De uitdagingen van een Surinaamse vrouw in België

‘Een lieftallig vrouwtje die geen kwaad woord zegt over een ander, braaf meewerkt en niet te koop loopt met haar ambities.’ Zo omschrijft Zarissa de ‘perfecte Belgische vrouw’. Een sterk contrast met de luide, Surinaamse vrouw met uitgesproken mening. Daar kijken ze in België op neer, net zoals op Nederlanders, vindt Zarissa. ‘Dat laatste zou elke Belg ontkennen, maar het klopt wel.’

Als donkere vrouw in België wordt Zarissa gemakkelijk over het hoofd gezien. De meeste Belgen kennen Suriname niet, en vanuit die onwetendheid komen veel vooroordelen. ‘Ik word meteen weggezet in een hokje waar geen ambities leven of carriѐremogelijkheden zijn, en waar men al zeker geen Nederlands spreekt’, vertelt Zarissa, die vastberaden is om te laten zien dat het anders kan.

Voor altijd Surinaams
Wonend in België verloochelt Zarissa haar Surinaamse idenditeit niet. Maar soms moet ze zich gedwongen aanpassen om vooruit te kunnen in de Belgische samenleving. ‘Ik steek een filter op mijn mening, toon interesse in Belgische gewoontes en probeer mijn zelfvertrouwen, die te vaak aanzien wordt als hoogmoed, tot zekere mate te temmen’, aldus Zarissa, die vaak van haar Surinaamse landgenoten te horen krijgt dat ze ‘te Vlaams’ praat. Ook haar Belgische landgenoten staan meer dan eens versteld over ‘hoe goed haar Nederlands is’. Daar maakt Zarrisa gretig gebruik van, waarna ze haar mening over actuele vraagstukken en kennis over zowel de Surinaamse als Belgische geschiedenis deelt. ‘En ze vallen al helemaal achterover van verbazing als ik vrolijk Ik hou van u van Noordkaap meezing’, lacht Zarissa.

Daden spreken luider dan woorden
Maar zeven jaar België verandert niet alleen de tongval van een jonge vrouw. ‘België heeft me meer gedreven gemaakt. Mijn relaxte, afwachtende houding heeft plaats gemaakt voor ambitie. Ik wacht niet meer op wat het leven zal brengen, maar ga hard voor wat ik wil’, vertelt Zarissa, die toegeeft dat dit misschien niet alleen aan de prestatiegerichte samenleving ligt. Het kan namelijk ook te maken hebben met volwassenheid, het feit dat ze drie jaar geleden mama is geworden of dat ze gewoon meer uit haar leven wil halen. Maar ongeacht haar woonplaats, blijft Zarissa haar Surinaamse opvoeding, waarden, mentaliteit en levenslust in haar koffertje meedragen. En daar horen ook scheldwoorden bij.

zas_sb4-5‘Wanneer ik weer eens onterecht wordt uitgescholden dat ik terug moet keren naar Afrika, ga ik na de eerste momenten van verbazing en verontwaardiging eerst goed vloeken. In mijn gedachten rollen alle Surinaamse scheldwoorden eruit. Mijn moeder zou zich doodschamen als ik die ooit luidop sprak’, lacht Zarissa. Maar eenmaal afgekoeld, overweegt ze of het de moeite waard is om erop in te gaan, wat het meestal niet is. ‘Ik heb geleerd dat ik me niet over alles kwaad moet maken of in discussie gaan. Daden spreken nog altijd luider dan woorden’, aldus Zarissa, die het voorbeeld van de interimkantoren aanhaalt. ‘Als donkere vrouw krijg je enkel de vacatures voor huishoudhulp voorgeschoteld, alsof je geen andere kwaliteiten bezit’, getuigt ze. ‘Vrouwen worden wereldwijd als minderwaardig bestempeld, moet je nagaan hoeveel zwaarder een donkere vrouw het heeft.’

De nieuwe man
Het verschil in de rol van de vrouw in België en Suriname is volgens Zarissa heel afhankelijk van de economische situatie. ‘Belgische vrouwen zijn op jonge leeftijd al geëmancipeerd. Als vrouw lijken de mogelijkheden eindeloos. Alleen wonen, reizen of bouwen gaat hier gemakkelijk omdat het loon hoger ligt’, getuigt Zarissa. Terwijl aan de overkant van de oceaan je pas uit het ouderlijk huis vertrekt wanneer je een man hebt die financieel bijdraagt.

Niet alleen is Zarissa de rol van de vrouw, maar ook die van de man anders gaan bekijken door haar emigratie naar België. ‘De man is niet alleen een broodwinner, maar speelt ook een actieve rol in de huishouding’, aldus Zarissa. ‘De nieuwe man’, zoals we die in België kennen. ‘Die mag best ook eens overvliegen naar Suriname’, lacht Zarissa.

Realiteit vs. Utopie
Op de vraag hoe Zarissa de utopische man/vrouwverhouding dan zou omschrijven, kan ze geen antwoord geven. ‘Utopische gedachten weerhouden ons om de feiten en realiteit onder ogen te zien. Een utopische wereld zou saai zijn zonder de spanning die imperfectie met zich meebrengt’, zegt Zarrisa, die wel staat voor een betere verstandhouding tussen man en vrouw, gelijke kansen voor vrouwen op de arbeidsmarkt, het wegwerken van de loonkloof en meer vrouwelijke vertegenwoordiging op politiek vlak. Maar wat is de wereld zonder enkele uitdagingen?

Lees volgende maand in deze rubriek ‘Surivlaamse bondgenoot’ meer over Zarissa’s haar nieuwe identiteit, en hoe ze die belichaamt. Neem alvast een kijkje op ‘Prodo Misi’ voor meer ervaringen over Zarissa’s immigratie, en laat weten wat je ervan denkt!

 

Wat ik nog ga doen in België?

Je kan niet ergens vertrekken zonder iets achter te laten, dat heb ik uit ervaring al mogen ondervinden. Maar ik heb nog drie dagen om te genieten van al mijn vanzelfsprekendheden die mijn vaderland biedt. En dat zal ik doen ook.

De kogel is door de kerk, ik heb mijn visum. Bijna ging ik onderdoor aan het wachten en  de onwetendheid. Frustraties stapelden zich op, en ik had geen enkele controle over de situatie – vooral met dat laatste kon ik maar moeilijk overweg. Wanneer je je emotioneel toelegt op bureaucratie, moet je ook kunnen omgaan met teleurstellingen. Aan het eerste maak ik mij schuldig, aan het tweede heb ik nog heel veel werk.

Nu is het wachten voorbij. En plotsklaps lijkt het allemaal een piece of cake te zijn geweest. De ene dag lig ik al huilend in bed en kan ik alleen nog maar ‘ik hou dit niet meer vol’ mompelen en de volgende dag sta ik luchtig te lachen: ‘het viel toch allemaal wel mee’. Opkropping maakt in één zucht plaats voor opluchting. Mijn schouders voelen twintig kilo lichter aan en mijn hoofd is leeg van zorgen. Ik kan terug intens genieten, want ik weet nu wanneer de Belgische klok voor mij stopt met tikken.

Maar man, wat ga ik mijn vaderland ook missen. Vrienden en familie, dat ongetwijfeld. Maar ook enkele ‘details’ die me nauw aan het hart liggen. Daarom ga ik de volgende dagen, inclusief vandaag, me toeleggen op het uitvoeren van volgende ‘vanzelfsprekendheden’;

– Nog veel koffie drinken, omdat ik me in Suriname moet behelpen met oploskoffie;
– Veel préparé eten, omdat ze die in Suriname niet hebben;
– Smullen van de zelfgemaakte frietjes van de mama, omdat dat nu eenmaal de beste frietjes zijn;
– Zelfde is van toepassing op de zelfgemaakte soep van de mama met het lekkere brood;
– Overal naartoe fietsen, want daar is het in Suriname te warm voor;
– Goe Gents klappen, want dat verstaan ze in Suriname niet;
– Vanuit mijn kamer naar de straat kijken, want er hangt geen tralies tussen;
– Mijn benen ontharen, want het is weer tijd voor de korte shorts;
– Worstenbroodjes eten;
– Avondwandelingen maken, omdat ik in Suriname in de avonduren niet gezellig/veilig over straat kan lopen (afwezigheid van straatverlichting en voetpaden maakt het al snel onveilig, drinkende mannen op de hoek snel ongezellig);
– Nog veel naar mijn vader, moeder en broers kijken, want die zal ik toch maar weer moeten missen;
– Een goede, koude Duvel drinken, want dat is pas een ‘goe bierke’;
– Niet werken, want dat moet in Suriname wel weer;
– In het midden van mijn dubbel bed liggen, want in Suriname moet ik plaatsmaken voor Quincy (alhoewel ik dat niet zo heel erg vind);
– ‘Het Smelt’ van Lize Spit uitlezen, want die heb ik geleend van Jutta en moet hier blijven (aanrader trouwens);
– Mijn nichtjes een dikke knuffel geven;
– En genieten van de koude wind, want iets zegt me dat ik daar in Suriname nog naar ga verlangen.

Kortom: wanneer de details wegvallen, zo ook een stukje ‘thuis’

En dan heb ik het nog niet over u, vrienden, die onmogelijk weg te zetten zijn als ‘detail’.  Jullie zijn nog een heel hoofdstuk apart, eentje dat ook niet weg te schrijven valt. Wat zal ik jullie missen, onze gesprekken en onze verschillen, onze openhartigheid, onze eerlijkheid en discussies, onze vanzelfsprekendheid.

De prijs van een wereldreis

Een wereldreis komt een wereldreiziger duur te staan. Dan heb ik het niet over geld, want er valt meer te verliezen dan wat munten. Ook de dagen gaan vooruit, daar waar ik niet ben maar het wel ken. 

Soms lig in ’s avonds in bed en kan ik niet slapen. Dan denk ik aan alle landen die ik bezocht heb, en alle mensen die daar nog zijn.

Iemand zei tegen Socrates dat een zeker iemand er door zijn reis absoluut niet op vooruit gegaan was: ‘Dat wil ik geloven’, antwoordde deze, ‘hij heeft zichzelf meegenomen.’ – Montaigne Essays: ‘Over eenzaamheid’

Mijn wereld bestaat al van lang voor 12 januari 2016, de dag dat ik op wereldreis trok, uit meerdere werelden. Sinds ik me kan herinneren ga ik vakantie. Naar Frankrijk, Spanje, Ierland, Engeland, Noorwegen, Duitsland, Tsjechië, Roemenië en Nederland.
Deze landen hadden allemaal iets met elkaar gemeen: ze belichaamden allemaal een westerse cultuur. Misschien is Roemenië nog het enigste land dat andere cultuur bezat dan het westen alleen, maar ik heb er niet de tijd voor genomen die te ontdekken.

IMAG3110
Peru – Ik zal nooit die weg naar boven vergeten. Het was vier uur in de ochtend.

Sinds 12 januari 2016 is de wereld letterlijk en figuurlijk voor mijn voeten groter geworden. De prijs van een wereldreiziger, een immigrant, is dat deuren opengaan. Dromen, televisiebeelden, tekeningen en verhalen krijgen kleuren, geuren en smaken. De ene al mooier en de andere al lekkerder. Niet elke deur opent even toepasselijke mogelijkheden en soms wil je de deur niet door, maar de koppigheid van een wereldreiziger kent ook de trotsheid van een narcist. Je geeft je niet zomaar gewonnen, want daarvoor ben je niet zover gekomen.

De koppigheid van een wereldreiziger kent de trotsheid van een narcist

Werelden gaan voor je open zonder dat je de deur weer helemaal kan sluiten. Het is een verslaving van een combinatie aan opwinding en onwetendheid: dodelijk wanneer je er teveel ineens van neemt.

IMG-20160424-WA0039
Peru – Tussen de resten van een oude Incastad

Twee werelden en een onsterfelijk dubbel verlangen is mijn prijs die ik betaalde voor mijn tien maanden zelfstandigheid, die ik hier en daar heb opgedwongen, dan al eens verdiend. Van mezelf. Mijn rugzak en ik, en al de rest kan gestolen worden.

Ik heb het van kleins af aan al willen kunnen: op twee plaatsen tegelijk zijn. Daar was het herfstfeest van de scouts en enkele kilometers verder mijn voetbalwedstrijd. Beiden begonnen op zaterdagnamiddag om twee uur. Ik moest dus kiezen, want ik had al eerder ondervonden dat het me niet lukte om op twee plaatsen tegelijk te zijn. Geen ruimte voor ingevingen op het laatste moment. Mijn hart brak, ik voelde me machteloos verscheurd, en het was niemands schuld.

