De cursor op mijn computerscherm blijft ter plekke springen. Aan, uit. Aan, uit. Mijn handen liggen in elkaar gevouwen voor de toetsen. Een blanco pagina ligt voor het grijpen. Mijn woorden kunnen de leegte verslinden, maar mijn hoofd weet niet waar te beginnen. Ik schrijf zinnen, om ze meteen weer te verwijderen. Ondertussen wordt de pagina toch gevuld. Buiten wordt het donker, maar binnen is het al even licht. Mijn dagboek ligt opengeslagen, onder de datum van vandaag staan een tiental zinnen. Het is sinds december geleden dat ik erin heb geschreven. Ondertussen zijn mijn ouders hier geweest. Voor het eerst in drie jaar tijd. Sindsdien is alles veranderd.
Sinds de komst van mijn ouders lijkt er iets te zijn ‘geklikt’ in mijn leven. Ik ben gerustgesteld, rustig en zeker van mijn stuk. Mijn ouders snappen waarom ik hier woon. In dit kleinschalige land dat de helft van de Belgen niet weet liggen op de kaart. Ze hebben gevoeld wat ik hier voel en ze keuren het goed. Ik neem dat op als een bevestiging: ik ben goed bezig (wat zo ongeveer betekent dat je elke dag vers ondergoed draagt, je huur tijdig en op een eerlijke manier betaalt en ’s avonds voldaan in bed kruipt). Ik heb dat natuurlijk altijd wel vermoed – dat ik goed bezig ben. Anders zou ik hier niet meer zijn, denk ik dan. Maar iets is eigenlijk pas écht goed, als de mama het heeft gezegd. Dat zeiden mijn ouders natuurlijk al langer, maar nu geloof ik ze beter. Ik heb in hun ogen kunnen lezen dat het goed zit. Meer kan een dochter niet wensen.
Ze snappen waarom ik hier woon. In dit land waar er geen winterjas in de kast hangt, waar het altijd groen is – ook als de zon niet schijnt. In dit land waar niet alle wegen zijn geasfalteerd, maar wel altijd druk bewandeld zijn. In dit land waar ik een dag lang op mijn stoel voor de deur kan zitten, nietsdoen. Waar een ‘middagdutje’ eerder regel dan uitzondering is, mango’s in de tuin op de grond vallen en waar het fruit altijd rijp is, de groenten altijd vers. Waar ik mijn eigen kantoor heb en mag kiezen waarover ik schrijf. In dit land waar alles gebeurt wat er in de rest van de wereld ook gebeurt – corruptie, huwelijken, geboortes, diefstal, moorden, intriges, ruzies en wantrouwen – maar waar alles beter zichtbaar, en dubbel interessant is vanwege de kleinschaligheid. In Suriname is de neef van je moeder ook al snel je minister. De sollicitant is de zus van je aangetrouwde achterneef. Hier werk je aan een evenement met de man van de parlementsvoorzitter, wacht je op een bootje naast het huis van de president of word je tijdens een nieuwjaarsreceptie voorgesteld aan de nieuwe directeur van de universiteit. Daar hoef je allemaal niet veel voor te doen.
Suriname drukt me met de neus op het leven zoals het is. Ik kook, eet, slaap, sport, kuis, werk, schrijf, lees, lach en deel. Veel meer valt er niet te halen. Mede door wat ze noemen ‘gebrek aan ontwikkeling’ ga je hier niet naar het pretpark, een bruin café, het museum of een badplaats aan zee (de rivier). Hier zijn die dingen ook – al is het niet op zo grote schaal -, maar het is geen ‘ding om te doen’. Ik heb hier niet het – onbewust dwingende – gevoel dat ik mijn dagen, soms tegen beter weten in, moet vullen met ‘iets’; een activiteit, een volgende uitdaging, een afspraak, een doel. Ik ben er gewoon, en kruip ’s avonds – ook als ik niets noemenswaardig heb gedaan – zonder schuldgevoel en takenlijst in bed. Suriname heeft mij de schoonheid laten zien van het leven dat ik – wij allemaal – onderga(an). Waar ik het leven vroeger als een natte vod in bochten wrong om mijn zin toch maar gedaan te krijgen, heeft Suriname mij het leven leren leven, zoals het is. Sindsdien jaag ik me nooit meer op.
