ik ben de immigrant, ik ben hier niet even op stage of op vakantie, maar woon hier en wil hier een leven opbouwen. Dit maakt van mij een immigrant, toch?
Phaqua-Zoƫ-Gary-pleinWel, het is moeilijk, daar heeft mijn moeder alvast gelijk in. Het is alles in ƩƩn, nieuwe structuren van maatschappij moet je leren, er zijn andere gedragingen die je wel en niet kan doen, er is een andere taal die je moet spreken. Want er mag hier dan wel dezelfde taal worden gesproken, er worden andere woorden gebruikt en je moet weten wat wel en niet te zeggen om geen verkeerde indruk op te wekken. Alle comfort die je je hele leven lang kende, valt onder je voeten weg en je weet niet meer waar je op kan staan. Normen en waarden zijn anders, maar je kan er zo precies niet de vinger op leggen hoe anders die dan zijn. (Voor alle duidelijkheid: dit is niet Quin op de foto)

Maar ik geloof in een samensmelting van culturen. Luister even goed: als je overgrootopa van Canada is, je overgrootoma van Kenia, je opa van Japan, je oma van Zwitserland, je moeder van Turkije en je vader van ArgentiniĆ«, maar jij bent geboren in Frankrijk en gaat daar naar school, welke nationaliteit draag je dan? Als je wordt opgevoed tussen al deze culturen, met al zijn normen en waarden, met alle onbeschreven regels en talen, wie ben je dan? Je bent uniek, en je bent bijzonder, en dat in de positieve zin van het woord. Als mensen uitwijken van het continent of land dat wordt gezien als het ā€˜beloofde land’, zullen de dromen van degene die willen komen snel aan diggelen worden geslaan. Als er een mengelmoes van culturen ontstaat, waar godsdienst en geloof je eigen beslissing is, en waar mensen geen ƩƩn nationaliteit dragen of geen ƩƩn waarden en normenpatroon volgen, kunnen we alleen maar openstaan voor de ander, want je bent niet anders gewend in je persoonlijke verleden. Zo, dat is mijn theorie, die je waarschijnlijk met vier, vijf argumenten aan diggelen kunt slaan. Maar ik geloof in deze samensmelting, die natuurlijk niet voor binnen vijf jaar is.

Phaqua-ZoĆ«-Quin-thuis4Dat ik erin geloof, wil daarmee nog niet zeggen dat het gemakkelijk is, of mogelijk. Ik ben het levende bewijs van een immigrant die ā€˜vlucht’ van het zogezegde ā€˜beloofde land’. Ik geloof niet in ƩƩn beloofde land, ik geloof in je eigen kunnen om een land te accepteren hoe het is, en op je eigen manier te veranderen zodat je je comfortabel voelt in het land dat je niet kent, zonder daarbij politieke ambities te hebben of maatschappelijke problemen te verhelpen. Dat veranderen gaat niet zonder slag of stoot, want je moet jezelf veranderen, je moet je aanpassen naar die omgeving die je hebt ā€˜gekozen’. En daar komt dan het dierlijk instinct dat diep in jou wakker wordt en kom je erachter dat je misschien helemaal niet wilt veranderen, want je hebt hard gewerkt voor de persoon die je tot op vandaag bent geworden. (Nog eens voor de duidelijkheid: dit is wĆ©l Quin op de foto)

Maar bij een verhuis naar een ander land of werelddeel, moet je je medemens, met andere geloofsovertuiging, met een ander beeld van goed en fout, met andere doelen en andere inzichten, met andere normen en andere waarden, met andere perspectieven en gedachten, tegemoet komen. En jij moet het meeste werk verrichten, want jij bent de nieuwe, jij bent de immigrant. ā€˜Als je naar hier bent gekomen, moet je je ook aanpassen, anders blijf je maar lekker in je eigen land’, zijn woorden die in BelgiĆ« vaak gezegd worden. Je moet je aanpassen, in de zin dat je mensen tegemoet moet komen, maar degene die er al altijd heeft gewoond, moet zich ook aanpassen. Gewoon omdat het dan een veel gezelligere wereld zou zijn. Geef de immigranten wat ruimte, geef ze wat vertrouwen, geef ze een compliment in plaats van ze te staan corrigeren, ik kan het ook gebruiken. Het helpt niet om alleen maar te staan bekritiseren en/of corrigeren.

