Werken in de tropen: aflevering 5
Mijn correspondentie komt niet op gang (of ben ik te ongeduldig?). De voorstellen die ik indien, lijkt ‘de bureau’ in Europa niet (genoeg) te interesseren of het is zo interessant dat ze al iemand hebben die eraan werkt (denk aan Chili, Bolivia, Venezuela, Brazilië). De zeldzame stukken die ik indien worden telkens opnieuw in vraag gesteld. Alsof ik niet goed ben in mijn werk. Alsof ik het niet geschreven heb hoe ik het heb gezien en gehoord. Alsof zij het vanachter ‘de bureau’ beter weten.
Hoe meer ik lees over de wereld, over corruptie, oorlog, politiek, handel, immigratie, honger en onrecht, hoe meer moedeloos ik word. Twee handen trekken me elk een andere richting uit: hoe zorg ik ervoor dat ik degene ben die erover mag schrijven en: wíl ik wel die persoon worden die erover mag schrijven? Want ik weet dat berichtgeving wordt aangepast naar de smaak van de lezer. Zo krijgt mijn reportage over het ontwikkelingsland Guyana de kop ‘Straatarm Guyana in de greep van oliekoorts’, zonder dat ik het woord ‘arm’ heb gebruikt in mijn tekst. Zonder mijn inbreng, zonder mij op de hoogte te stellen van deze titelkeuze, zie ik die kop plots boven mijn artikel verschijnen. En de hele wereld kan lezen dat ik dat heb gezegd, zonder dat ik het heb geschreven. Hoe moet je nog trots zijn op zo een publicatie?
Ik lijk alleen nog in staat om goed over mezelf te schrijven, omdat ik weet dat ik daarmee het dichts bij mijn waarheid blijf. Niemand vervormt mijn woorden, niemand bepaalt dat ik recht door zee moet gaan, niemand stelt dat de details er niet te doen, niemand zegt dat mijn tekst rommelig is. Ik beslis wat er toe doet. Ik beslis wat jij leest, hier op mijn blog. De integere journalist zou hetzelfde moeten doen in haar artikel, maar wordt bespeeld door haar eigen beroepenveld. ‘De bureau’ dwingt me te schrijven op een manier die niet (helemaal) waar is. En om het spannend te maken plakken ze er een sappige en/of tegenstrijdige titel op. Want op ‘Straatarm Guyana in greep van oliekoorts’ wordt nu eenmaal meer geklikt dan ‘Olie geeft Guyana hoop op betere toekomst’ (of zoiets).
Details moeten overboord, daar heeft niemand tijd voor. Maar het is in de details dat we gevormd worden. Het is in de details dat een land bestuurd wordt, dat een cultuur beleefd wordt. Het is in de details dat fouten worden gemaakt, de nuance wordt gevormd. Een conflict in een land dat we niet kennen is toch niet in 800 woorden uit te leggen?
Op dagen als vandaag wil ik er de brui aangeven. Want de wereld zou beter af zijn als mijn droom niet uitkomt. Dat is dan alvast één journalist minder die het verhaal niet mag schrijven hoe die het ziet en hoort. Op dagen als vandaag wil ik me met mijn dagboek verstoppen in het bos. Om daar te gaan schrijven over mijn eigen gelijk, de hele dag lang. Geloof me, ik kan dat.
Maar door op mijn blog tekeer te gaan tegen het onrecht in de (media)wereld help ik ook niemand vooruit (buiten mezelf dan, een beetje). Toch, het moet anders kunnen. Want met misplaatste publicaties doe ik niet alleen dit land en haar inwoners, maar ook mezelf onrecht aan. Daarom ga ik op zoek naar een alternatief, als dat al bestaat.
En als het me niet lukt, tjah. Dan misschien heeft ‘de bureau’ gelijk, en zijn mijn teksten te rommelig. Maar ze zijn tenminste wel van mij.
Beste Zoë, ik lees de integere teksten op uw blog met veel genoegen en ben zeer dankbaar voor de informatie die ik erdoor win. Doordat gij als relatieve buitenstaander naar Suriname en de omringende landen kijkt, en dat bovendien met een scherpe blik, win ik een perspectief dat ik anders als Nederlander niet zou gehad hebben. Als men in Nederland al eens iets over Suriname hoort is het veelal gedrenkt in azijn, dus dankzij uw stukken zal ik morgen met andere ogen beginnen aan mijn tiendaagse reis naar het prachtige Sranankondre. Uit uw berichten maak ik op dat uw beroep niet het eenvoudigste is, maar ik hoop van harte voor mezelf en andere lezers dat ge nog veel meer mooie en informatieve stukken zult schrijven.
Beste David,
Ik ben een hopeloos geval als het gaat om reageren op berichten. Waarvoor mijn excuses. Hoe is uw reis naar Suriname verlopen? Ik hoor graag over uw ervaringen, als u ervoor open staat die met mij te delen. ik beloof u daarbij van een snellere reactie te voorzien!
Groeten,
Zoë
Hallo,
Soms krijg een Parbode en daar las ik een artikel van jouw over de ceo van Staatsolie. Vond toen dat ik daar op zou moeten reageren omdat je niets zegt over het klimaat. Mocht je het daar niet over hebben? Misschien voel je je zo stuurt dat het beter is om het daar niet over te hebben? Hoe vrij is een journalist? Het lijkt me een groot probleem.
Groetjes
Cees van der Meulen
Cornelisstockholm@hotmail.com
Skaffa Outlook för Android
________________________________
Dag Cees, bedankt voor je comment. Twee redenen waarom in dat interview met de CEO van Staatsolie niets over het milieu staat: CEO’s beweren hoog bij laag dat ze het beste doen wat ze kunnen voor het milieu, ook in dit geval, en ik had me niet genoeg verdiept in de milieumaterie van Staatsolie om daar concreet en onderbouwd discussie over te voeren . Daarnaast staat milieu hier absoluut niet op de (politieke) agenda, en oliewinning wel, dus de actualiteit heeft beslist mijn maximum aantal woorden aan de oliereserves te besteden. Daarmee niet gezegd zijnde dat milieu niet op de agenda zou moeten staan.
Groeten, Zoë
Beste Zoë, Ik ben er zeker van dat je je weg zal vinden, je moet er absoluut niet de brui aan geven. Jouw blog is razend interessant. Je voelt dat je schrijfstijl goed is en ook dat je iets wl maken van je leven. Doe zo voort. Groetjes, Denise
Beste, bedankt voor je bemoedigende woorden. Ze doen me goed!