Afstand heb ik al altijd geweten, maar de omvang ervan, nooit begrepen.

Wat ik toen dacht te kunnen omschrijven als ‘het einde van de wereld’, is vandaag niet minder waar. Alleen gaat het niet meer tussen Melle en Gentbrugge, maar België en Suriname. En dat komt, hoe raar dat ook mag klinken, op hetzelfde neer. Afstand is iets wat ik altijd al heb geweten, maar ik heb de omvang ervan nooit begrepen.

IMAG5592
‘Happy days’ in Indonesië

Sinds 15 september 2016, de dag dat ik landde op Belgische bodem, is de wereld onder mijn voeten – letterlijk en figuurlijk – een stukje kleiner geworden.
Het leven draait hier, en daar. Hier waar ik ben, en daar waar ik niet ben. Tegelijk en op hetzelfde tijdstip, dat alleen anders is in cijfers. Maar ook de dagen gaan daar vooruit, daar waar ik niet ben maar het wel ken.

En het ‘daar’ even graag willen zijn als hier, is de prijs die ik betaal. Wat ooit genoeg was, is dat nu niet meer. De rust moet daar nog in vinden.

Minder mopperen, meer lezen en beter schrijven

Ik ben niet zo van de voornemens, maar ik vind de jaarwisseling een goed excuus om even een samenvatting van de afgelopen 12 maanden te maken. Dat ontspoort al snel tot een samenvatting van mijn hele leven, aangezien ik moeite heb om te stoppen met denken. 

Ik kijk in de spiegel en ben best tevreden met mezelf. Ok, mijn lippen zijn dik en mijn neus asymmetrisch, mijn tandvlees is ontstoken en mijn linkeroog is groter dan het rechter. De ingegroeide haren op mijn benen zorgen voor paarslelijke plekjes en mijn borsten mogen wat groter. Allemaal opgesomd kan het best beter. Maar, mijn moeder heeft haar best gedaan en ik heb een man gevonden die van me houdt, dus ik klaag niet.

_MG_0694
Profielfoto van het jaar, genomen in Guyana 2017

Belangrijker is wat er in mijn hoofd afspeelt. Tenslotte moet u op mijn gezicht kijken, ik niet. Ik ben tevreden met wat er binnen in me afspeelt. Ik koester mijn herinneringen aan mijn reizen en mijn lief en ben niet vergeten hoe ongelijk en oneerlijk deze wereld in elkaar zit. Toch blijft deze meedogenloos draaien alsof er geen vuiltje aan de lucht is en wordt elke natuurramp genegeerd bij het grootste deel van de mensheid, uit de overtuiging dat onze hulp verloren gaat in de schreeuwen van de bosbranden.

Ik geloof niet meer in de grenzen van een land en ben ervan overtuigt dat continenten geen beperkingen vormen in de ontwikkeling van een persoonlijkheid. Hoe meer iemand reist, hoe kleiner de wereld wordt, hoe sneller illusies doorprikt zijn, hoe eerlijker iemand spreekt. Hoe meer een reiziger vliegt, hoe sneller ze met beide voeten op de grond staat. Het is niet mijn levensdoel om armoede uit de wereld te helpen, een kuur te vinden voor eenzaamheid of de wereldvrede te bekomen.

mam pap96
Papa, mama en twee jarige Zoë in 1996

Al bij al heb ik meer haalbare dromen. Ik wil mijn leven niet geven aan het uitdelen van voedselpakketten, het verzorgen van oorlogswonden, het opvangen van vluchtelingen,  of het bemoederen van eenzame kinderen, nochtans allemaal haalbare, nobele doelen. Ik kan veel willen, maar om te slagen in hetgeen wat ik werkelijk kan, moet ik kiezen. Selecteren en focussen.

voorlezen papIk heb het geluk bij de selectie mensen te zitten die weten wat ze willen doen nog voor ze een keuze kregen.  Ik wil mijn geld verdienen met mijn pen. Niet omdat ik er rijk van ga worden, wel omdat ik in alle dagen die mogen komen, niets anders wil doen dan het geschreven woord liefhebben.

Twee jaar geleden vertrok ik op wereldreis. Vorig jaar verhuisde ik naar Suriname. Dit jaar wil ik minder mopperen, meer lezen en beter schrijven. Geen onmogelijke opgaves, vergeleken met mijn activiteiten in de vorige jaren. Verder ben ik nog niet klaar met het ontdekken van deze wereldbol (vooral Zuid-Amerika heeft mijn interesse), wil ik dieper duiken in de intense bubbel die ik deel met mijn lief, Quincy, wil ik mijn ouders eer aandoen en mag geld mijn jaar niet bepalen.

Daarnaast verwacht ik me dit jaar ook vaak eenzaam, zwaarmoedig, hopeloos en radeloos te voelen, want zonder die gevoelens ben ik nu eenmaal niet compleet.

IMAG5785
Zuid-Afrika

 

Liefste Gent,

Ik zie mijn toekomst liggen, diep verscholen in de zwarte tunnel van je irissen, die vermoeid in je oogkassen wegzakken. Ik hoor de zucht van morgen wanneer je uitgeput in de trein tegenover me komt zitten. Ik voel de ergernis van de groeiende levensjaren in je mondhoeken, die zich geërgerd samentrekken na de zoveelste toeter die je de ochtendspits in stuurt. Ik deel je schaapachtige glimlach wanneer de conducteur de treinvertraging verklaard met het excuus dat in Landegem een deur vast zit. Ik herken het ongeloof in je ogen, die er ergens ook wel de humor van inzien.

Maar het is die onderliggende blik van jou, ongetwijfeld aanwezig voor iedereen die het maar wilt zien, die me ervan weerhoudt bij jou te blijven. Eén van je kinderen is mijn moeder. Een krachtige vrouw die al mijn respect verdient, maar ze gaat je niet tegenspreken als ik zeg dat ze teleurgesteld is in haar leven. Zelf noemt ze het mislukt. Iets wat ik als liefhebbende dochter die nooit een boterham tekort kwam, niet over mijn hart krijg te beamen.

De hoop van een kind, met de verwachtingen van een tiener en het ondernemerschap van een jongere zorgt voor de overtuiging van een volwassene.Maar een zwangerschap dwong haar in de multinational die ze tot op de dag van vandaag ondersteund, en ook morgen gaat ze met dezelfde grote frustraties plichtsgetrouw naar haar werk. Een opoffering die ze maakte voor niemand anders dan haar gezin, die ongewild en ongevraagd al haar andere dromen verpletterde.

Ik zie mijn toekomst in de sleur van je dag, ik zie de teleurstelling die velen onder ons niet durven toegeven. De machteloosheid tegen verandering, waarvan we het bestaan in de loop der nachten bijna hebben opgegeven, mijn moeder en ik. Ik kies bewust voor een andere weg en spring in een lucht van hoop en spanning. Voor mijn moeder, voor jou, maar toch vooral voor mezelf. Ik kies voor iets anders, een leven ergens anders. Het zoeken naar het gemak van morgen is niet vanzelfsprekend in een land waar alles nieuw blijft. Ik kies avontuur.

Maar dat betekent niet dat ik je schoonheid niet zie. Wanneer je een fietser laat oversteken, je gejaagd door het station loopt, een vriend al groetend op de schouder klopt, je nacht onophoudelijk geschiedenis schrijft, de overbuur het licht aansteekt. Ik was helemaal van jou, maar jij nooit helemaal van mij. Jouw bakstenen vormen de basis van mijn trots, je straten de grond van mijn geschiedenis. Ik huil wanneer je rode achterlicht me het nakijken geeft en ik opga in de massa van jouw diversiteit. Dan moet ik altijd, en soms stiekem, met mezelf lachen. Ik meen het, de meest banale straatactiviteit vult mijn ogen met zout. Het kan een licht zijn dat op rood springt.

Ik kan met geen woorden verklaren waarom deze dagdagelijkse details me onverwacht overvallen met zoveel verdriet, dat ik er letterlijk van overloop. Vaak genoeg sta ik met mijn ogen vol tranen, ik kan niet zo goed verklaren waarom. Misschien omdat ik mijn toekomst zie in jouw ogen, en ik een verdomd mooi morgen de rug toekeer.

 

Het stelt me gerust, het feit dat jij kan lezen dat ik besta

Deze week was ik op de boekenbeurs in Antwerpen. Geen paniek, ik ga niet schrijven over de auteurs die hun kookboeken lieten signeren, of welke boeken u zeker moet kopen als u gek genoeg bent de beurs een moment van uw kostbare tijd te gunnen. Ik bekommer me niet over de nieuw, snel reizende auteurs en flashy boekenrekken. Ik heb amper een blik geworpen op de veel te drukke boekenrekken, en de spreektijd die de auteurs kregen werd meer dan eens misbruikt met schaamteloze zelfpromotie.

In tegenstelling tot mijn herinneringen uit mijn jeugd, was de boekenbeurs simpelweg een levensechte tentoonstelling van covers. Gepakt en op elkaar gedrukt in een strak modern interieur dat weinig ruimte laat voor creativiteit. Het ene boek sprong niet uit het andere, want ze werden allemaal op een hoop gegooid. Ik kan alleen maar hopen dat mijn naam daar nooit tussenligt. Natuurlijk werd er ook aan jou, de bezoeker, gedacht. Je kreeg toch zeker enkele centimeters om je in de gangen van het boekendoolhof te wanen. Eerlijk?

Liever ga ik op een rustige dag naar De Slegte. En koop ik dat ene beloofde boek waarvan ik de naam niet weet (want ik volg geen trends). Maar als ik het toch doe, is dat tegen een goedkopere prijs. Versta me niet verkeerd: het is niet dat boeken geen geld waard zijn. Het is alleen dat de goede boeken op de achtergrond verdwijnen op een event zoals de boekenbeurs, en pas op de achtergrond, zoals tijdens een bezoek aan De Slegte, weer tot zijn oorspronkelijke recht komen. Want kookboeken lijken de dag vandaag nu eenmaal meer waard dan een sterke roman.

Het lijkt wel alsof iedereen kan schrijven. Maar dat is een leugen

Liever dan dat nog, ga ik op internet tweedehandsboeken kopen voor twee of drie euro (zie awesomebooks.com). Daar heb ik nu eenmaal meer aan, en mijn portefeuille ook.

Een goed boek is voor mij pas een goed boek als het verscheurde pagina’s heeft, waarvan een paginanummer nog moeilijk te lezen is door de besmeurde koffievlek. Afzien moet een goed boek doen. En de tands des tijds overleven. Het moet ruiken naar zwetende handen en versgemaaid graan, naar zeezout en rot vlees. Geen witte pagina’s, maar liefst van al zie ik ze geel gebleekt door het felle zonlicht, gescheurd door een dikke sneeuwvlok. De rug van een goed boek is te herkennen aan harde plooilijnen, alsof de vorige eigenaar ze met opzet voor jouw gemak heeft voorgeplooid.

Maar niets daarvan op de boekenbeurs, waar boeken niet tot leven mogen komen, maar gedoemd worden in de stilheid van hun bestaan. Op het rek tentoongesteld, alsof ze iets te bewijzen hebben. De boekenbeurs heeft zijn beste jaren gekend en stelt nu niet meer voor dan de realistische weergave van het overaanbod slechte boeken, met de uitzonderlijke krachtige klassieker ertussen. Als je het mij vraagt.

De boekenbeurs van Antwerpen heeft zijn beste jaren gehad

En zo bevind ik me enkele uren later in De Markten in Brussel. In één van die hippe plaatsen waar je alleen met bankcontact kunt betalen. Alleen dan weet je dat je goed zit. Met een Duvel naast mijn laptop, het bier dat tegen mijn verwachtingen in – en uit het niets – is gebombardeerd tot mijn lievelings bier (als ik Belgisch bier in Suriname, vaak ongevraagd, vertegenwoordig, komt de Duvel als uit een doosje naar boven, alsof er geen andere Belgische bieren bestaan). Maar genoeg uitgewijd: ik kom van de boekenbeurs in Antwerpen.

Ik was daar niet om een boek te kopen, want zonder een euro op zak was ik snel uitgekeken, maar voor een schrijfworkshop ‘De juiste taal voor jouw blog’ van Creatief Schrijven. Met gemengde gevoelens aan de workshop begonnen, maar achteraf geen foute beslissing om hieraan deel te nemen. Want dan zou ik nu niet aan het denken zijn wat ik denk. Ik heb best wat opgestoken. Met name hoe ik een groter bereik voor mijn blog kan bekomen, één van mijn persoonlijke hoofdzorgen die ik zonder schroom heb laten doorschijnen.