Phaqua-Zoƫ-Sophie-plein

Niet te vergelijken

De ervaringen die ik vorig jaar heb opgedaan, zijn dag en nacht verschil met wat ik nu allemaal ontdek. Nu ik hier werk en woon, zie ik anders, proef ik anders en ruik ik anders. Van een lange-afstandsrelatie de ene dag naar samenwonend de volgende. Van trips plannen naar het buitenland tot SRD’s tellen voor de huur. Het is elke dag een vraagstuk wat we nu weer zullen eten en ik moet mijn eigen was doen. Ik ben de enige blanke in mijn buurt en waan me met voorzichtige stapjes in het leven van de Surinamer.

17269054_10211955744758367_1861587068_o

En dat leven bevalt me wel. De traagheid van de zaken ergeren me minder, omdat ik niet meer in een groep zit van Westerse mentaliteit. Het is op een bepaalde manier gemakkelijker om me aan te passen aan het leven van alledag, omdat ik samenwoon met Quin en niet kan ontsnappen aan de onvermijdelijke frustraties die deze cultuur met zich meebrengt. De impulsieve levensstijl, het ‘we zien wel’, de plannen die je niet moet maken, want ze lopen toch niet zoals verwacht. Om teleurstelling te voorkomen, maak ik niet veel afspraken en probeer ik mijn geest zo open te zetten dat ik niet meer verbaasd ben wanneer mijn vriend zich plots herinnert dat we toch even dit moeten doen, of dat een interview-afspraak wordt uitgesteld met twee uur.

17237102_10211954943258330_1876352781_o

Er wordt altijd gesproken over een clash van culturen, de zogenaamde cultuurshock. Wel, wie zich nog steeds vragen stelt over hoe dat verloopt, zo een cultuurshock, moet maar eens een weekendje bij ons komen logeren. Alles is een uitdaging, want mijn vriend die ziet het werk wel liggen, maar zal pas beginnen met de afwas als hij voelt dat hij er klaar voor is. Als het even kan. Ook al is de was al gedraaid en schijnt de zon buiten, hij stelt zich pas recht als het hem uitkomt. Tot dat moment blijft hij rustig Facebook-scrollend in de zetel hangen. En dat terwijl het bed nog niet opgemaakt is. Dan zit ik in de zetel en hang ik even lekker met hem mee, maar in mijn achterhoofd blijft het werk me uitdagen. Want de zon schijnt, en de afwasberg stoort me, en het bed ziet er niet uit. Dan is het luieren voor hem gedaan, en begint hij actie te ondernemen. Is het plots ik die  lig te luieren, en ‘we moeten toch de was ophangen, straks is de zon weg’.

17200441_10211955764518861_273298658_oDat alles leidt tot goede gesprekken, en ik mag van geluk spreken dat hij goed luistert, begrip heeft en wel degelijk iets doet als ik het hem, ook al moet ik het veel vragen, blijf vragen. Ik heb geen omgeving waar ik even kan uitblazen en kan zagen tegen de Westerse mensen over de verschillen tussen onze culturen, die van de Surinaamse cultuur en die van het Westen. Ik heb geen vriendinnen die tegen mij zeggen dat we ‘nu’ weg gaan en dat ik mij maar even moet haasten. Nee, als de motor van de auto al draait en ik laat ben voor mijn afspraak, begint mijn vriend plots te dweilen. Mag ik dan zagen? Want hij dweilt toch maar. En hij kookt, en hij helpt en hij doet het wel allemaal, maar alles op zijn eigen tempo. Zodoende doe ik hier even mijn beklag over de Surinaamse cultuur, want tegen hem zagen geeft niet de voldoening waar ik op hoop.

