‘Ik voel mezelf vallen in een diep donker gat en niemand kan me nog een hand toereiken. Vrienden luisteren, afspraken pushen me de deur uit, mijn vriend komt thuis met bloemen en schrijft A4’tjes met titels als ‘Een briefje voor Zoë’. Zinnen vol bemoedigende woorden beloven me een betere toekomst, maar ik voel het niet. Het is alsof ik in een grot zit, eigenhandig ingegraven in mijn eigen miserie en ik het voelt bevrijdend om me in het donker te verstoppen. Weg van de buitenwereld, ver weg van de realiteit. Mijn strijdkracht is opgebrand. Ik ben gefaald. In mijn werk, in mijn identiteit, in het (h)erkennen van mijn eigen krachten en zwakten. Mensen vragen van me dat ik opsta, verderga, ‘het’ oppak, me niet laat kennen, niet opgeef. Maar ik wil ze niet horen. Ik wil vallen.’
Bovenstaande alinea symboliseert ‘mijn 2019’. Niet omdat ik me elke dag van het jaar zo heb gevoeld, maar wel omdat ik me óók zo heb gevoeld. En dat moet oké zijn. Ik weet pas wat goed voor me is als het fout gaat. Ik moet met mijn neus tegen de muur aanknallen om te weten waar de deur is.
Ik ben onlangs 25 jaar geworden. Het heeft me slechts enkele weken gekost om erachter te komen dat ik dat eigenlijk geen leuke leeftijd vind. Het is een jaartal waarop ik alles kan en niets weet. De maatschappij dwingt mij te kiezen uit de oneindig veel mogelijkheden waarmee ik mijn leven betekenis kan geven. Als ik niet snel eentje oppak blijft het daar ook bij: mogelijkheden. Tegelijk ben ik angstig om te snel te verkeerd te kiezen. Want de weg terug is moeilijker dan staan dralen bij het kruispunt.
En toch. Niet doen wat ik wil – ‘verkeerd kiezen’ – is de enige manier om erachter te komen wat ik wel wil. Ik vind dat verschrikkelijk, want ik val niet graag op mijn bek (ja, in Vlaanderen zeggen we gewoon ‘bek’). Toch zal ik dat nog meer doen in 2020. Vallen is leven. Daarom start ik volgend jaar zonder doel. 2020 moet geen jaar van verworvenheden worden. Ik wil geen eindbestemming hebben, want 2020 is niet het einde. Wat ik dan wel ga doen?
Ik zal mijn weg vervolgen met meer geduld. Voor mezelf, in het verwezenlijken van mijn dromen, in het bedenken van mijn doelen, in mijn relatie, mijn handelingen, in mijn verwachtingen. Ik zal meer zuchten, zodat het bloed me minder snel naar het hoofd stijgt.
Ik zal mijn LinkedIn account – waar het normaal lijkt te zijn geworden om aan 25 jaar een eigen bedrijf te hebben – op non-actief stellen. Ik zal minder werken en meer leven, op vakantie gaan in binnen- en buitenland. Ik zal me minder ergeren aan het huishouden, dat een onvermijdelijk onderdeel is van mijn dagindeling. Ik zal meer slapen, veel seks hebben en experimenteren in de keuken – ook op een gewone dinsdagavond. Ik zal meer attenties geven aan vrienden en familie, minder jaloers zijn op wat iedereen wel lijkt te hebben – en ik niet. Bovenal zal ik er zijn wanneer ik er ben. Dat wil zeggen: niet met mijn hoofd in de stad als ik thuis lig op de bank – en omgekeerd.
Ik zal rust vinden in de wetenschap dat het leven meer is dan een opeenstapeling van gezellige momentopnames. Dat het oké is om niets te doen. In 2020 zal ik het hebben van de zondagen waarop ik in mijn onderbroek een goed boek lees, de avonden waarop ik in de regen achter een bal aan ren, de zaterdagen met mijn neus in de bibliotheek. Ik zal mijn inkt cartridges recycleren en mijn afval beter scheiden. Ik zal minder op mijn uitgaven letten en kippen kopen. Ik zal de wereldproblemen van mijn schouders af schrijven, zodat ik ze niet meedraag naar bed. Ik zal meer bloggen.
Ik zal 2020 aanpakken. Niet door de klimaatopwarming tegen te gaan, de hongersnood op te lossen, de corruptie te ontmaskeren of de armoede en criminaliteit te bestrijden, maar door mijn instinct te volgen. Door niet te moeten, maar te mogen. Door te kiezen voor mij zonder dat ik mijn omgeving aan haar lot overlaat. Door te nemen wat is, en me niet te verliezen in wat kan zijn. Door nog een beetje meer Surinaams te worden maar altijd een Belg te blijven. Door meer de deur uit te gaan, te voelen, te kijken, te proeven, te lezen, te luisteren, te delen. Zodat ik tegen 2021 een beetje minder eigenwijs, en een beetje meer mezelf kan zijn.
In 2020 ga ik voor de realiteit. In goede, en in slechte dagen.