Maar ik besluit hierbij bewust om de tips voor een groter bereik naast me neer te leggen. Wil ik meer mensen bereiken met mijn teksten? Ja. Maar heb ik het er voor over om daarbij rubrieken in mijn blog op te stellen, mensen te interviewen en ontbelbare lijstjes op te stellen, allemaal en alleen maar zodat meer mensen mijn teksten zullen lezen? Nee. De prijs die ik moet betalen voor een hogere populariteit ligt me te hoog. Want het gaat ten koste van mijn eigenzinnigheid.

Ik heb mijn stijl. En ik ga daar koppig aan vasthouden, ondanks alle tips en trics voor een groter bereik. Ik ga me oprecht niet bezighouden met het creeëren van meerdere ‘poortjes’ naar mijn site. Ik ga mijn energie niet steken in het bedenken van tien survivaltips in Suriname, of hoe je het best een interculturele relatie in stand houdt.

Want weet ik veel,
ik doe ook maar wat.

Zo ook hier. Ik schrijf hier ook maar wat. Niet voor jou. Maar voor mezelf, hoe gek dat ook mag klinken. Het is een goed gevoel wetende dat mijn hart hier te lezen valt, voor jouw ogen en oren. Voor jouw hersenen om te onthouden, en te vergeten. Het stelt me gerust, het feit dat jij kan lezen dat ik besta. En kom je niet achter mijn bestaan omdat ik verstopt zit onder zoveel anderen? Wel, zo is het leven toch ook? Ik ga op in de massa van Brussel en Gent, Paramaribo en Bali, dus waarom niet in de massa van het internet?

Het is geruststellend om te beseffen dat mijn persoonlijke geheimen verscholen liggen onder een grotere interesse voor de geel flashy regenjassen, hip in dit seizoen (als ik me niet vergis). Want zo is het in werkelijkheid ook. Mijn aanwezigheid in De Markten van Brussel is morgen vergeten. En dat is een geruststelling. Zo verwacht ik het ook.

Wil ik met mijn blog een level hoger? Ja, ik wil dat meer mensen mijn teksten lezen. Maar niet als dat betekent dat ik anders moet gaan schrijven. Dit is oprecht, dit komt uit mijn hart. Een blog heeft geen regels, en dat is de reden waarom ik van bloggen hou. Ik zie dan ook geen reden waarom ik de regels plots zou gaan volgen? Het maakt me dan niet anders dan de rest. En ik hou van anders, ik hou van tegendraads.

Een vriendin zei me dit jaar nog dat niemand mijn teksten leest, omdat je als lezer merkt dat ik schrijf voor mezelf. Mensen die me dus niet kennen, zijn ook niet geïnteresseerd in die ene meid die daar aan de andere kant van de oceaan is gaan wonen. Waarom zouden ze. Dat was volgens haar, en ik volg haar wel in die redenering, de reden waarom niemand anders dan mijn mama en beste vriend mijn teksten lezen.

Meer dan ooit, sta ik achter eerlijkheid. Zal ik nog paniekaanvallen krijgen omdat niemand mijn blog leest? Ongetwijfeld. Zal ik de handdoek in de ring gooien en opgeven omdat niemand leest? Nooit. Want zoals gezegd: ik schrijf in de eerste plaats voor mezelf. En ik ben anders, ik ben tegendraads. Dus geen regels, geen templates, geen interviews. Dat doe ik al genoeg voor mijn werk als freelance journalist. Deze blog is geen werk voor mij, en dat mag het ook nooit worden. Dit is vrij zijn.

De workshop vandaag heeft me dus wel wat bijgeleerd, al is het dan misschien niet wat begeleidster Barbara De Munnynck verwachtte. Maar ik ben er vrij zeker van dat ze er niet teveel om maalt. Tenslotte houden we allemaal van het bloggen omdat we scheijven naar onze eigen regels.

Ik wil niet zijn zoals alle anderen

Enkele dagen geleden scrolde ik door mijn Facebooktijdlijn, uit verveling. Ik wou zien hoe mijn leven eruit ziet voor dat van een ander. Want ik wil niet zijn zoals alle anderen. Ik heb het nooit willen zijn en verwacht niet dat dit in de toekomst ooit verandert. Maar toen ik scrolde, kon ik de waarheid ook niet ontkennen. Mijn leven ziet er net hetzelfde uit als… dat van alle andere. Gefrustreert scrolde ik verder, niet oplettend. Tot enkele woorden me deden pauzeren. Woorden van een man die niet meer is. Woorden van een man die niet meer zijn.

22219424_1664049480312987_980818549_o
Cake op het werk voor mijn verjaardag

‘Niet vergeten Zoe, de zingever ben je steeds zelf…’ was zijn comment op een blogpost van me, waarin ik duidelijk gefrustreert was over de verwachtingen die het leven ongevraagd met zich meebrengt, of het tekort daaraan. Op 27 mei, om 18u18, heb ik daar weinig aandacht aan besteed. Ik ‘like’te en scrolde verder, die oom toch, altijd aan het fylosoferen.

 

Nu is die oom niet meer, maar zijn woorden blijven bestaan. En zijn advies blijft in mijn hoofd hangen, alsof hij de woorden zegt terwijl hij achter me staat. Ik frons mijn wenkbrauwen en geraak niet verlost van dit vervelende vraagstuk. Het draait altijd om hetzelfde, of het nu gaat over een historisch drama, een fyctieve toekomst of een uitgevonden romantisch zon-zee-strand-verhaal. Overal, zowel in film en boek, wordt deze vraag gestelt, soms letterlijk en soms figuurlijk. ‘Misschien zijn we hier voor een reden’, ‘maybe this all has a reason’. Je doel definieren en het behalen ervan. We zuigen een reden uit onze duim en werken ernaar toe alsof we zijn uitverkozen voor het ontwikkelen van dit levenswerk. We praten onszelf goed met die woorden omdat het zoeken naar een antwoord alleen maar meer hoofdpijn en vraagtekens oplevert. Tot de vraag weer komt oppoppen: ‘Is dit het?’

benn
Nonkel Benn (RIP)

Onze lijst van dingen die het niet moeten zijn, is lang. Onze lijst van dingen die het zouden moeten zijn, is langer. Dat wat je nu hebt, dat wat je nu doet, is het. Maar we zijn niet snel tevreden gesteld met dit antwoord. Het was genoeg. Ooit, op een dag, toen er nog niet zoveel kennis was maar al het noodzakelijke al geweten was. Toen slapen, eten, drinken en seks nog genoeg was. Toen er nog maar 1 doel bestond. Overleven. Kinderen achterlaten voor wanneer we zelf niet meer verder konden. Maar vandaag is het is niet meer genoeg. We willen meer.

We kijken naar romantische verhalen waarin liefde de grenzen van de natuur overschrijdt, we luisteren naar muziek die ons doet geloven in het bovennatuurlijke, we zitten met ons hoofd in de wolken wanneer we lezen over een twintiger die miljoenen per week casht. We krijgen de illusie dat we iets meer met ons leven moeten doen. Of het antwoord nu liefde, macht, geld of materie mag zijn, beslist iedereen voor zichzelf. Maar ook ik, de president, de rijke olie-sjeikh, de man die in de wildernis woont, de vrouw in  oorlogsgebied of de oma in het rusthuis. De basis van ons bestaan blijft voor iedereen dezelfde, welke titel je ook op jezelf plakt, of op jou geplakt krijgt. Maar dat alleen is niet genoeg.

Mijn oom geloofde dat liefde alles kon overwinnen.’Toen dat niet zo bleek, kwetste je dat enorm. Ben je dat ooit wel teboven gekomen?’ Was de vraag die mijn vader hem stelde op de begrafenis van zijn broer. Ik heb duidelijk besloten dat liefde de zingeving van mijn leven is. Dat bewijst mijn aanwezigheid hier in Suriname. Maar de woorden van mijn nonkel zetten me ook aan het denken.

22217714_1616791355047019_1319039600_o
Ik en mijn schoonzus Tiffy, klaar voor een Hindoestaans huwelijk

Ik ben bang. Bang om te worden zoals de rest. Al die blabla en weinig dada. Ik ga dit en ik ga dat en uiteindelijk moet je je doelen steeds bijstellen, je grenzen niet zo hoog leggen. Want doe je dat niet, moet je goed kunnen omgaan met teleurstelling. Iets waar ik (jammer genoeg?) niet goed in ben.

Ik las over Reiner Maria Rilke, ‘een compagnon de route’ zoals mijn oom hem verwoordde (een Duitse lyrische dichter in +/- 1900). Rilke geloofde dat hij alleen in de eenzaamheid tot zijn recht kwam, en wou zich niet verliezen in de armen van iemand anders, want dan zou hij niet zijn pure zelf meer zijn. Dus telkens wanneer hij heel close met een vrouw kwam, nam hij afscheid. Op elke treinstation dat hij stopte stuurde hij een bos bloemen naar die vrouw. Hoe verder hij ging hoe meer bloemen zij ontving. Niet dat hij niet in staat was lief te hebben, maar hij liet zichzelf niet toe zich aan te passen aan iemand anders. Je kan je leven niet delen zonder te veranderen.

Dat heb ik laatste maanden ook mogen ondervinden. Maar ik wil niet alleen zijn, ik kies ervoor om mezelf te verliezen in een ander. Omdat ik voel dat dat is wat het leven van me vraagt. Hij is mijn zin van bestaan. Maar de band tussen hij en ik overtreft niet de wetten van de natuur, ondanks wat alle romantische films en boeken me doen geloven. Zo een liefde bestaat niet in de realiteit. Daarom vind ik het belangrijk om in de eerste plaats onze liefde te delen met de moeder van ons allemaal. De natuur beslist. De natuur heeft de kracht. En is liefde een natuurlijke kracht?

22192814_178110076096639_1089186382_n
Collega’s en cake 

Dus als liefde mijn zingeving is, dan heb ik mijn persoonlijke doel in het leven al bereikt. Toch? Ik hou van een man met een liefde die al mijn persoonlijke grenzen verlegt, hetgeen wat Rilke wou vermijden. Ik pas me aan, (of ik doe mijn best) terwijl ik mezelf blijf. Maar ik geloof, net zoals mijn oom, dat liefde alles overwint. Misschien omdat ik teveel fantasieboeken lees en teveel romantische drama’s heb gekeken, misschien omdat het het juiste antwoord is of misschien omdat ik me iets in mijn hoofd haal. Maar ik doe het. Zal ik, net zoals mijn oom, hierin teleurgesteld geraken? Zal ik ondervinden dat liefde zijn grenzen kent, en zal ik dat kunnen accepteren?

 

En wat doe ik daarnaast? Want liefhebben kan je elke minuut van de dag, maar in de zetel blijven zitten en liefhebben gaat na een tijdje ook vervelen, zoals alles. Want we worden gedwongen meer te willen, we worden verleid in het meer hebben, we worden verwacht in het meer doen. Omdat jij en hij en zij het van me vragen. Net zoals ik het (onbewust?) van jou vraag. Want een liefdevolle film alleen is niet genoeg om onze aandacht te houden. We moeten gevoed worden met sensatie en drama. Al is het maar uit verveling van het gewone. We willen de grootste dingen, maar kunnen we ook accepteren dat we de kleinste zijn?