Maar de Surinaamse cultuur is meer dan traagheid, wat ook wel met de temperatuur te maken heeft, het feit dat de bussen geen tijden hebben en misschien ook wel omdat opjagen gewoon niet goed is voor je hart. Zo leer ik nieuwe smaken, groenten waarvan ik de naam nog nooit van heb gehoord en waarvan de smaak een totale verrassing is voor mijn mond. 17269286_10211955742958322_1440908157_oOker, klaroen, tajerblad, guave, papaya, manja, kousenband, awara’s, mopĆ©, en ga zo maar even door. Of ik leer nieuwe benamingen voor dezelfde groente, zoals aubergine die hier boulanger heet (op zijn Frans uitgesproken). Zo leer ik ook koken met andere kruiden, zoals dijera en massala, om er zo maar even twee te noemen. En een maaltijd is niet af zonder een pepertje en enkele maggi-blokjes (kippenbouillon). Je mag ook niet ruiken aan de kookpotten, iets wat ik thuis vaak deed. Of kip moet je kluiven, iets wat ik thuis nooit deed. Mijn vriend is gek van kluiven: kraakbeen, pezen, botten, het gaat allemaal naar binnen. En daar zit ik dan, verlangend naar mijn kipfilet. Wat we elke dag zullen eten en hoe het moet klaargemaakt worden is dus een groot vraagstuk voor mij, en ƩƩn van de grootste uitdagingen tot nog toe.

17237079_10211955693237079_694762902_o.jpg17230288_10211955693877095_1920660535_o.jpg

Nog een uitdaging is het transport. We wonen toch een eindje van de stad en veertig minuten fietsen is geen optie in de blakende zon, of in het pijpenstelen regenen. Auto rijden dan maar, of de bus pakken. Maar de bus pakken is niet zomaar even om de hoek lopen. Het is eerst een dikke twintig minuten wandelen naar de eerste weg waar een bus passeert. Dan is het wachten, en je weet nooit voor hoelang aangezien er geen uurroosters zijn, tot een bus passeert. Moet je geluk hebben dat deze niet vol zit, anders rijdt die gewoon door en moet je weer voor onbepaalde tijd wachten. Eenmaal op de bus kan het lang duren, aangezien passagiers op- en af stappen wanneer het hun uitkomt, en de bus soms wel erg veel kan stoppen op deze manier. Er zijn routes, maar niet om te zeggen zoveel dus eenmaal aangekomen in de stad, is het soms een kwartier wandelen naar de volgende bus, waar je dan gaat opzitten. 17200660_10211954942138302_2076803693_oMaar hij vertrekt alleen als die vol zit, dus is het wachten op genoeg passagiers voor deze vertrekt. ‘Even’ naar de stad is dus niet zomaar ‘even’, maar neemt al snel twee uur in beslag, en dan ben je er nog maar en moet je nog terug. Het is dus nog even zoeken. Ik leer autorijden, maar aangezien er geen wegmarkeringen zijn, is het eerst de taak om de wegen te leren. Dus heb ik een wegenkaart gekocht die ik nu aandachtig aan het bestuderen ben, maar ondertussen zijn er wel interviews die gedaan moeten worden en inkopen die gekocht moeten worden.

Omdat elke dag anders is en het zo een avontuur blijft, vind ik het helemaal fantastisch. Voor de eerste keer woon ik samen en heb ik iets op te bouwen, wat me een enorm gevoel van trots geeft. Alles wat we doen in ons huisje, is voor ons. We delen een verantwoordelijkheid en we werken aan ons  zelfstandig bestaan. Doordat we beiden onregelmatige werkuren hebben (ik als journalist en hij als loods op de boot) zien we elkaar niet veel. Maar we maken tijd en gaan dan eens een wijntje drinken aan het water 17200858_10211955693037074_217452328_oonder de palmbomen in de warme avondlucht. Het is fantastisch om bij hem te zijn, en zelf het feit dat we kunnen discussiĆ«ren tegen elkaar vind ik een luxe, want we zijn tenminste bij elkaar. Het is een opeenschakeling van uitdagingen en avontuur, met veel liefde en passie in het spel. Dit is de plek waar ik wil zijn.
Ik kan mijn passie voor het geschreven woord helemaal kwijt in het werken voor de krant, waar ik onderzoekende artikels mag schrijven. Net dat wat ik wou doen, en nu ik deze kans heb gekregen, wil ik het dan ook goed doen. Maar om tot het ‘goed doen’ te komen, moet ik vele omwegen en zoektochten ondernemen. Zelfs mijn vragen leer ik anders opstellen in de interviews, want het is dan wel dezelfde taal, er worden andere woorden gebruikt. Dus ik loop tegen de muur en af en toe worden mijn kaken wel eens rood, of heb ik plots geen idee meer wat ik moet vragen of hoe ik mij een houding moet geven, maar ik leer en ga vooruit en evolueer. En dat is exact wat ik hier kwam doen.

