Na zeven jaar in België blijft Zarissa ‘de buitenstaander’, ‘die Congolese’. Maar achter haar donkere ogen schuilt een verhaal. Een verhaal dat ondanks onze huidskleur, naam en taal, ondanks onze culturen en bestemmingen, vergelijkbaar is met dat van mij. Want ook ik ben ‘die andere’ in de straten van Paramaribo, ‘de Nederlandse’. Elk terug in ons eigen geboorteland, zijn we degene die vertrokken is. ‘Tijdens een bezoek in Suriname werd me duidelijk dat ik er niet meer bij hoorde. Ik werd Belg genoemd’, vertelt Zarissa.
Zarissa’s emigratie begon als nietsvermoedende 19-jarige journaliste bij avondblad De West in Paramaribo, Suriname. Bij het rondleiden van een nieuwe lichting Belgische stagiaires, leerde ze Arno kennen. Drie jaar later, in 2010, ging ze hem achterna en verhuisde ze officieel naar België, waar ze nog steeds met Arno en hun driejarig zoontje Rynn woont. ‘Ik ben een Surinaamse Belg, want ik heb nu twee identiteiten.’

Aangekomen in België, kon Zarissa de eerste maanden alleen van een thuisgevoel spreken binnen de vier muren van hun appartementje. ‘Het was een ruimte die wij samen hadden gecreëerd. Alles daarbuiten was vreemd voor mij’, verklaart Zarissa. Ze had het in die periode heel moeilijk met haarzelf, enorm veel heimwee, geen werk en geen vrienden. ‘Bij elke kans die ik kreeg, vluchtte ik naar familie in Amsterdam, waar de Surinaamse cultuur levendig is’, vertelt ze over deze moeilijke periode. Geleidelijk aan is ze toch gaan wennen aan haar nieuwe omgeving in België. ‘Toen ik vast werk had en het Vlaams beter kon verstaan, ging het stukken beter. Zeker toen we verhuisden van Herent naar Antwerpen, was het alsof ik in een totaal andere wereld stapte’, getuigt Zarissa.
‘Het bleef niet bij de gebruikelijke opmerking wat ben je dik geworden‘
Nergens thuis
‘In België heb ik me altijd de buitenstaander gevoeld. Degene met een ander accent, achtergrond, opvoeding en mentaliteit. Maar daar had ik vrede mee’, vertelt Zarissa. Tot ze na een jaar terugkeerde naar haar geboorteland Suriname. Daar kwam ze tot de onverwachte ontdekking dat ze zich ook niet meer thuis voelde. ‘Ik was degene die vertrokken was. Hoewel ik het niet zo ervaarde, was ik in de ogen van mijn familie en Surinaamse vrienden verandert’, blikt ze terug op haar eerste bezoek. Het bleef niet bij de gebruikelijke opmerking ‘wat ben je dik geworden’, die Surinamers steeds weer gebruiken als iemand terugkeert na een maandje vakantie. ‘Het werd me duidelijk gemaakt dat ik er niet meer bij hoorde. Ik werd Belg genoemd, terwijl ik mij totaal geen Belg voelde. Niet in Suriname, en zeker niet in België’, vertelt Zarissa. Intussen heeft ze dit geaccepteerd.

‘Het klinkt wat triestig, maar ik voel me nergens echt thuis,’ vertelt ze, ‘Het is de prijs die ik moet betalen voor mijn emigratie. Ik zal altijd vastzitten tussen twee landen, twee culturen en twee identiteiten.’ Onder familie is ze bar’ bigi lafu Zarissa (letterlijke vertaling: ‘uitbundig lachende Zarissa’) die in België woont, onder haar Belgische collega’s en vrienden is ze ‘die goedlachse Surinaamse’. ‘Ik heb daar vrede mee’, aldus Zarissa.
Meestal toch
‘Er zijn natuurlijk dagen waarop ik het moeilijk heb’, vertelt Zarissa, die zich elke ochtend als eerste uit bed sleept, maar als laatste klaar is om de dag te beginnen. ‘Ik sla mijn ontbijt over, geef manlief en zoontje een kus en schuif ongelukkig aan op de snelweg naar het werk’, vertelt ze over haar dagdagelijks leven. Ze werkt momenteel als douanedeclarant voor een logistiek bedrijf, waar er altijd een hoge werkdruk heerst. ‘Na mijn werkuren race ik tegen de klok om mijn zoontje van de naschoolse opvang te halen. Het leven hier is zo gejaagd en prestatiegericht, dat ik op sommige momenten verlang naar een relaxt leventje in Paramaribo’, vertelt ze over de tweestrijd.

