Surinaamse onafhankelijkheid

Het logo van de slager op de hoek is vernieuwd, mijn buurjongen en -meisje zijn verhuisd, de verpakking van ons wc-papiermerk is veranderd van kleur en aan de overkant is een nieuw koppel ingetrokken – hoewel het me nog niet duidelijk is hoelang zij zullen blijven. Al bij al kan ik zeggen dat ik weinig gemist heb in Suriname, op het eerste zicht dan toch.

Links rijden voelt niet vreemd aan en ik weet nog precies de weg van huis naar Quin’s ouders. Bij de betaling van mijn fitnessabonnement werd me gevraagd waarom ik niet meer kwam trainen en wanneer reclameslogans vanop de grote borden naar me toeschreeuwen, komen de jingles spontaan in me op. Mijn naam staat al meteen onder een artikel in de maandelijkse Parbode, en ik groette Ghandi, de plaatselijke buschauffeur, terwijl ik mijn afwas stond te doen.

Ik herken wegen, hoor mijn bazin op de radio praten, kan de vogelgeluiden linken met een vogelnaam en weet precies welk brood het lekkerste is. Ik ging al langs bij Parbode om mijn loon op te halen en trof het huis in exact dezelfde staat aan als dat ik het had achtergelaten, alleen dan wat rommeliger. Tijdens een grote kuis kwam ik gisteren tot rust met elk ding dat ik een plaats gaf, en daarbij ook een stukje van mezelf. Ik voel me geen toerist, dit is mijn plaats.

In Paramaribo en omstreken zijn er weinig tot geen merkwaardige veranderingen gebeurd in de laatste drie maanden, tot zover mijn driedaagse observatie. De olieprijs van de benzine is weer naar omhoog, maar niets in me verwachtte dat deze dezelfde was gebleven, en er groeit weer gras op het onafhankelijkheidsplein (nadat deze maanden aan een stuk door de regering was afgesloten om verdere stakingen en betogingen te voorkomen).

Anders dan vorig jaar (vergelijken is nu eenmaal één van mijn kwaliteiten) voel ik me geen buitenstaander. De vrouw naast me op het vliegtuig was een Surinaamse, en kwam voor drie weken op vakantie. Ik ben de Belg, die thuiskomt in Suriname. Het kan allemaal.

Wat mijn uitdaging wordt, en dan begint het wel te kriebelen, is een leven voor mezelf opbouwen in dit groene landschap. De plaats dat ik nu inneem, is die van ‘Quincy’s vrouw’. Dat is fijn (en iets om trots op te zijn), maar ik ben meer dan ‘iemand’s vrouw’. Ik ben een vrouw met een pen, een zin voor initiatief en een drang naar onafhankelijkheid (dit begint een beetje op een sollicitatie-interview te lijken). Alleszins: mijn uitdaging in Suriname wordt de onafhankelijkheid. Het maken van eigen vrienden, het uitbreiden van een eigen netwerk, het verdienen van geld met mijn pen, graag naar het werk gaan, het participeren aan evenementen en het organiseren van uitjes. Iedereen die me een beetje kent, weet wel waarover ik het heb.

Hoewel ik me veel minder ‘anders’ voel dan vorig jaar, voel ik me terug ongemakkelijk wanneer ik iets alleen moet doen. Vorig jaar was ik er in den beginne best fier op dat ik alleen inkopen deed. Dat klinkt misschien heel belachelijk, maar het was een ware overwinning. Ik snap dat. Wanneer ik nu alleen maar denk aan het feit dat ik terug naar de winkel moet wandelen om een brood te halen, waar de mannen me allemaal zullen aanstaren en naroepen, zakt de moed me al in de schoenen. Ik eet liever nog een banaan en wacht tot Quincy thuis komt. Dit gaat veranderen.

Ik weet dat dit tijdelijk is, ik heb het namelijk al eerder meegemaakt, maar het is toch een gevoel dat niet te mijden valt, een daarom ook niet verzwegen moet worden.

Ik, onafhankelijk en op mijn gemak in Suriname zodat ik niet alleen goed werk kan leveren maar me ook vrij en onbezonnen kan voelen, daar zet ik op in.

Wat ik nog ga doen in België?

Je kan niet ergens vertrekken zonder iets achter te laten, dat heb ik uit ervaring al mogen ondervinden. Maar ik heb nog drie dagen om te genieten van al mijn vanzelfsprekendheden die mijn vaderland biedt. En dat zal ik doen ook.