Een plek onder de zon

Ik kom thuis in een land dat ik dacht te kennen, maar mijn verhuis naar Suriname heeft een andere wereld geopend. Een wereld die in sterk contrast staat met alles wat ik toen ontdekte. Dankzij mijn vrijwilligerswerk bij dagblad de Ware Tijd vorig jaar heb ik heel wat uithoeken van het land gezien en unieke plaatsen ontdekt, want het is nu eenmaal zo: journalistiek brengt je op plaatsen waar de ‘gewone mens’ niet komt. Ik volgde de politiek en economie en kreeg een goed beeld van het land, zowel in de stad als in het binnenland. 3 maanden stortte ik mij in een avontuur dat geen einde leek te hebben. Ik ging van het ene feestje naar het andere, hier eens uit-eten met Milou, daar eens gaan sporten met Manon. Als ik niet op de dansvloer of in de cafĆ©s te vinden was, was dat waarschijnlijk omdat ik in het binnenland vertoefde. Draai het of keer het: ik was op vakantie, en daar is helemaal niets mis mee.

12829248_10208657525344943_2404247036489397178_o

Terug in Suriname, het land dat ik in de eerste plaats bezocht op aanvraag van mijn moeder. Zij wou namelijk dat ik iets met mijn journalistieke opleiding deed, als ik dan toch zo zot was om een wereldreis te maken. Dus kwam Suriname op het lijstje van landen staan, een land dat ik uit mezelf nooit had overwogen te bezoeken, gewoon omdat het niet in mij opkwam.

Na bijna tien maanden uit een rugzak te hebben geleefd, was het moeilijk aanpassen in BelgiĆ«. Ik vond mijn draai niet meer, voelde me ongemakkelijk in de manier waarop zaken behandeld werden, hoe mensen met elkaar omgingen en het pendelen naar Brussel leek al mijn energie uit mijn lichaam te zuigen. De verleiding om terug mijn rugzak op te pakken was moeilijk te weerstaan. Suriname trok mijn aandacht, om meer dan ƩƩn reden; het is een warm land, het is een open land met weinig inwoners (slechts 500 000, waarvan de helft in de stad leeft), de kalmte waarmee zaken behandeld worden en de traagheid waarop het leven zijn gangetje gaat, Nederlands is de voertaal en mijn netwerk is groot. Ik was er al langer achtergekomen dat ik graag schrijf. Ik ben jong en heb de tijd en ruimte om te investeren in mezelf, wat voor mij betekent: het avontuur opgaan, je hart volgen en artikels schrijven, mezelf ontwikkelen in de journalistiek en in het leven. En dat allemaal wil ik doen met de persoon die mijn hart heeft gestolen. Al deze dingen kon ik vinden in Suriname, en niets hield me tegen uit het koude Belgenland te vertrekken.

17268910_10211955928922971_833593550_o

Het afscheid van BelgiĆ« was deze keer harder dan verwacht. Mijn tijd was intens, zowel op positief als negatief vlak. Het is dankzij vrienden en familie dat ik wel genoten heb. Zij zorgen voor een thuis in BelgiĆ«, en daar ben ik ze heel dankbaar voor. Dit moest ik weer verlaten, en ook al liep ik maanden te zeuren over hoe beter het allemaal wel niet was in andere delen van de wereld, toen het afscheid er eenmaal aan zat te komen moest ik toch even slikken. Ik besefte dat ik het best goed heb in BelgiĆ«, en het gras dat altijd groener lijkt aan de overkant, was deze keer toch groener aan mijn kant. Ik zou er best gelukkig kunnen worden, als ik er nog wat langer voor had blijven werken.

imm018_16A

Maar eenmaal aangekomen in Paramaribo besefte ik dat je voor geluk niet zo hard hoort te  werken, als het op een andere plaats voor het grijpen ligt. De warmte die me omarmde en het weerzien van de tropische bomen vulde mijn hart met een geluk dat niet te beschrijven valt. Nog voor ik mijn vriend terugzag, voelde ik dat de beslissing die ik enkele maanden terug nam, de juiste was. Sindsdien zijn mijn dagen een opeenschakeling van liefde en gelukzaligheid, maar ook van verwondering en uitdaging. Hierover later meer, ik moet nu toch maar eens gaan strijken.