Ik onderga een schrijnende ontwikkeling. Ik weet niet of het te maken heeft met ik die ouder word, of dat het te maken heeft met ik die in Suriname ouder word. Feit is: ik verlies het vertrouwen in mijn medemens. Steeds meer betrap ik mezelf op het feit dat ik op mijn tong bijt als ik kennissen iets over mezelf wil vertellen, dat ik mijn argument inslik omdat ik mijn collega’s niet wil tonen hoe erg iets me raakt, of dat ik afspraken op de lange baan schuif omdat ik niet wil delen hoe het met me gaat.
Drie jaar geleden, bij aankomst in Suriname, heeft een – inmiddels ex – collega mij gecomplimenteerd over mijn moed. Ze had bewondering voor het feit dat ik mij zo openbaar, op mijn blog, eerlijk en kwetsbaar opstelde. Ik weet nog dat ik dat een raar compliment vond. Tenslotte: ik sta al jaar en dag bij mijn vrienden en familie bekend als degene die zegt wat ze denkt, en deelt wat ze voelt. Bij de scouts kreeg ik het adjectief ‘openhartig’. Je moest mij maar vragen hoe het met mij ging, of waarom ik zo een sterke mening over iets had, en je vertelde jou mijn hele verhaal. Van de dag dat ik geboren werd tot de dag dat ik daar met jou op café zat. Ik vertelde graag en veel over mezelf. Als ik iemand nieuw leerde kennen, kon die persoon alleen maar mijn vertrouwen verliezen, niet winnen. Mijn vertrouwen had je al, nog voor we elkaar de hand schudden.
Ik voer veel gesprekken met Quincy over mijn ongefundeerd vertrouwen in vreemde mensen, op internet en op straat. Bij hem ga ik klagen wanneer ik weer eens spijt heb van mijn grote mond, wanneer ik iets persoonlijk verteld heb aan iemand die die kennis heeft misbruikt. “Je bent hier niet in België”, of “Je moet zulke dingen niet delen op internet”, zegt hij dan. Surinamers zijn, in mijn ervaring, sterke mensen. Ze klagen dan wel – en terecht – over de stijgende winkelprijzen, maar ze verwerken tegenslagen zonder daar al te emotioneel over te doen. Ze blijven niet bij de pakken zitten. Ze zeggen niet dat het niet goed met ze gaat. Ze doen alsof het goed gaat tot het terug goed gaat. Ik ben, daarentegen, iemand die moord en brand schreeuwt bij elke tegenslag. Ik leef van de drama die ik zelf veroorzaak.
Ik kom steeds meer in aanraking met mensen en situaties waarin ik wou dat ik niet zo eerlijk, niet zo open, niet zo kwetsbaar en dramatisch was geweest. Als gevolg daarvan sluit ik mij steeds meer op in mijn eigen hoofd. Alleen Quincy, mijn moeder en mijn dagboek weet eigenlijk nog hoe ik precies in elkaar zit, wat mijn onzekerheden, angsten en mijn zwaktes zijn. Dat maakt me niet alleen eenzaam, maar ook heel wantrouwig.
‘Vertrouw niemand’. Dat is een journalistieke regel die ik voor mezelf heb gemaakt. Als journalist ga ik ervan uit dat alles wat tegen mij gezegd wordt, niet waar is. Dat dwingt mij om alles te dubbelchecken. Dat werpt – hoop ik – zijn vruchten af in mijn publicaties. Maar die werkethiek dringt zich ook steeds meer op aan mijn privéleven. Dat gebeurt bewust, maar ik mis de wil – of de kracht – om er tegenin te gaan. Niet in de minste plaats omdat mijn directe omgeving al jaren volgens die regel leeft. Uit ervaring, maar ook uit noodzaak.
Ik ben lang niet meer zo openhartig als dat ik ooit was. Niet omdat ik niet wil, maar als overlevingstactiek, geheel volgens de regels van Darwin: adept, or die. Als witte emigrant in Suriname heb ik daarom een eigen eilandje voor mezelf gecreëerd, met grenzen die alleen Quincy mag oversteken. Het is veilig, gezellig en aangenaam vertoeven op dat eiland. Die aantrekkingskracht is tevens het gevaar. Het maakt me sterk en weerbaar, maar het kan er ook heel eenzaam worden.
Ik herken het. Het is moeilijk om tegen je eigen natuur in te gaan. Toch zal het moeten. Het is voor je zelfbehoud.
Dit blog is al een voorbeeld voor je meer gesloten houding, lijkt het. Over het hoe en waarom je vertrouwen is beschaamd vertel je niet. Het maakt me wel nieuwsgierig. Omdat ik geinteresseerd ben in de Surinaamse cultuur. Ben je blij of tevreden met je nieuwe rol? Het is niet zoals je bent alhoewel je in kleine kring dus nog steeds wel jezelf kunt zijn.
Ik vind het leuk om met je mee te mogen lezen ongeacht welke rol je neemt. Veel geluk in SU.
Bedankt voor je bericht en bemoedigende woorden, Maaike. Over het hoe en waarom mijn vertrouwen is geschaad vrees ik dat ik geen één antwoord heb, maar dat het een opeenstapelling van gebeurtenissen is die er voor zorgt dat ik meer gesloten word. Maar u heeft helemaal gelijk als u schrijft dat deze blog al aangeeft dat ik meer gesloten ben, omdat ik niet wil ingaan op die gebeurtenissen. Ik ben er ook nog niet uit of ik blij ben met die nieuwe rol, of dat ik me wel kan vinden in de persoon die ik aan het worden ben. Maar ik vrees dat die geslotenheid een voorwaarde is om hier te kunnen blijven wonen (te willen?), maar ook daar ben ik nog niet helemaal uit. Misschien kan het wel, maar weet ik alleen niet hoe… ik zal er wel voor waken dat ik blijf schrijven en delen, dat ik mezelf dat niet afneem!
Maak van je hart geen moordkuil Zoë. Werk en privé altijd (proberen) gescheiden te houden.