Eenmaal Rynn thuis gewassen is en gegeten heeft, kruipt het gezin gezellig in de zetel om naar een filmpje te kijken. ‘Wanneer Rynn in bed ligt, hou ik me creatief bezig met fotografie en schrijven’, vertelt Zarissa. Gelukkig zijn de weekends minder gejaagd en plant ze uitstapjes met vrienden of brengt ze eens een bezoek aan een museum.
‘Thuis is waar de liefde huist’
Het is intussen twee jaar geleden sinds Zarissa voor het laatst in Suriname was. ‘In het begin ging ik er elk jaar naartoe, maar met een kind erbij gaat dat niet meer zo gemakkelijk’, vertelt Zarissa, die samen met Arno zuinig is op verlofdagen en meer let op de centen. Een vliegticket naar Suriname kost al gemakkelijk 800 euro, en dan mag je eigenlijk nog van een goedkoop ticket spreken. ‘Thuis is waar liefde huist. Dat kan zijn bij mijn klein gezinnetje of bij mijn familie in Suriname, Nederland en België’, vertelt Zarissa. Zoveel liefde op zoveel verschillende plaatsen klinkt voor de dromerige Belg misschien prachtig, de portemonnee heeft vaak het laatste woord. Maar gelukkig wordt geduld beloond: de tickets voor volgend jaar zijn geboekt.
Volgende maand gaan we verder met deze reeks ‘Surivlaamse bondgenoot’, en delen Zarissa en ik onze kijk op ‘cultuurverschillen’. Neem alvast een kijkje op ‘Prodo Misi’ voor meer ervaringen over Zarissa’s immigratie, en laat ons weten wat je van ons initiatief denkt!


Familie en vrienden zijn en blijven de voornaamste redenen waarom ik België al eens durf te missen. Maar het is ook de reden waarom ik Suriname zal missen. Naast het feit dat ik Suriname zal missen omdat ik ontspannen en blootsvoets de auto rij, overal met teenslippers ga, dat ik bepaalde dingen van dit land weet die ik niet eens in België weet – bv welke boter het lekkerste is op de boterham en welke de lekkerste in de pan.
Geen buurtbus waar ik ondertussen iedereen ken – en weet wonen. Geen gekke buschauffeur die je leven waagt op de al even chaotische wegen. Geen verkeer waar niet de verkeersborden, maar de wet van de sterkste dicteert. Geen vrolijke felgekleurde daken en geen enkel huis is hetzelfde. Geen dichtbebouwde wegen en verbondenheid op straat wegens tekort aan fiets- en wandelpaden. Geen fysiek verstikkend gevoel in het altijd open ademende Suriname. Geen (dode) slangen die me verassen op weg naar de bus. Geen felblauwe, open hemel meer en geen zon die het leven opfleurt op de dagen waarop ik het allemaal even niet voel. Suriname kent meer creativiteit omdat er minder voor handen is.
Maar naast dat wat Suriname mooi en verleidelijk maakt, is het land niets zonder de mensen erin. Ok, toegegeven, ik heb geen tien vrienden in Suriname, maar ik heb er wel een grote, mooie familie bij gekregen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik vroeger altijd klaagde bij mijn moeder. Waarom had ik twee broers gekregen? Ik wilde ook een zus, het liefst van al een tweelingszus. Niets aan te veranderen, zei de moeder, je hebt twee broers en daarmee moet je het doen. Nu ben ik heel dankbaar voor deze – ondertussen – mannen in mijn leven. En ik heb geen reden tot klagen meer. Want nu heb ik er zomaar even vier mooie schoonzussen, een schoonnichtje (zeg je dat zo?), een schoonbroer en twee lieve schoonouders bij. Zij zijn me dierbaar geworden.