Mijn 20 favoriete uitspraken in het Sranan Tongo

Ik moet toegeven dat ik niet vaak Sranan spreek, omdat ik me er niet comfortabel in voel. Ik weet wel hier en daar een woordje, maar deze dan ook gaan gebruiken op straat ligt (nog niet?) in mijn comfortzone. Het is wel altijd handig om te weten natuurlijk. Gewoon omdat ik bijleer, maar ook omdat ik me dichter verbonden voel met het land en zijn inwoners, ik kan al eens opscheppen in een taxirit en indruk maken op mijn collega’s. Hier en daar durf ik een woordje op te vangen in de supermarkt. Maar echt serieus gaan gebruiken doe ik alleen als ik geen andere optie heb, wanneer de winkelier geen Nederlands spreekt bijvoorbeeld – iets wat hier vaker voorkomt dan je zou denken. Alleszins, dankzij de ondervraging van mijn schoonfamilie gisteren vond ik het wel eens tijd worden voor een klein overzicht. Hier mijn mijn favoriete uitspraken in Sranan Tongo (als ik eerlijk moet zijn, zijn dit ook de enige woorden die tot nog toe op mijn woordenschatlijstje staan, op enkele na). Hier zijn ze dan, niet op volgorde van leukheid:

  1. Switie‘ betekent ‘lekker’, ‘heerlijk’, ‘leuk’. Quincy durft mijn kookkunsten al eens te omschrijven als ‘switie’, wanneer ik heel erg mijn best heb gedaan, maar dit woordje kent ook zijn gebruik buiten de grenzen van de keuken. ‘Switie Sranan’ betekent namelijk ‘prettig Suriname’.
  2. Bère spang‘ In het Surinaams-Nederlands vertaalt als ‘ik heb me bekomst’. In het Vlaams zeggen we simpelweg ‘ik zit vol’ (met eten weliswaar)
  3. Kon hesi baka‘ = ‘Kom snel terug’
  4. Mi lobi joe‘, ‘Ik hou van jou’. Gebruik ik regelmatig, wanneer ‘ik hou van jou’, ‘I love you’ en ‘love you’ al teveel de revue gepasseerd zijn op een dag. Beetje afwisseling kan al eens deugd doen, niet?
  5. Wassi, mo go wassi‘. ‘Ik ga een ‘wassi’ doen’. In het Surinaams-Nederlands: ik ga baden. In het Vlaams: ik ga douchen. Persoonlijk vind ik dit een heel schattige. Maar het kan ook gebruikt worden om aan te duiden dat je de kleren wast, de auto wast of de afwas doet. Dat is natuurlijk al minder schattig.
  6. A no de/a no kan‘. Krijg je veel te horen hier in Suriname, en dan vooral wanneer het over geld of financiën gaat. ‘A no de’ betekent ‘het is er niet’. ‘A no kan’ staat dan weer voor ‘het kan niet’. Sranan is nog zo moeilijk niet, toch?
  7. Peh ie deh‘, de eerste maanden in Suriname heb ik me nooit afgevraagd wat dit betekende, ik dacht het wel te weten. Quincy zei het veel over de telefoon, en altijd wanneer het woordje viel kon ik aan niets anders dan goed nieuws denken. Je spreekt ‘peh ie deh’ namelijk uit als ‘payday’. In mijn oren hoorde ik het geld dus al rollen, maar niet dus. Wanneer Quin aan de telefoon ‘peh ie deh’ zegt, vraagt hij alleen maar waar de ander is.
  8. Joe ab?‘, ‘Heb je?’ Eigenlijk is het ‘joe abi’, maar als de Surinamer de gelegenheid krijgt om woorden samen te voegen, zal hij of zij niet vaak aan die gelegenheid voorbijgaan. Vaak worden alle woorden die kunnen samengetrokken worden, dan ook met veel gemak en zonder twijfel aan elkaar geregen. ‘Joe abi’ wordt vaak een snelle ‘jaap’, en is een vraag die je veel hoort in de supermarkt, gevolgd door het gezochte item. ‘Jaap …?’, ‘Heb je …?’ Ik weet niet of dit als een merkwaardigheid overkomt, maar hier in de supermarkt kan je niet elke week hetzelfde aanbod verwachten. Dan is er wel sla en geen groenten, de week erop is het brood nog niet geleverd en twee dagen later is de boterhammenworst verdwenen. Daarbij laat de tomatenpurree (import) al maanden op zich wachten.
  9. Langa bère‘ Hier zijn we dan weer met de bère, geen ‘bère spang’ deze keer, maar ‘langa bère’, wat in dit geval ‘langdradig’ betekent. Wanneer je er bijvoorbeeld een lange vergadering op hebt zitten, of je gesprekspartner komt maar niet tot aan het punt van haar verhaal – iets waar ik me vaak schuldig aan maak.  Ik hoor deze uitspraak nog het vaakst in journalistieke kringen, wanneer er gesproken wordt over een ‘langa bère’ interview of een ‘langa bère’ artikel.
  10. Ofa!‘ Hoor je misschien nog wel het meest van alle Surinaamse woorden, en dan vooral over straat. En aangezien iedereen iedereen kent, en het leven zich voornamelijk op straat afspeelt – dit dankzij het lekkere weer, wordt je elke dag om het hoofd geslagen met ‘ofa’s’. Het was dan ook één van de woordjes die voor het eerst in mijn hoofd bleven hangen. ‘Ofa’ is een afkorting van ‘Fawakka’, wat ‘hoe gaat het?’ betekent.
  11. Aigo‘, krijg je vaak als antwoord op de ‘ofa’ of ‘fawakka’ om twee redenen: het lijkt met elke Surinamer altijd wel goed te gaan, en als het niet goed gaat zal dat ook niet snel in het openbaar worden toegeven. Dus het is een gepingpong op straat tussen de ‘ofa’s’ en de ‘aigo’s’.
  12. Sang!‘ Een uitroep die je gebruikt wanneer het leven niet loopt zoals je wil, en je dus een tegenslag ondervindt. Dit woord wordt ook vaak verlengd, waardoor het een klagerig toontje krijgt: ‘Sàààààààng’, en kan je bijvoorbeeld  gebruiken wanneer je net de bus hebt gemist, of er valt een mes vol boter op de grond en maakt plekken op de net gekuiste vloer, iets wat me deze ochtend voorviel (wij Vlamingen durven hier ook al eens ‘shit’ te zeggen)
  13. Mi sabi‘. ‘Ik weet het’. Wordt veel gebruikt als je gesprekspartner aan het klagen is over het een of het ander – vaker over geld dan wat anders. Dan knik je meelevend en moppert: ‘Mi sabi, mi sabi’. Net als dat Vlamingen ‘ik weet het, ik weet het’ zeggen wanneer we denken alles te weten over de ander zijn miserie, maar eigenlijk niet echt aan het luisteren zijn, want je bent met je eigen gedachten bij je eigen problemen.
  14. Omu‘. Spreek je uit als ‘omoe’, en zo wordt het ook soms geschreven. De uitbater van de supermarkten zijn hier 9 op 10 Chinezen, open van 7 uur in de ochtend tot 10-11 uur in de avond, alsook op zondag. Er valt hier dus niet te klagen over onze ‘omu’s’, de roepnaam voor elke mannelijke Chinees die in de supermarkt werkt. ‘Omu, omeng a san?’, vrij vertaalt: ‘Oom, hoeveel kost het?’
  15. Kranti‘. Krant. ‘Omu, jaap kranti?’ Wat was ik fier toen ik mijn eerste volledige zin in Sranan kon zeggen, ik stond (stiekem) te glunderen in de supermarkt. De omu in kwestie, trok grote ogen maar lachte aanmoedigend. Moeite wordt geaprecieerd. Alleen jammer dat het daar voor mij ook stopt met de social talk. Gelukkig bestond zijn antwoord uit een eenvoudig knikje met het hoofd.
  16. Hoe tel je geld? ‘Tjawa‘, kwartje. ‘Lotto‘, vijf. ‘Donie‘, tien. ‘Blauw‘, twintig (de Srananman hebben het zichzelf niet te moeilijk gemaakt, aangezien een briefje van twintig blauw is), ‘Bankoe‘, vijftig en ‘Barkie‘, honderd. Als je dus veel ‘barkie’s’ kan tellen, zit je goed.
  17. Bigi ede‘. Groot hoofd. Waarom deze tussen het lijstje staat is voor mij een weet, voor jou een vraag 🙂
  18. A Sitie‘. ‘Geregeld, in orde’. Wordt vaak gebruikt na het maken van een afspraak en is daarom vrij vertaald: ‘komt in orde’. ‘A boeng’ betekent dan weer ‘is goed’, vaak gebruikt om een afspraak te bevestigen, maar hoor je ook al eens als afscheid voor twee mensen elk hun eigen weg gaan of als vraag. ‘A boeng?’ ‘Aaaai, nanga joe?’ (Ja hoor, met jou?)
  19. Tamara‘. Vind ik persoonlijk een hele mooie. ‘Tamara’ betekent ‘morgen’.
  20. En last but not least: ‘osso‘ betekent ‘huis’. ‘Peh ie deh? – Osso.’

Voor degene die zich willen gaan verdiepen in het Sranan Tongo is er alvast 1 zorg minder: er bestaan geen vaste regels in het schrijven van Sranan, aangezien het echt een spreektaal is, en geen schrijftaal. Iedereen schrijft de woorden anders. Er geldt maar 1 schrijfregel: schrijf het woord zoals je het uitspreekt, of dat nu met 1 ‘s’ is of twee ‘ss’en’, daar maakt niemand er een punt van. Bij deze staat deze ‘langa bère’-blogpost vol schrijffouten, en het mag.

Voor altijd in tweestrijd

Binnen minder dan een maand sta ik terug op Belgische bodem. En dat is goed nieuws. Er zijn namelijk honderd en 1 dingen waar ik naar uit kijk. Ik wil – ingeduffeld in dikke jas en sjaal – op de fiets springen en het vanbinnen lekker warm krijgen, terwijl de wind me om de oren snijd. Ik wil door de drukke straten van Gent centrum lopen en opgaan in de massa zonder dat ik licht uitstraal, en daarmee onwillige aandacht van het mannelijke geslacht krijgen. Ik wil samen met mijn moeder een warme chocolademelk drinken op de kerstmarkt terwijl honderden kleine lichtjes om ons heen dansen.

_MG_1366 _MG_1145

 

 

 

 

Ik wil het nog eens koud hebben. Ik wil samen met een vriendin onder een dekentje kruipen en naar een romantische film kijken. Ik wil samen met mijn ouders nog een uur napraten aan tafel onder gezellig kaarslicht. Ik wil mijn vader en kleine broer horen plagen en mijn moeder horen lachen. Ik wil op bezoek gaan bij mijn grote broer en onder een gezellige brunch mijn ongevraagde mening over zijn liefdesleven geven. Ik wil op cafe zitten en eindelijk nog eens degelijk bier drinken (sorry Parbo, maar je bent het gewoon niet voor mij).

_MG_1375 _MG_1370

 

 

 

 

Ik wil discussiëren met een vriend tot in de donkerste uren van de nacht. Ik wil me geen ongeluk verschieten omdat er een stiekeme kakkerlak ons huis binnenvliegt (ja, kakkerlakken vliegen!). Ik wil lekkere winsterse stoemp eten, klaargemaakt door de mama. Ik wil onuitgenodigd aankloppen op de deur van mijn beste vriend, vragend om advies. Ik wil mijn voetjes onder tafel schuiven na een lange, koude dag thuiskomen in de geur van verse pompoensoep. Ja, ik mis heel wat dingen aan België.

22069067_1865882087074903_111919417_oFamilie en vrienden zijn en blijven de voornaamste redenen waarom ik België al eens durf te missen. Maar het is ook de reden waarom ik Suriname zal missen. Naast het feit dat ik Suriname zal missen omdat ik ontspannen en blootsvoets de auto rij, overal met teenslippers ga, dat ik bepaalde dingen van dit land weet die ik niet eens in België weet – bv welke boter het lekkerste is op de boterham en welke de lekkerste in de pan.

Naast het feit dat ik niet meer zal thuiskomen om als eerste al mijn kleren uit te trekken van warmte, ons eigen creatieve thuis niet meer zal helpen evolueren en de geiten van de buurt me niet meer komen verrassen in het licht van mijn fietslamp. Geen groene wildgroei meer overal waar je kijkt, geen leguanen die van onder het gras schieten bij je aankomst, geen tomatenplantjes die ik help groeien en al zeker geen hoge kokosbomen die me nog steeds het gevoel geven dat ik op een of ander paradijs woon, ongeacht de – soms ook – lelijke dingen die onder diezelfde bomen plaatsvinden.

_MG_1067Geen buurtbus waar ik ondertussen iedereen ken – en weet wonen. Geen gekke buschauffeur die je leven waagt op de al even chaotische wegen. Geen verkeer waar niet de verkeersborden, maar de wet van de sterkste dicteert. Geen vrolijke felgekleurde daken en geen enkel huis is hetzelfde. Geen dichtbebouwde wegen en verbondenheid op straat wegens tekort aan fiets- en wandelpaden. Geen fysiek verstikkend gevoel in het altijd open ademende Suriname. Geen (dode) slangen die me verassen op weg naar de bus. Geen felblauwe, open hemel meer en geen zon die het leven opfleurt op de dagen waarop ik het allemaal even niet voel. Suriname kent meer creativiteit omdat er minder voor handen is.