Ik ben content met de manier waarop ik mijn secondes beleef. Ik maak me geen zorgen om de toekomst, en nog minder om morgen. Ik leef vandaag en wordt met die – steeds natuurlijk wordende – instelling elke dag een beetje meer Surinaams, maar daarom niet minder Belg. Want als mijn vriend (weer eens) te laat op een afspraak verschijnt, gaat mijn Belgisch bloed nog altijd sneller stromen.
Ik ben dankbaar voor het bezoek van mijn ouders, dat op alle mogelijke vlakken perfect is verlopen. Er is veel gegeten, gelachen, gepraat, gedeeld, gefotografeerd en gewéést, samen geweest. Ze hebben gezien waar ik woon, maar meer nog hebben ze begrepen waarom ik drie jaar geleden mijn eigen weg ben ingeslaan, de Grote Oceaan over, naar Suriname. En terwijl ik steeds minder weet wat mijn toekomst nog zal brengen, wordt de grond vaster onder mijn voeten.
Hei Zoë
Een heel mooi schrijven. Proficiat. Ik ben heel blij dat je de dooreen geschudde energie in jezelf terug op de rails gekregen hebt.
Dat je terug klaar ziet in het nu, dat je je weg kunt vervolgen in rust.
Veel liefs
Katrien
Dag Katrien,
Dankjewel voor je lieve reactie (waar ik natuurlijk veel te laat op reageer, mijn excuses). Het leven is inderdaad een zoektocht naar de balans in energie. Er komen ongetwijfeld nog rake klappen op mijn weg, maar het leven zou het leven niet zijn als dat niet zo was zeker?
Veel liefs,
Zoë
Leuk dat je je verblijf in Suriname zo beschrijft.
Jij bent de eerste die daar zo over spreekt. De voordelen en nadelen van het wonen, leven in een kleine samenleving. Alles is meer transparant, begrijpelijker in een land met slechts een half miljoen burgers.
Ben met mijn “sambo” (in het zweeds heet dat zo wanneer je met iemand samenwoont en niet getrouwt bent) Karin 2 jaar geleden, 2 maanden in Suriname geweest. Ongeplaneerd hebben we rondgereist en echt gezien hoe het gewone leven in SU eruit ziet. Veel mensen ontmoet, een minister hier en een buurman van Bouterse daar. Vijf dagen i Totness fantastisch, enz.
Suriname heeft grote indruk op mij gemaakt!
Trouwens ook op Karin. Die zei na 2 weken: wanneer we plotseling uit ons huurhuis gezet zouden worden, zouden we eerst een jaartje in Suriname kunnen wonen. Een huisje huren of zo, niet direct iets nieuws in Zweden vinden.
Dat betekent echt dat we het naar onze zin hebben gehad. Of niet soms?
Ga door met je vertelsels over SU!
Groetjes
Cees
Skaffa Outlook för Android
________________________________
Dag Cees,
Ik reageer nu pas op je bericht, dat ik natuurlijk al veel eerder heb gelezen. Maar zo regelmatig ik mijn blogs schrijf, zo regelmatig kijk ik naar de reacties die daarop komen (waarvoor mijn excuses). Ik ben blij te horen dat u en uw ‘sambo’ een mooie tijd hebben gehad in Suriname. Suriname is inderdaad veel te vaak ondergewaardeerd. Het is nog niet lang een zelfstandig land (lees: geen kolonie meer) en dat merk je aan alles in dit land. Dat heeft zijn negatieve kanten, maar zeker ook zijn mooie en positieve kanten die we niet mogen vergeten! Ik ben blij dat jullie daarvan hebben kunnen genieten. De volgende keer dat jullie in Suriname zijn, laat zeker van je horen!
Groeten,
Zoë