Mijn familie is weer een hart rijker, met de geboorte van mijn kleine neefje. Ik wens hem en zijn ouders heel veel liefde, gezondheid en vreugde. Aan de ene kant veel geluk, aan de andere kant heb ik ook al veel familieverdriet moeten verwerken. Mijn nonkel is niet meer, maar is en blijft heel aanwezig in hart en hoofd. Het was een heel emotionele en zware periode om zo ver van mijn familie te zitten terwijl ik niets anders wou dan de handen van mijn nichtjes vasthouden. Het is en blijft een gek gegeven dat ik mijn nonkel nooit meer zal zien, maar ik hou zijn herinnering levend aan de hand van foto’s en herinneringen die hier in ons huis aanwezig zijn. Toujours en route…
Ik voel me meer verbonden met mijn ouders dan ooit tevoren. Vooral met mijn vader heb ik een band weten scheppen die ik voordien niet voor mogelijk hield, maar waar ik wel heel dankbaar voor ben. We zijn verbonden ook al zijn we niet bij elkaar, en dat voelt heel sterk aan en is vaak ook een hele oprikker voor mij (geweest). Ook merk ik dat ik soms wel heel erg op mijn moeder lijk, alles heeft zijn plaatsje in het huis en als jij het niet doet, dan doe ik het wel. Ook als ik een dagje weg ga, moet alles tot in de puntjes voorbereid zijn, met lekkere salades, fris drinken en zorgen dat niemand iets tekort komt. Die lieve moeder van me toch, ze heeft me goed geleerd.
Na een paar (slappe) Parbo biertjes kun je me tegenwoordig al terugvinden in de wolken. (Is het de zon? Of het feit dat ik weinig tot nooit meer drink?)
Ik heb meer zelfperspectief en geduld gekregen. Moet wel, wanneer je vriend soms zomaar durft te zeggen dat je dramatisch doet of dat je vervelend bent. Ah, de liefde kan toch soms zo mooi zijn! Maar ook het nieuw leven opbouwen en de groene omgeving waarin ik dat doe, doet me heel hard beseffen wie ik ben, wat ik kan en ik word beter in het respecteren van mijn grenzen. Soms is dat wel met het gevolg dat ik wat brutaler kan worden, oftewel in de lokale woordenschat: vrijpostig.
Ik heb nu twee handtekeningen waarmee ik door het leven ga, en ik ben niet zeker welke ik het liefste zie. Ik vind de combinatie namelijk helemaal perfect!
Mijn eerste artikel in het maandelijks magazine van Suriname (Parbode) is een feit. Ok toegegeven, het is een zacht onderwerp maar om even gewend te worden met het magazine start ik rustig aan… Ondertussen heb ik al veel meer artikelen geschreven, maar aangezien het magazine enkele maanden op voorhand werkt moet ikzelf ook nog even geduld hebben voor het gepubliceerd wordt. Ik ben er wel achter gekomen dat schrijven voor het magazine helemaal mijn ding is. Ik kan er niet precies de vinger op leggen waarom, maar ik voel me heel vrij en op mijn plaats in de schrijfstijl van het magazine. Ook krijg ik hier de mogelijkheid om opiniestukken te schrijven, en geven ze me de ruimte om te experimenteren en te proberen. Ik kan er helemaal mijn persoonlijke schrijfstijl in leggen, en het wordt daarbij nog eens goed ontvangen door de redactie.
Ik leefzonder tv en zonder smartphone. Ik merk op hoeveel ik voor me kijk, terwijl anderen naar beneden kijken. Tijdens het wachten op de bus kan het soms wel heel vervelend zijn, want het is altijd wachten tot de bus vol is (en dat kan al eens veertig minuten duren) maar toch laat ik mijn telefoon nog niet zo snel herstellen. De aloude Snake op mijn nog oudere Nokia gaat na al die maanden wel wat vervelen, maar toch. Ik voel me meer vrij en rustiger. En wanneer ik dan eindelijk achter Facebook op de computer kruip, heb ik ook werkelijk iets te zien.
Ik loop een aflevering achter op mijn favoriete serie Game of Thrones, wat voor mij aantoont dat ik helemaal geen scherm nodig heb! Al moet ik wel stiekem toegeven dat ik sta te popelen om deze schade in te halen, maar het is niet zo dat ik niet kan gaan slapen zonder te kijken, iets wat ik in het verleden wel heel veel last van had met tien verschillende series tegelijkertijd! Ik slaap wel veel beter nudat ik zo weinig voor het beeldscherm hang.