_MG_1057Maar naast dat wat Suriname mooi en verleidelijk maakt, is het land niets zonder de mensen erin. Ok, toegegeven, ik heb geen tien vrienden in Suriname, maar ik heb er wel een grote, mooie familie bij gekregen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik vroeger altijd klaagde bij mijn moeder. Waarom had ik twee broers gekregen? Ik wilde ook een zus, het liefst van al een tweelingszus. Niets aan te veranderen, zei de moeder, je hebt twee broers en daarmee moet je het doen. Nu ben ik heel dankbaar voor deze – ondertussen – mannen in mijn leven. En ik heb geen reden tot klagen meer. Want nu heb ik er zomaar even vier mooie schoonzussen, een schoonnichtje (zeg je dat zo?), een schoonbroer en twee lieve schoonouders bij. Zij zijn me dierbaar geworden.

_MG_1359 _MG_1309 kopie

 

 

 

 

Thuis bij familie Westenburg is het altijd levendig en gezellig. Er valt altijd wat te beleven en er is zelden een stil moment. Ik ben dankbaar voor deze warme thuis die ik er bij heb gekregen, voor de open armen waarmee ik ontvangen ben. Het is dankzij hen, dat ik me thuisvoel in Suriname. Dat ik een plek ken waar ik voel dat ik behoor. Ik neem een ieder van ze mee in mijn hart terug naar België.

_MG_1278

Bijna negen maanden geleden kwam ik naar Suriname om mijn ogen uit te kijken en mijn voeten te laten ontdekken. Of ik hier werkelijk zou blijven, was nog maar de vraag. Quincy en ik, we zouden het proberen. Suriname en ik, we zouden het een kans geven. Dat gedaan te hebben, heeft het land geen seconde getwijfeld mijn hart te stelen. Nu, bijna negen maanden later, kijk ik trots naar mezelf in de spiegel. Want het is me toch maar mooi gelukt om in de afgelopen maanden een nog onbekende plek tot mijn thuis te maken. Het heeft me genoeg bloed, zweet en tranen gekost, lege momenten van verveeldheid en eenzaamheid, dagen van verdriet en verlies, weken van gemis en frustratie. Maar vandaag de dag ben ik dat kleine stipje op de aardbol dat precies is waar het wil zijn. Dit is dan ook geen afscheid, maar slechts het begin.

_MG_1075

 

 

 

 

Een open en eerlijke brief aan mijn stervende nonkel

Wat valt er nog te zeggen?Als het einde nabij is? Niet veel, maar ik ga niet wachten tot het te laat is;

Je bent niet mijn boezemvriend en ik zal je niet missen omdat we elke zaterdagavond op cafe een pint pakken. Ik zal je nooit meer zien, of je hand kunnen schudden op kerst, je een gelukkig nieuwjaar toewensen en aanhoren hoe je mij een gezond jaar toewenst. Ik zal niet meer binnenwandelen en in de zetel tussen je dochters ploffen, met het haardvuur dat voor ons brandt.

Hoe je uit de keuken komt lopen, met je blauwe short om je middel en witte hemd aan. Klaar voor een avond familie en gezelligheid. Je bent mijn symbool van kerst, op de hoek van de tafel zit je, met een fiere stem die het hoofdgerecht aankondigt. Alles was tot in de puntjes verzorgd. Het was chique, maar bleef huiselijk. Wat moet een mens meer op kerst?

En nu zit ik hier aan de andere kant van de wereld en misschien is mijn volgende kerst wel in de snikkende hitte. Zonder de chique huiselijke sfeer die alleen jij zo kan neerzetten. Maar vergeet niet, ik zal aan je denken. Je blijft mijn symbool van kerst.

Maar je bent veel meer dan kerst, je bent de stem die me aanmoedigde te reizen. Nog voor ik je vertelde van mijn plannen, raadde je me aan om de wereld te ontdekken. Ik was met mijn vader bij jou in de tuin, we aten een frisse salade in de zachte zon. Ik zou bijna afstuderen. Je sprak met glinsterende ogen over jouw ervaringen, en ik werd alleen maar warmer van de plannen. Nu heeft al het reizen me hier in Suriname gebracht, en ben ik zo ver weg van onze familie, die hier samen doorheen moet.

Maar je bent veel meer dan kerst en warme plannen. Enkele jaren geleden leegden we samen jouw zolder en kreeg ik zoveel waardevol fotomateriaal mee voor mijn eigen donkere kamer. Je bent een inspiratie in mijn fotografie, en het gerief dat ik van je kreeg zal altijd bij ons blijven. Er zal alleen maar meer beeld uitvloeien en beter foto’s gemaakt worden. Elk resultaat is er dankzij jou.

En je bent veel meer dan kerst, warme plannen en inspiratie, je bent een vader en een liefde, een broer en een vriend, mijn nonkel. En dat zal je altijd blijven. Ik wil er zijn voor jou maar ook voor je kinderen, die ik zo dierbaar in mijn hart heb gesloten. Ik wil er zijn voor jou en voor mijn vader, die ik wil ondersteunen en dragen in deze moeilijke tijden. Ik wil er zijn voor jou en onze familie. Want je bent een familieman, en dat zal je altijd blijven.

Hier in Suriname gaat jouw aanwezigheid in mijn hart niet verloren. Mijn schoonfamilie, Quincy en ik leven allemaal met je mee. In hoofd en hart, in onze tuin, je bent bij ons. Elke keer ik jouw bloem water geef, denk ik aan jou. Ik wens je heel veel sterkte tegen de pijn, en ik hoop met heel mijn hart dat je de schoonheid ziet in wat je nu rond jou verzamelt: familieliefde. Want liefde en familie, daar draait het tenslotte allemaal om.

Met alle reizigers die ik afgelopen jaar leerde kennen, nam ik geen afscheid. Afscheid is niet permanent. Afscheid is een is gemis, tot we elkaar weerzien. Dus ik neem nu ook stellig geen afscheid van jou, misschien omdat ik het niet wil, misschien omdat ik het niet kan, misschien omdat het niet is.

Ik hoop dat je me het niet kwalijk neemt dat ik dit op internet deel. Schrijven is mijn therapie, en ik deel zodat iedereen die het maar lezen wil, beseft hoe kostbaar familie is. Want liefde, is waar het allemaal om draait. En dankzij jou, heeft de wereld een stukje meer van dat.

Danku, voor alles. Veel sterkte, aan jou maar ook onze familie. Een kus voor de kinderen en een knuffel voor mijn vader. Maar vooral;

Heel veel liefde voor jou,

Tot ziens

De wereld draait door

Zij gaat trouwen en hij heeft kanker. Zij gaat studeren in een ander land en hij blijft nog een jaar bij zijn moeder wonen. Hij zoekt zijn weg in de theaterwereld die niet goed betaalt en zij vindt geen job met haar hoog diploma dat teveel vraagt. Haar behandeling is goed aangeslaan en zij opent haar eigen bedrijf bij haar thuis. Zij is in verwachting en hij wordt al bijna 1 jaar. Hij heeft nog steeds te weinig uren in een dag en zij voert strijd tegen haar ziekte. Zij is nog steeds op zoek naar rust en structuur en zij gaat samenwonen. Hij is op reis in Berlijn en zij plant een rondreis door China. Je kan jezelf hierin herkennen want ik spreek over jou. Verandering, ontwikkeling, verwerking, het is overal.

Op weg naar Natural Pool, een niet-te-onderschatten wandeling die we hadden onderschat.

In de tussentijd zit ik hier maar, met in mijn hoofd mijn eigen problemen van alle dag. Van klein (we hebben nog geen vlees ontdooit, wat gaan we eten vandaag?) naar groot (ik kan even niet op een groot – persoonlijk – probleem komen, oef!). Nieuws stroomt binnen, van de na-twee-maand-ontslagen-minister-van-justitie-en-politie tot een babyfoto van Cas op Facebook. En ik like misschien niet alles, en ik zie zeker niet alles (dankzij Facebook die denkt te weten wat ik allemaal wel en niet wil zien), maar wat ik zie komt wel binnen.

Ontwikkeling en verandering gebeurt elke dag. Soms voel ik me aan de zijlijn staan. Zo, hierzo, ja, ik ben hier nog, zie je me?, hoor je mij?, ja, hallo, hey, wat gebeurt daar allemaal? Wacht eens even hoor, ik ben niet mee. Hoezo je gaat trouwen? Sinds wanneer ben je zwanger? He, je bent op reis! Waar ben je? Nee toch, ziek? Waarom! Help, even, wacht, ik ben niet mee. Wat gebeurt daar allemaal?

De schaduw alleen was niet genoeg :-).

Zo, Zoe verhuist en het land valt uiteen? Zou ik kunnen denken, maar is niet waar. Het leven gaat gewoon door, voor iedereen op zijn eigen tempo, op zijn eigen manier en rekening houdend met de veranderingen en ontwikkelingen van zijn eigen leven. Want dat is leven. Bezig zijn met jezelf, kiezen voor wat jij wilt, wat jij denkt dat het beste is, waar jij zin in hebt. Ik heb gemerkt, ik kom pas echt tot leven wanneer ik doe wat ik wil, zonder daarbij veel rekening te houden met anderen. Dan pas, leef ik.

Zo egoistisch maar zo waar. We zijn allemaal egoistische wezens diep vanbinnen, of iemand dat nu kan toegeven of niet. En dat hele mooie kaartenhuis valt met een zucht uiteen, als je niet langer meer alleen verantwoordelijk bent voor jezelf. Wanneer kinderen in je leven komen, is het gedaan met egoistisch zijn. Het kan, en het gebeurd, maar het is niet wat velen beschouwen onder ‘goed ouderschap’ als mama zin heeft in een namiddagje voor haarzelf aan het zwembad terwijl kindlief op de schoot van de oppas zit te huilen, lang na sluitingstijd van de creche.

Nooit gedacht dat we elkaar nog eens gingen zien. Ziedaar.

Maar ik loop op zaken vooruit. Het gaat erom dat egoistisch zijn ook iets goed kan zijn, beter nog: het is heerlijk. Het kan niet altijd en zeker niet op elk uur van de dag, want er zijn dingen zoals de samenleving en de maatschappij die in de weg staan van volledig egoisme. Maar als we het doen, spreken velen van een ‘quilty pleasure’. Maar niemand hoeft zich schuldig te voelen omdat ze eens iets doen VOOR ZICHZELF. Waarom moet je je gaan verantwoorden, als je eens iets doet VOOR JEZELF. Lezen jullie ook hoe onlogisch dat klinkt? Jij leeft, dus jij beslist, toch?

Het ondrobon van Aruba

De wereld draait door, of we nu in de straten van Gent lopen of er niet meer zijn, of we nu verhuizen naar de noordpool of ons opsluiten in het Zuiden van Frankrijk. We zouden allemaal graag willen dat we zo belangrijk zijn, dat we zo een diepe indruk hebben achtergelaten op de wereld, dat deze niet meer dezelfde zal zijn zonder ons. Maar niets is minder waar: het kan de wereld niet schelen waar je bent en voor hoelang je er nog bent. Zo belangrijk zijn we niet als individu. Jammer, maar helaas. Het gaat dus niet om wat je bereikt, want hoe groot het ook mag lijken, het vervalt in het niets. We zijn nog geen stipje op de aardbol, en voor mensen die reizen wordt dat gevoel meer tastbaar. Maar niemand kan het echt vatten: dat mijn leven op zich, eigenlijk niets waard is.

Het is niet allemaal zon zee strand, ook cactussen en dorens en levenloze bomen.

Want of ik nu hier ben of daar, je trouwt, je wordt ziek, je verhuist, je wordt groter, je wordt zwaarder, je bevalt, je verjaart, je solliciteert, je werkt teveel, de zon komt op en de zon gaat onder. Ik zie dezelfde zon als jij, en dat is het enige wat ons verbindt. En liefde, onvoorwaardelijke liefde die niet kan gemeten worden in woorden, daden of beelden. Het is een gevoel, een verbintenis tussen jou en ik en op welke afstand dan ook, ik voel je hier in mijn hart, ik draag je hier mee in mijn hoofd, ik steun je keuze om te verhuizen, ik huil om jouw pijn, ik lach mee met jouw geluk en droom mee met jouw gedachten, ik wordt warm van jouw foto’s op Facebook zonder ze te liken. Want een gevoel als liefde is niet te meten met een like, maar met de glimlach die ik je geef, onderweg naar huis in de bus, samengeplet tussen een heleboel dikke en andere dunne mensen, terwijl een man me lastig valt, een oudere vrouw zit te zingen mee met de radio die veel te luid staat en de bus bijna uit elkaar valt als hij een drempel over gaat. Ik lach voor jou, ik huil samen met jou. Ik deel je verdriet, je dromen, je pijn, je geluk. Want ik ben met jou, ik leef mee, met jou. Dat is liefde.

In verwachting

Opgegroeid tussen de verwachtingen, op de verwachtingen en met verwachtingen, heb ik ook hier verwachtingen. Ik wil weten wat mijn buren, vriend, familie vrienden en collega’s van mij verwachten. Ik moet het weten, anders weet ik niet wat ik moet leveren.  Waar ik het heel, heel moeilijk mee heb, is dat in mijn leven plots geen verwachtingen meer kent. Er wordt zelfs niet verwacht dat ik op tijd kom, en dat is nog maar het begin.

Naar wat moet ik toewerken? Naar wie moet ik opkijken? Wat moet ik doen? Hoe hoog liggen uw verwachtingen van mij? Hoe snel moet ik leveren? Het is ons allemaal heel duidelijk. Het wordt ons duidelijk gemaakt door familie, tijdstabellen, vrienden, buren, straatnamen, wegwijzers, collega’s, je lief, reclameborden, ouders van vrienden, scoutsleiding en ga zo maar door. Onze omgeving maakt het ons duidelijk, elke dag opnieuw. En voor twijfels en vragen, weet u precies waar u terecht kan, want ze verwachten je. Een gestructureerde maatschappij maakt dingen duidelijk voor wie er is geboren.

_MG_0692

Ik ben opgegroeid met verwachtingen. Thuis, op school, in de klas, tussen de vrienden en vriendinnen, in de jeugdbeweging, op het werk, in het openbaar vervoer. Dat moet dan klaar staan, dit moet op dat uur ingeleverd worden, die taak moet op die dag verbeterd zijn en ga zo maar door. Ik weet wat ik moet doen, waar ik moet gaan, hoe snel ik moet werken, hoe lang ik kan slapen, waar ik hebt afgesproken en wanneer ik me moet verantwoorden. Het is me allemaal duidelijk gemaakt op mijn geboortedag bij wijze van. Ik kon op de verwachtingen vertrouwen, ik kon er op bouwen, ik kon me gaan aanpassen.

Nu. Ik ben verdwaald in een wereld zonder verwachtingen. Ze zijn er ongetwijfeld, maar ik zie ze niet. U toont mij niet: het moet zo en zo en zo. Omdat het ook anders kan. Dit is heel fijn. Het geeft tijd en ruimte voor mijn eigen ontwikkeling en gedachtengang. Ik zie iets nieuws en doe iets anders, of net niet. Maar dit is ook verschrikkelijk. Er is niemand die echt iets van mij verwacht. Just get it done. Wanneer, hoe, waar, en met wie is me niet duidelijk. Geen verwachtingen moeten inlossen klinkt ongetwijfeld heerlijk, zo klinkt het ook nog steeds voor mij. Maar opgegroeid met niets anders dan verwachtingen, is het in mijn hoofd een recept voor pure chaos. Wat moet ik dan doen? Wat is goed? Wat is niet goed? Ik weet het niet meer!

Ik kan eerlijk waar geen onderscheid maken tussen dingen die ik goed doe, en niet goed doe. Er wordt me meer dan eens verteld dat ik ‘het’ niet goed doe. Maar waarvoor ‘het’ dan wel mag staan, weet ik niet. Wordt me ook niet verteld, want ze weten het vaak zelf niet. Gewoon, ik doe het niet goed, maar hoe moet het dan wel? Daar krijg ik ook geen een antwoord op. _MG_0288Verschrikkelijk, toch?

Klinkt het heerlijk of verschrikkelijk, is het geen van beide. Al weegt mijn weegschaal laatste tijd wel zwaar door naar de kant van verschrikkelijk. Ik ben moe. Want ik leef in een wereld zonder verwachtingen, maar die verwacht ik wel te krijgen, elke dag op nieuw. Naïviteit, maar ook gewoon omdat ik het zo ken. Dus wat doet Zoë? Ze gaat haar eigen verwachtingen creëren. Ik vul uw verwachtingen wel voor u in. U, die geen verwachtingen heeft.

Dus ik maak verwachtingen voor u, geen zorgen, u hoeft ze zelfs niet te bedenken. Ik maak ze voor u, en dat doe ik niet alleen. Nee, ik ga ze ook nog eens gaan invullen, voor u. Zomaar, zonder dat u daarom vraagt of nood aan heeft. Ik heb het ongevraagd toch maar gedaan. Want ik kan toch niet geen verwachtingen gaan invullen? Wat moet ik dan met mijn tijd? Deze verwachtingen, die ik voor u maak en die ik voor u invul, liggen hoog. Oh ja, ik leg de lat hoog, want ik ben nu eenmaal een veeleisend persoon. Van mezelf, maar ook van u. Dus ik werk hard, en ik steek veel energie in het inlossen van uw verwachtingen, die ik zelf heb verzonnen. Klinkt allemaal zo vermoeiend, niet?

_MG_0144Nog niet vermoeiend genoeg blijkbaar, want ik ga nog eens verwachtingen gaan creëren, maar van u. Verwachtingen waarover ik niet moet nadenken maar die zo natuurlijk in mij opkomen als dat ik elke ochtend mijn veters strik. Ik communiceer deze verwachtingen niet, of moeilijk, want het zijn toch alleen maar voor de hand liggende dingen? …

Niet dus.

Ik communiceer ze zelden, maar ik zaag als u ze niet invult. Hoe kun je nu niet weten dat…? Is toch normaal dat…? En ik zaag en ik zaag en ik zaag want u komt tekort in mijn ogen. U voldoet niet aan mijn verwachtingen, ik blijf zitten met mijn verwachtingen, jij zegt ‘de pot op’ tegen mijn verwachtingen. En heeft u geen gelijk, want ik heb ze tenslotte zelf verzonnen.

Ik werk hard aan het invullen van uw verwachtingen, die u niet heeft. Ik neem het u kwalijk dat u mijn inzet niet apprecieert. Maar u merkt mijn inzet niet, want ik heb u niet op de hoogte gesteld van mijn verwachtingen. U denkt gewoon dat ik veel energie heb. U heeft geen idee dat ik schreeuw uit onmacht. Ik moet bekennen: Suriname, u past niet in mijn plaatje van verwachtingen. U bent niet van wat ik als tienermeisje heb gedroomd, maar de realiteit die u mij voorschotelt, is zoveel mooier. Is zoveel harder dan dat ik ooit had gevreesd, en zoveel zachter dan dat ik ooit had gedroomd.

Liefste Suriname,
Pas ik in uw wereld, die geen verwachtingen kent?

_MG_0584

 

La Dame Blanche

Terwijl ik dit schrijf heb ik net een ijsje op. Dame blanche, het doet me denken aan mezelf, ‘witte dame’. Of is dat niet de juiste vertaling? Alleszins, ik schuil momenteel achter mijn toetsenbord en geef er nog eens een flinke lap op. Want ik ben niet verlegen achter mijn computerscherm, in tegenstelling tot op straat. Vrienden en familie die me kennen zullen nu misschien eens fronsen. Zoë verlegen?

Jawel hoor. Als ‘dame blanche’ in Suriname voel ik me niet honderd procent overal op mijn gemak. Er zijn de goede dagen vol plezier en geluk. En er zijn de slechte dagen van gehuil en geruzie. Die goede dagen van veel plezier en geluk, deel ik met u. Niet allemaal, want ik wil u ook niet gek van jaloezie maken op die maar al gekende tijdlijn. Maar het is als een soort automatisme, een onderliggende drang in mij die met u wilt delen hoe mooi het hier is, hoe lekker het hier smaakt, hoe gezellig het hier hoort.

Het valt me op dat ik dit doe, omdat ik niet de enige ben. Ik weet van vrienden die zich niet goed voelen, en dan zie ik een schitterende foto op Facebook alsof ze de tijd van hun leven hebben. Onlangs reageerde een ex-collega op een foto van me. ‘De tijd van uw leven daar precies?’ En toen ben ik gaan nadenken. Ja, daar lijkt het wel op, hé? Met al mijn zonnige foto’s vol intense kleuren en – voor een Belg zoals ik – niet-alledaagse onderwerpen. Er bestaat ook wel zoiets als een filter (mama: dat is een effect dat je op een foto kan zetten zodat deze een bepaalde sfeer krijgt), maar ik heb besloten om die niet meer te gebruiken. Omdat ik de werkelijkheid niet meer wil verbloemen.

Ook mijn smartphone is nu al een dikke maand kapot. Na enkele dagen zonder merkte ik dat ik geen nieuwe nodig heb. Ik heb hier een oude Nokia met een Surinaams nummer en die doet het helemaal prima. Bellen en sms’en en dat is het. En oh ja, de originele versie van Snake staat er ook op voor het geval ik me verveel. Het is gedaan met de kiekjes op de telefoon, die tegenwoordig al een goede beeldkwaliteit hebben maar die ook de oorzaak zijn dat mijn tijdlijn vol staat met allemaal rotzooi. Daar staat u dan, met duizenden foto’s in uw broekzak. Klaar om op elk moment van de dag een nieuwe foto aan uw verzameling toe te voegen. Maar wat doet u met al die foto’s? Kijkt u nog naar een foto die u vorig jaar in oktober maakte zonder dat iemand er naar vraagt?

Hetzelfde met Facebook. Niemand kijkt naar de 40+ beelden die u met een post de cloud instuurt, want mensen hebben de tijd niet. Het moeten al hele goede vrienden zijn, of dichte familieleden. Met mijn fototoestel hang ik misschien de echte toerist uit, maar mijn beelden zijn wel goed. Of dat probeer ik toch. Ze hebben geen filter meer nodig, want dat is weer helemaal niet vergelijkbaar met de realiteit. Het is al ‘erg’ genoeg dat ik alleen maar positieve dingen plaats. Want niet elke dag is positief. Dus ik ben mezelf beginnen afvragen: waarom durf ik geen negatieve dingen op Facebook plaatsen?

Is het omdat de wereld al genoeg miserie heeft, en het alleen maar aantrekkelijk is om op Facebook het feel-good-news te melden? Of is het omdat ik niet alleen ben, en ik stiekem toch wil concurreren met al mijn vrienden hun aantrekkelijke levensstijl? Of wil ik uitzonderlijk zijn en gewoon zoveel mogelijk ‘likes’ binnenhalen, want dat staat stoer als ik mijn tijdlijn overloop. Maar niemand houdt zich bezig met mijn tijdlijn te overlopen en te tellen hoeveel likes ik heb. Ik belast mezelf met de druk om populair te zijn op sociale media. Ik post maximum één keer per dag, want als ik meer post komen mijn updates niet meer op alle tijdlijnen van mijn vrienden te staan (heb ik gehoord). Ik probeer te posten net voor de middag, want dat is bij jullie vijf uur later en om vier uur zouden er – naar het schijnt – de meeste mensen op Facebook zitten.

Zo, alles op een rijtje lijkt net of ik ontzettend verslaafd ben. Terwijl ik zeker weten niet zoveel op Facebook zit in vergelijking met anderen, die wel een smartphone hebben en internet overal. Waarom deel ik al het leuks?

Is het omdat mijn moeder me niet graag zou zien op een foto waar ik niet gelukkig lijk?
Of is het omdat het nu eenmaal meer likes geeft?
Of is het omdat ik aan u wil tonen dat ik hier de tijd van mijn leven heb?
Want daar lijkt het op. Maar het is niet dé tijd van mijn leven. Het is leven, het is geen zin hebben om te koken, het is lachen om een grap, het is ruzie maken om het nutteloze, genieten van de zon en klagen op de warmte. Het is mopperen in de regen en vloeken op de overstroomde zandwegen. Het is te laat komen door de file en te vroeg zijn zonder reden. Het is leven en de tijd wordt gevuld, met al het goeds en kwaads dat er bestaat in elk land van de wereld. Het is hetzelfde leven voor u als voor mij. Opstaan, werken, eten en slapen. En als het kan ook nog liefhebben.

Dus ik deel met u het goede, het mooie, omdat het onderdeel is van het leven. Ik ben er mij van bewust dat ik het slechte niet genoeg aan de grote klok hang. Omdat ik niet alleen ben in het slechte, in het lelijke. Er zijn onbeschreven regels zoals privacy en dat moet gerespecteerd worden in het leven van familie, vriendschap en liefde. Ik ga u niet beladen met foto’s van het lelijke. Omdat u – als u eerlijk bent – daar ook geen nood aan heeft. Denk ik.

Wat ik wel ga doen, is deze post delen net voor de middag. Zodat u het zeker leest. Indien u tijd heeft natuurlijk.