De buurt zegt eindelijk goedemorgen tegen mij, ja, dat heeft zes maanden geduurd. Maar ondertussen komt de buurvrouw mijn advies vragen over aardappelen in de oven, heb ik een goede speelse band met mijn buurjongens en -meisje en doen de mannen niet al te lastig meer. Soms. Aangezien ik al enkele maanden elke dag op dezelfde ‘buurtbus’ zit, voel ik me niet alleen meer deel van de buurt, maar ook meer geaccepteerd. En dat is echt een groot onderdeel van het feit dat ik me zo thuis begin te voelen!
Luxe krijgt een heel andere invulling als je je schoenen moet uitdoen om thuis te geraken! Het regenseizoen is nu bijna voorbij, maar wonend in een zandweg en in een land dat wereldwijd een van de dichtste bij de zeespiegel ligt, kan het al eens gebeuren dat je je schoenen moet uitdoen om thuis te geraken. Ook in de avond is er weinig tot geen verlichting, en is mijn zaklamp nodig om naar huis te wandelen/fietsen. Doet me altijd heel erg aan het scoutskamp denken! Wanneer ik dan droge kleren kan aantrekken, voel ik toch alle luxe die een mens nodig heeft!






t ik niet moet aftellen, rekening houden, uitkijken of tegen een volgend vertrek moet opzien. Eén maand in Suriname en ik moet nergens heen, want ik ben al thuis.
doet het me goed dat ik hier kan doen waarvan ik hou: schrijven. En niet alleen in mijn dagboek of op het internet, maar voor een kwaliteitsvolle krant! Ik wil het dan ook niet over koetjes en kalfjes hebben in mijn artikels, maar sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen aan het licht brengen. Er valt in Suriname nog zoveel te ontdekken, zowel voor mij als voor de Surinamer zelf.
De economische crisis komt ook bij ons thuis hard aan. Eén euro is momenteel bijna acht keer meer waard dan de Surinaamse Dollar. En aangezien ik hier niet ben om mijn gespaarde euro’s te gebruiken, voel ik zelf hoe hard Surinamers het hebben met het loon dat ze krijgen. Dat is klein als je kijkt naar de levensduurte en prijzen in de winkels. Quin werkt in de scheepvaart. Vorige week heeft hij vier dagen niet moeten werken, omdat er gewoon geen schepen waren die in of uit het land varen. Dit zegt iets over de status van het land, dat niet genoeg produceert om te verkopen en geen geld heeft om te importeren. Gelukkig heeft hij zijn tweede job als buschauffeur zodat we ons momenteel geen al te grote zorgen moeten maken.
Maar ze leven in de illusie dat in Europa iedereen voor elkaar zorgt. En als ze in het begin geen werk vinden, ze wel een uitkering zullen krijgen, en die uitkering is vaak veel meer dan wat ze in Suriname kennen. Maar ze vergeten dat in Europa een heel egoïstische mentaliteit leeft, en dat je niet zomaar even alles in je schoot geworpen krijgt, maar dat je er hard voor moet werken, zeker met de achterstand aan kennis die je automatisch hebt wanneer je een nieuw land binnenstapt, want je weet gewoon niet hoe het werkt, en dat valt je niet kwalijk te nemen, maar in Europa doen ze dat wel. Nu, mijn moeder denkt dat mensen hun leven alleen maar moeilijker maken als ze verhuizen of immigreren, en dat ze meer kans hebben op een gelukkig bestaan als ze blijven waar ze geboren zijn, zonder daarbij enige vorm van racisme te hebben, want mijn moeder wilt alleen maar het beste voor de mensen. Ik vind het een mooie theorie, die best wel eens zou kunnen werken. Maar ik denk net het tegenovergestelde.