Een plek onder de zon

Ik kom thuis in een land dat ik dacht te kennen, maar mijn verhuis naar Suriname heeft een andere wereld geopend. Een wereld die in sterk contrast staat met alles wat ik toen ontdekte. Dankzij mijn vrijwilligerswerk bij dagblad de Ware Tijd vorig jaar heb ik heel wat uithoeken van het land gezien en unieke plaatsen ontdekt, want het is nu eenmaal zo: journalistiek brengt je op plaatsen waar de ‘gewone mens’ niet komt. Ik volgde de politiek en economie en kreeg een goed beeld van het land, zowel in de stad als in het binnenland. 3 maanden stortte ik mij in een avontuur dat geen einde leek te hebben. Ik ging van het ene feestje naar het andere, hier eens uit-eten met Milou, daar eens gaan sporten met Manon. Als ik niet op de dansvloer of in de cafés te vinden was, was dat waarschijnlijk omdat ik in het binnenland vertoefde. Draai het of keer het: ik was op vakantie, en daar is helemaal niets mis mee.

12829248_10208657525344943_2404247036489397178_o

Terug in Suriname, het land dat ik in de eerste plaats bezocht op aanvraag van mijn moeder. Zij wou namelijk dat ik iets met mijn journalistieke opleiding deed, als ik dan toch zo zot was om een wereldreis te maken. Dus kwam Suriname op het lijstje van landen staan, een land dat ik uit mezelf nooit had overwogen te bezoeken, gewoon omdat het niet in mij opkwam.

Na bijna tien maanden uit een rugzak te hebben geleefd, was het moeilijk aanpassen in België. Ik vond mijn draai niet meer, voelde me ongemakkelijk in de manier waarop zaken behandeld werden, hoe mensen met elkaar omgingen en het pendelen naar Brussel leek al mijn energie uit mijn lichaam te zuigen. De verleiding om terug mijn rugzak op te pakken was moeilijk te weerstaan. Suriname trok mijn aandacht, om meer dan één reden; het is een warm land, het is een open land met weinig inwoners (slechts 500 000, waarvan de helft in de stad leeft), de kalmte waarmee zaken behandeld worden en de traagheid waarop het leven zijn gangetje gaat, Nederlands is de voertaal en mijn netwerk is groot. Ik was er al langer achtergekomen dat ik graag schrijf. Ik ben jong en heb de tijd en ruimte om te investeren in mezelf, wat voor mij betekent: het avontuur opgaan, je hart volgen en artikels schrijven, mezelf ontwikkelen in de journalistiek en in het leven. En dat allemaal wil ik doen met de persoon die mijn hart heeft gestolen. Al deze dingen kon ik vinden in Suriname, en niets hield me tegen uit het koude Belgenland te vertrekken.

17268910_10211955928922971_833593550_o

Het afscheid van België was deze keer harder dan verwacht. Mijn tijd was intens, zowel op positief als negatief vlak. Het is dankzij vrienden en familie dat ik wel genoten heb. Zij zorgen voor een thuis in België, en daar ben ik ze heel dankbaar voor. Dit moest ik weer verlaten, en ook al liep ik maanden te zeuren over hoe beter het allemaal wel niet was in andere delen van de wereld, toen het afscheid er eenmaal aan zat te komen moest ik toch even slikken. Ik besefte dat ik het best goed heb in België, en het gras dat altijd groener lijkt aan de overkant, was deze keer toch groener aan mijn kant. Ik zou er best gelukkig kunnen worden, als ik er nog wat langer voor had blijven werken.

imm018_16A

Maar eenmaal aangekomen in Paramaribo besefte ik dat je voor geluk niet zo hard hoort te  werken, als het op een andere plaats voor het grijpen ligt. De warmte die me omarmde en het weerzien van de tropische bomen vulde mijn hart met een geluk dat niet te beschrijven valt. Nog voor ik mijn vriend terugzag, voelde ik dat de beslissing die ik enkele maanden terug nam, de juiste was. Sindsdien zijn mijn dagen een opeenschakeling van liefde en gelukzaligheid, maar ook van verwondering en uitdaging. Hierover later meer, ik moet nu toch maar eens gaan strijken.

Ga en je zal terugkomen

Ik voel me verloren. Verloren en niet begrepen. Al bijna 3 maanden ben ik terug in België, en het wordt lastiger met de dag. Enkele weken na mijn aankomst was ik onder de indruk van mezelf, hoe gemakkelijk ik het had om hier terug te zijn. Hoe leuk ik het vond om met mijn familie te tafelen en mijn vrienden terug te zien. Het is wel even zoeken geweest in die eerste weken, maar ik was best fier op mezelf. Ik was verschoten van hoe graag ik eigenlijk terug thuis was. In een kamer die voor mezelf is, onderweg met een maatschappij die ik ken, fietsen in een stad waar ik niet de toerist ben, hoe ik niet moet zoeken naar een manier om ergens te geraken. Ik voelde me mooi, sterk en gewild. Ik kreeg uitnodigingen van vrienden om iets te doen, ik dronk Belgisch bier op een café waar ik niet moet vragen waar de WC is. Ik ken de taal, weet hoe ik me moet gedragen en herken mensen in de straat. Iedereen was zo blij me terug te zien. Enthousiast kreeg ik de vragen naar mijn hoofd geslingerd. Ik wist niet altijd hoe ik moest reageren, maar ik genoot van de aandacht. Een gesprek ontstond zonder eerst te moeten vragen naar elkaars naam, en van waar de andere komt. Het ging allemaal zo natuurlijk en alles was weer nieuw voor me. De eerste keer terug op café, de eerste keer met de bus, de eerste keer naar Maarten, de eerste keer in euro’s betalen, de eerste keer in het donker fietsen, de eerste keer alles. Ik vond het zalig om terug thuis te zijn, tegen mijn eigen verwachtingen in.

Nu heb ik nog steeds mijn eigen kamer waar ik van geniet en mijn fiets waar ik helemaal gek op ben. Maar de uitnodigingen van vrienden zijn gedaald. De meesten hebben me één keer gezien en vinden het wel goed zo. Iedereen gaat verder met zijn eigen leven, met nieuw gemaakte vrienden of nieuwe uitdagingen op het werk. Mijn vrienden leven met een drukke agenda en geplande evenementen. Ik heb een lege agenda, omdat ik gek word van een volle. Ik kan toch maar op de dag zelf beslissen of ik diezelfde avond zin heb om nog iets te doen? Hoezo al een afspraak maken weken op voorhand, niet wetende of je daar op die afgesproken datum wel zin in zal hebben? Ik hou van de onafhankelijkheid en impulsiviteit die een lege agenda mogelijk maakt. Maar ik ben hierin heel alleen. Want impulsiviteit gaat moeilijk met een omgeving waarin iedereen alles dagen, soms zelfs weken, op voorhand plant. En ik word er onrustig van, van iedereen die plannen maakt, omdat er anders geen tijd is om elkaar te zien.

Ik voel me niet begrepen door mijn omgeving. Niet omdat ik slimmer ben, niet omdat ik meer heb gezien. Wel omdat ik anders heb gezien. Ik heb gevoeld en ervaren hoe het anders kan, en ben tot indrukken en conclusies gekomen die mijn denkwijze hebben veranderd. En hierin voel ik me alleen, niet omdat er niet naar me wordt geluisterd, maar omdat ik mezelf niet kan uitdrukken. Ik vind de woorden niet om te zeggen wat ik voel, omdat dingen in mij zijn veranderd waarvan ik ook niet weet hoe of waar het precies gebeurd is. En ik probeer, maar bots daarbij op heel veel verwondering. Verwondering die ik niet begrijp, want ik heb anders gezien. En dat maakt mijn omgeving niet dom en mij niet slim, of omgekeerd, maar het zorgt voor frustratie en verveling. Ik voel mijn vrienden zuchten, ik voel ze met hun ogen draaien als ik probeer iets te verwoorden wat te maken heeft met mijn veranderde opinie. Ik dwing mezelf voorzichtig te zijn in wat en hoe ik dingen zeg, en dat bij mijn eigen vrienden. Ik voel me eenzaam in mijn eigen stad.

Stil maar zeker komt bij mij die bevestiging. Ik voel me niet op mijn plaats in het land waar ik geboren ben. Ik ben niet akkoord met de manier waarop het hier in zijn werk gaat. Hoe tijd allesbepalend is, hoe individualistisch de maatschappij is, hoe weinig geduld er wordt uitgeoefend. Beloftes worden even snel gebroken als gemaakt, verwachtingen worden hoog gehouden terwijl er geen hoop was in de eerste plaats. En daarmee wil ik niet zeggen dat het verkeerd is, dat ik er zelf niet ingezogen word of dat een ander land perfect is. Het gaat hier niet om juist of fout. Ik bekritiseer niet de vrienden die hier een leven willen opbouwen, of die enthousiast zijn om een stap verder te gaan. Helemaal niet, ik ben gelukkig dat zij zich goed voelen, thuis voelen en leven willen opbouwen in de plaats waar ze geboren zijn. Meer nog, ik ben jaloers dat ik het zelf niet kan.

Maar ik voel me hier, in België, ongeduldig en gehaast, egoïstisch en verwend. Ik hou niet van de versie van mezelf die ik hier in de spiegel zie. Ik heb gevoeld hoe hoe het anders kan. Ik heb ervaren hoe anders ik kan zijn. Ik heb een deel van mezelf leren kennen als rustiger, gelukkiger, vrijer. Ik heb een leven leren kennen dat vol zit van uitdagingen, impulsiviteit en verrassingen. Ik heb geleerd om mijn gevoel te volgen, mijn eigen intuïtie te vertrouwen. Ik heb op reis zo goed in mijn vel gezeten dat ik me soms voelde barsten van geluk. Ik had meer voeling met mezelf op een plaats waar ik het niet ken, als hier in de stad waar ik geboren ben. Ik kom hier en ik weet het allemaal niet meer, ik weet niet naar welke gedachten te luisteren of welke gevoelens te volgen. Ik voel niet meer wanneer ik moe ben en wanneer ik energie over heb. Ik leef niet meer, ik word geleefd. Dit heeft betrekking tot mìj. Ik stel hiermee niet dat jullie allemaal gek zijn om in een land als België te willen leven. Want ik zie ook hoeveel moois België te bieden heeft, van sociale ziektekas tot het Gravenkasteel in Gent. Maar het voelt niet als de juiste plaats voor mìj.

Er is een onmiskenbaar verlangen in mij die de nieuwe versie van mezelf verder wil ontdekken. Een versie waarvan ik heb geproefd, maar nog niet ten volle heb leren kennen, omdat de tijd te kort was. Ik heb geproefd van een ander leven, een leven dat ik nog niet ken en een maatschappij die ik nog niet begrijp. Maar het is genoeg voor mij om ernaar terug te gaan. Simpelweg omdat het de eerste beslissing is sinds mijn terugkeer die 100 procent goed aanvoelt. Suriname: ik kom terug.

 

Wedergeboorte

Bijna 22 jaar geleden was kleine ongeboren Zoë nog in de buik van de mama. Ik bleef even langer zitten dan negen maanden want ik vond het blijkbaar best gezellig daarbinnen. Bijna 22 jaar terug schonk mijn mama me het mooiste cadeau dat iemand maar kan geven. Een gezond leven. Nu, naast goede puntjes op school en een eerder moeilijke tienerperiode waar ik even de donkere kant opging met een foute Tokio Hotel periode, heb ik mezelf het op één na mooiste cadeau geschonken. Ik heb mezelf doen herleven. En dit bedoel ik op vlakken die ik nooit zal kunnen beschrijven. Ik heb de ballen die ik niet heb bij elkaar geraapt en 12 januari stapte ik op het vliegtuig naar Amsterdam. Naar Paramaribo naar Curaçao naar Panama naar Lima naar Cusco naar Lima naar Santiago naar Auckland naar Sydney naar Bali naar Qatar naar Johannesburg naar Port Elizabeth naar Johannesburg naar Qatar naar Brussel. Ik bevind me nu voor de tweede keer in Doha, Qatar en heb nog één laatste vlucht te gaan (btw ik hou van Qatar Airways!) Nu ik al die vluchten zo op een rijtje zet voel ik me plots wel schuldig om mijn stijgende ecologische voetafdruk. Oeps….. Ik hoop dat het boompjes planten en het naar geen autorijden Saar iets aan kan bijdragen.

Ik heb een hand uitgestoken naar een klein deeltje van de wereld. Ik heb nooit de illusie gehad de wereld te verbeteren want dat is wat ik noem een onmogelijke eenmansoperatie. Ook samen met andere vrijwilligers kan het serieus tegenvallen als je intentie is om hét grote verschil te maken. We zorgden voor een glimlach op het gezicht van een kind, maar ook van een oudere, en doet mij raar maar waar, al heel goed voelen. Maar ik ben ook niet naïef. Hoe snel mijn handen ook bomen kunnen planten, machines aan de andere kant zullen altijd sneller zijn in het afbreken. Waar ik een muur bouw voor een kinderschool, loopt de plaatselijke organisatie met de meerderheid van mijn geld weg. We kunnen proberen, maar niet oplossen. Daarvoor is de wereld tegroot, te verschillend. En dat is maar goed ook.
Ik heb geen verschil gemaakt op globale schaal. Maar ik heb harten geraakt waarvan ik nooit had gedroomd ze te leren kennen. Ik heb kennis gekregen en gegeven en het belangrijkste van al, ondanks alle vreselijke lelijke dingen waarin de mens in staat is, en dan spreek ik over inclusief mezelf,  ik ben gaan houden van het leven, mijn leven.
Bijna 22 jaar geleden vroeg iedereen aan mijn mama hoe het met haar ging. En nu vraag ik me af, was ze ongerust? Gespannen? Misschien was ze zelf al geïrriteerd op mij nog voor ik geboren was. Maar mama kennende was ze voornamelijk bezorgd. Met iedereen bezig behalve haarzelf. Geschiedenis herhaalt zichzelf. 9 maanden zijn weer voorbij, ditmaal kom ik wel op tijd.
Om eerlijk te zijn, ik wil niet naar huis. Want ditmaal is het ik die de vragen moet beantwoorden. ‘Hoe voel je je?’, ‘Hoe was het?’. Laat me je nu al zeggen dat ik hierop geen antwoord heb, of beter gezegd ik heb teveel antwoorden. Hoe kan ik ooit verwoorden hoe het voelt om op de achterbank van een safarijeep te zitten grappen over de penis van een neushoorn die we voor ons in alle glorie kunnen bewonderen (deze is trouwens gigantisch!). Hoe kan ik beschrijven hoe het voelt om je zatte locale Indonesische vriend naar huis te moeten brengen met zijn scooter, want meneer is te dronken om jou, zoals afgesproken, naar huis te brengen. Dus daar zit je dan, handen aan het stuur en zatte vriend achterop. Het felle maanlicht en zijn sterren houden je gezelschap samen met de oceaan die links van je tegen de rotsen kletst. Twee eenzame (idioten?) zwemmen in het water met een zaklamp op het hoofd en een speer in de hand, op zoek naar vis voor de markt de volgende ochtend. Dat allemaal terwijl je eigen scooterskills zwak zijn, je ook zelf een glaasje Arak teveel op hebt en de weg niet bepaald geasfalteerd is zoals we het kennen. Hoe kan ik je doen beseffen dat je over de kleine straatjes van Cusco over de varkenshoofden, ananassen, appels, papaya’s, riet, hout, over de weegschalen, langs de tandenstokers, straatlessen, preken en de grootste brol die je maar kunt inbeelden moet rennen om op tijd een bosje bloemen af te geven als bedanking voor de school die ervoor gezorgd heeft dat je je goed gaat voelen in een andere taal en cultuur. Hoe kan ik verwoorden hoe het voelt om je in de steek gelaten te voelen door een vriendin die je nog geen twee uur kent? Hoe het voelt om steeds opnieuw en opnieuw en opnieuw afscheid te moeten nemen tegen mensen die je voor eeuwig aan je zij wilt hebben, gewoon omdat de eerste zinnen die je deelde niet gingen over je afkomst of leeftijd. Hoe kan je begrijpen dat Nemo en Dora (is het Dora?) op 5 centimeter van je zwemmen maar dat je maar moeilijk aandacht aan hen kan schenken want een fluoricerende gele paling vult je hele zicht. Ik kijk terug op mijn foto’s maar ik ben teleurgesteld, de meeste doen niet eens recht aan hoe het in werkelijkheid was.
Ik kan mijn verdere leven volpraten met verhalen en bedenkingen over deze reis. Mooie en minder mooie momenten hebben mijn laatste negen maanden gevuld. Je mag me altijd vragen hoe het eten in Paramaribo was of het weer in Nieuw-Zeeland. Ik kan alles tot in het detail herinneren alsof het gisteren was, en tegelijk herken ik mezelf niet in mijn herinneringen. Als ik Zoë een bus zie nemen in Cusco, is het alsof ik naar een film kijk. Negen maanden later en ik kom terug naar België, als een ander persoon, maar meer mezelf dan ik ooit ben geweest. En ik heb er nog niet genoeg van. Reizen is mijn drug. En ik heb shot na shot na shot na shot kunnen innemen. Ik kan met volle zekerheid zeggen dat ik verslaafd ben. Het leven is veel te interessant daarbuiten om niet te ontdekken. Er ligt een hele wereld voor me open, en met nu een klein stukje te hebben leren kennen, is mijn honger alleen maar gegroeid. Het is sterker dan ooit tevoren. Ik ben verdrietig dat dit hoofdstuk is afgesloten, maar ik ben o zo dankbaar. Voor mijn mama, maar ook zeker voor mezelf. Als ik terugkijk, en men zegt toch altijd dat als het einde nadert, je begint na te denken over het begin. Ze konden niet meer gelijk hebben. Als ik terugkijk naar wat ik allemaal gedaan, gezien, geproefd, gelezen, geruikt, gevoeld en beleefd heb, kan ik alleen maar fier zijn op mezelf. Ik heb geleefd als nooit tevoren, al mijn zintuigen en gevoelens stonden dag en nacht op een hoog pitje. Een intense rollercoaster aan gevoelens is het geweest. En het heeft me geraakt tot in het diepst van mijn botten. Ik voel dat ik leef en meer nog, ik ben gaan houden van het leven op een manier die nieuw voor me is. Ik hou van ons leven, het leven van jij en ik, maar ook zeker mijn leven. Ik hou er zoveel van dat ik het soms haat en verafschuw en het me fysiek en mentaal kan breken. Ik heb werkpuntjes van mezelf tegengekomen waarvan ik niet eens besefte dat ik ze bezat. Maar ik stond ook meerdere malen versteld van mijn onafhankelijkheid en sterkte, waarvan ik ook niet besefte dat ik het zoveel in me had. 

Ik ben verdrietig. Maar dit is niet het einde. In tegendeel, ik probeer deze ervaring te zien als de introductie van mijn leven. Er volgt nog een volledig boek aan verhalen en ervaringen. Ik heb een gevoel leren kennen dat sterker is dan wat dan ook. Sterker dan de invloed van geld, liefde, relaties of familie. Lust. Ik heb levenslust opgewekt. Ik wil meer leven, intens leven. In de afgelopen maanden ben ik gewend geraakt aan adrenaline, spanning en onwetendheid. Ik ben verslaafd en heb meer honger dan ooit tevoren. Honger naar leven, mezelf uitdagen, nieuwe avonturen opzoeken. Want het cadeau dat mama me bijna 22 jaar geleden heeft gegeven ben ik niet van plan om te verspillen. Ik ben vastberaden om er het beste van te maken. En ik ben erachter wat het beste voor mij is. Ik wil terug naar die onafhankelijke intense vrijheid, want ik heb ondervonden hoe het voelt, en het is het meest fantastische, heerlijke gevoel dat ik ooit ervaren heb. Ik voel me onoverwinnelijk, zelfstandig, onafhankelijk, mooi en tevreden met wie ik ben, ook met alle werkpuntjes die ik heb. Ik ben hier, ik mag er zijn en ik zal terugkomen. Peace out

 

Schuldgevoelens over geld

Geldproblemen zijn overal, kun je denken, maar na deze post zal je het misschien toch even in een ander perspectief plaatsen. Geloof me. Wat de mensen hier verdienen… Het kan gewoon niet! Dat er niet meer mensen in de sloot liggen, niet meer mensen lopen te bedelen of niet meer mensen lopen te zagen, kan ik niet bij met mijn verbrande hoofd.  Zat ik laatst in een taxi, onderweg van de redactie naar een interview. “Nee man, het is niet moeilijk hier werk te vinden”, zei Mnr. Taxichauffeur. “Ja man, zoveel problemen”, “Serieus man, ik verdien wel veel geld”, “Maar man, het geld is niets waard?!”. (Ik maak me geen zorgen om het feit dat ze me aanspreken met ‘man’, dat wordt hier voor het minste gebruikt. Wie niet aangesproken wordt met ‘man’, heeft eerder een probleem.)

Moet je je eens voorstellen. En maar werken en maar werken, en je krijgt er wel geld voor, je krijgt wel vergoed voor al je harde inzet, maar wat je krijgt is niets waard! Een ex-huisgenoot werkte een hele dag in de horeca als kok, en op het einde van de dag, na 8 uur werken, had hij SRD 56 verdiend (= 9.8 euro met de huidige koers). 9.8 euro voor 8 uur hard werken. In het Westen zijn we aan het zuchten als we ‘slechts’ 9.8 euro per uur verdienen. Nu, zou je denken, het leven is hier in Suriname dan ook veel goedkoper, dus zoveel geld is er niet nodig om te voorzien in je behoeften. Je hebt het mis. Het leven is hier goedkoper, maar niet zo goedkoop als je denkt. Voor een brood betaal ik SRD 7, ofwel 1.22 euro. Dat is iets meer dan een euro goedkoper dan bij ons, maar moet je wel in je achterhoofd houden dat de mensen hier gemakkelijk 70 euro per dag minder verdienen dan bij ons. En dat Suriname een importland is, dus dat veel producten, heel veel producten uit Nederland komen. En die dus, met importkosten bij gerekend, even duur hier in de rekken staan als in Nederland. Dus, wie is nu de gelukkige?

Voor ons Westerlingen is het gunstig, heerlijk toch. 1 euro is hier SRD 5.7 waard. Mijn geld is meer dan vijf keer zoveel meer waard. Fantastisch toch, zou je denken. Maar ik voel me niet fantastisch, nee, ik heb respect voor de mensen die het hier met zoveel minder moeten doen, en kunnen doen. En daarbij, ook nog blijven lachen. Altijd maar lachen. De president zwartmaken, en dan weer lachen. Het parlement uitschelden, en dan weer lachen. De regering verwijten, en dan weer lachen. Want het is nu eenmaal zo. “De president heeft de puinhoop gemaakt, en wij moeten betalen. Wat ga je er aan doen?” Vroeg een man me vandaag tijdens een interview. Hij was gepensioneerd en zijn uitkering bedroeg SRD 1000. Omgerekend 175 euro en wat rostjes. Per maand. En de huur is hier niet goedkoper als in Belgie, de grond is niet goedkoper dan in het Westen, in tegendeel. Alles wordt alleen maar duurder, ik ben hier nu bijna twee maand en ik zie de prijzen omhoog gaan. Dan betaal je de ene dag nog SRD 3 voor een brik melk, is dat de volgende dag SRD 5.4 geworden, bij wijze van spreken. Maar wie niet betaald, is helemaal verloren, liet de gepensioneerde man me weten. Gebukt gaan de mensen hier niet, maar het sleept wel aan. Je voelt het in de stad, je voelt het bij de banken. Iedereen zit met de handen in het haar en houdt zijn/haar hart vast voor de toekomst.

Mnr. Taxichauffeur was al drie jaar aan het sparen om een ticket naar Nederland te kunnen kopen, om zijn broer en verdere familie te bezoeken. Met hoe de economie nu gaat, hoopt hij binnen vijf jaar te kunnen gaan. Kun je je voorstellen? 7 jaar sparen om je broer te zien aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Zullen wij maar even een weekendje naar Berlijn, Madrid of Sint Petersburg vliegen, haast zonder het te voelen aan ons budget. En ja, ik moet niet spreken, ik vlieg wel even de wereld rond. Geen probleem.

Ik heb me nog nooit schuldig gevoeld over het feit dat ik geld heb. Tot vandaag, toen ik voor een krantenartikel mensen aansprak die de hele dag in de rij stonden bij de Centrale Bank. Maandelijks kunnen burgers voor hun vaste lasten in valuta, zoals huishuur en auto-aflossingen, bij de bank terecht voor aankoop tegen de bankkoersen.Want moet je weten dat alle mensen in de stad enkel in SRD verdienen, maar een heleboel mensen hun huishuur en auto in dollars moeten uitbetalen. De dollar is net wat minder waard dan de euro, maar na mijn berekeningen, als je ze hebt kunnen volgen, moet het wel duidelijk zijn. Het feit dat mensen met een loon in SRD dingen in dollar moeten betalen, maakt de situatie haast onleefbaar.