Wel, het is moeilijk, daar heeft mijn moeder alvast gelijk in. Het is alles in één, nieuwe structuren van maatschappij moet je leren, er zijn andere gedragingen die je wel en niet kan doen, er is een andere taal die je moet spreken. Want er mag hier dan wel dezelfde taal worden gesproken, er worden andere woorden gebruikt en je moet weten wat wel en niet te zeggen om geen verkeerde indruk op te wekken. Alle comfort die je je hele leven lang kende, valt onder je voeten weg en je weet niet meer waar je op kan staan. Normen en waarden zijn anders, maar je kan er zo precies niet de vinger op leggen hoe anders die dan zijn. (Voor alle duidelijkheid: dit is niet Quin op de foto)
Dat ik erin geloof, wil daarmee nog niet zeggen dat het gemakkelijk is, of mogelijk. Ik ben het levende bewijs van een immigrant die ‘vlucht’ van het zogezegde ‘beloofde land’. Ik geloof niet in één beloofde land, ik geloof in je eigen kunnen om een land te accepteren hoe het is, en op je eigen manier te veranderen zodat je je comfortabel voelt in het land dat je niet kent, zonder daarbij politieke ambities te hebben of maatschappelijke problemen te verhelpen. Dat veranderen gaat niet zonder slag of stoot, want je moet jezelf veranderen, je moet je aanpassen naar die omgeving die je hebt ‘gekozen’. En daar komt dan het dierlijk instinct dat diep in jou wakker wordt en kom je erachter dat je misschien helemaal niet wilt veranderen, want je hebt hard gewerkt voor de persoon die je tot op vandaag bent geworden. (Nog eens voor de duidelijkheid: dit is wél Quin op de foto)


Dat alles leidt tot goede gesprekken, en ik mag van geluk spreken dat hij goed luistert, begrip heeft en wel degelijk iets doet als ik het hem, ook al moet ik het veel vragen, blijf vragen. Ik heb geen omgeving waar ik even kan uitblazen en kan zagen tegen de Westerse mensen over de verschillen tussen onze culturen, die van de Surinaamse cultuur en die van het Westen. Ik heb geen vriendinnen die tegen mij zeggen dat we ‘nu’ weg gaan en dat ik mij maar even moet haasten. Nee, als de motor van de auto al draait en ik laat ben voor mijn afspraak, begint mijn vriend plots te dweilen. Mag ik dan zagen? Want hij dweilt toch maar. En hij kookt, en hij helpt en hij doet het wel allemaal, maar alles op zijn eigen tempo. Zodoende doe ik hier even mijn beklag over de Surinaamse cultuur, want tegen hem zagen geeft niet de voldoening waar ik op hoop.
Oker, klaroen, tajerblad, guave, papaya, manja, kousenband, awara’s, mopé, en ga zo maar even door. Of ik leer nieuwe benamingen voor dezelfde groente, zoals aubergine die hier boulanger heet (op zijn Frans uitgesproken). Zo leer ik ook koken met andere kruiden, zoals dijera en massala, om er zo maar even twee te noemen. En een maaltijd is niet af zonder een pepertje en enkele maggi-blokjes (kippenbouillon). Je mag ook niet ruiken aan de kookpotten, iets wat ik thuis vaak deed. Of kip moet je kluiven, iets wat ik thuis nooit deed. Mijn vriend is gek van kluiven: kraakbeen, pezen, botten, het gaat allemaal naar binnen. En daar zit ik dan, verlangend naar mijn kipfilet. Wat we elke dag zullen eten en hoe het moet klaargemaakt worden is dus een groot vraagstuk voor mij, en één van de grootste uitdagingen tot nog toe.

Maar hij vertrekt alleen als die vol zit, dus is het wachten op genoeg passagiers voor deze vertrekt. ‘Even’ naar de stad is dus niet zomaar ‘even’, maar neemt al snel twee uur in beslag, en dan ben je er nog maar en moet je nog terug. Het is dus nog even zoeken. Ik leer autorijden, maar aangezien er geen wegmarkeringen zijn, is het eerst de taak om de wegen te leren. Dus heb ik een wegenkaart gekocht die ik nu aandachtig aan het bestuderen ben, maar ondertussen zijn er wel interviews die gedaan moeten worden en inkopen die gekocht moeten worden.
onder de palmbomen in de warme avondlucht. Het is fantastisch om bij hem te zijn, en zelf het feit dat we kunnen discussiëren tegen elkaar vind ik een luxe, want we zijn tenminste bij elkaar. Het is een opeenschakeling van uitdagingen en avontuur, met veel liefde en passie in het spel. Dit is de plek waar ik wil zijn.