De kogel is door de kerk, ik heb mijn visum. Bijna ging ik onderdoor aan het wachten en  de onwetendheid. Frustraties stapelden zich op, en ik had geen enkele controle over de situatie – vooral met dat laatste kon ik maar moeilijk overweg. Wanneer je je emotioneel toelegt op bureaucratie, moet je ook kunnen omgaan met teleurstellingen. Aan het eerste maak ik mij schuldig, aan het tweede heb ik nog heel veel werk.

Nu is het wachten voorbij. En plotsklaps lijkt het allemaal een piece of cake te zijn geweest. De ene dag lig ik al huilend in bed en kan ik alleen nog maar ‘ik hou dit niet meer vol’ mompelen en de volgende dag sta ik luchtig te lachen: ‘het viel toch allemaal wel mee’. Opkropping maakt in één zucht plaats voor opluchting. Mijn schouders voelen twintig kilo lichter aan en mijn hoofd is leeg van zorgen. Ik kan terug intens genieten, want ik weet nu wanneer de Belgische klok voor mij stopt met tikken.

Maar man, wat ga ik mijn vaderland ook missen. Vrienden en familie, dat ongetwijfeld. Maar ook enkele ‘details’ die me nauw aan het hart liggen. Daarom ga ik de volgende dagen, inclusief vandaag, me toeleggen op het uitvoeren van volgende ‘vanzelfsprekendheden’;

– Nog veel koffie drinken, omdat ik me in Suriname moet behelpen met oploskoffie;
– Veel préparé eten, omdat ze die in Suriname niet hebben;
– Smullen van de zelfgemaakte frietjes van de mama, omdat dat nu eenmaal de beste frietjes zijn;
– Zelfde is van toepassing op de zelfgemaakte soep van de mama met het lekkere brood;
– Overal naartoe fietsen, want daar is het in Suriname te warm voor;
– Goe Gents klappen, want dat verstaan ze in Suriname niet;
– Vanuit mijn kamer naar de straat kijken, want er hangt geen tralies tussen;
– Mijn benen ontharen, want het is weer tijd voor de korte shorts;
– Worstenbroodjes eten;
– Avondwandelingen maken, omdat ik in Suriname in de avonduren niet gezellig/veilig over straat kan lopen (afwezigheid van straatverlichting en voetpaden maakt het al snel onveilig, drinkende mannen op de hoek snel ongezellig);
– Nog veel naar mijn vader, moeder en broers kijken, want die zal ik toch maar weer moeten missen;
– Een goede, koude Duvel drinken, want dat is pas een ‘goe bierke’;
– Niet werken, want dat moet in Suriname wel weer;
– In het midden van mijn dubbel bed liggen, want in Suriname moet ik plaatsmaken voor Quincy (alhoewel ik dat niet zo heel erg vind);
– ‘Het Smelt’ van Lize Spit uitlezen, want die heb ik geleend van Jutta en moet hier blijven (aanrader trouwens);
– Mijn nichtjes een dikke knuffel geven;
– En genieten van de koude wind, want iets zegt me dat ik daar in Suriname nog naar ga verlangen.

Kortom: wanneer de details wegvallen, zo ook een stukje ‘thuis’

En dan heb ik het nog niet over u, vrienden, die onmogelijk weg te zetten zijn als ‘detail’.  Jullie zijn nog een heel hoofdstuk apart, eentje dat ook niet weg te schrijven valt. Wat zal ik jullie missen, onze gesprekken en onze verschillen, onze openhartigheid, onze eerlijkheid en discussies, onze vanzelfsprekendheid.

‘In België moet alles vooruit gaan, ook ten koste van de gezondheid’

Zarissa’s eerste kennismaking met de Belgische cultuur was niet bepaald lekker. Het eten waarvoor Arno en zijn huisgenoten zich hadden uitgesloofd, maakte weinig indruk. ‘Ik twijfelde of tonijn en perzik wel goed samen gingen’, blikt ze terug op de avond die haar leven veranderde.

Desondanks de koude schotel geen hoogvlieger was, maakte ze die avond veel plezier. Zelfs nu, jaren later, is het één van Zarissa’s mooiste herinneringen. Het was de start van een innige vriendschap met Arno, die drie maanden stage liep in Suriname. Voor ze het goed en wel beseften, groeide de vriendschap over in een liefdesrelatie. Eentje die Arno al kenbaar had gemaakt, zonder dat Zarissa het besefte.

‘Ik wist niet wat hij bedoelde met de woorden ik zie je graag’, blikt ze hierop terug. Vlak voor Arno terugkeerde naar België, vroeg hij het aan. Ze probeerden een langeafstandsrelatie. Een jaar later, in 2008, stapte ze voor het eerst de vlieger op. Eindbestemming België.

‘Ik wist niet wat hij bedoelde met de woorden ‘ik zie je graag’

Gelijkenissen
‘Het was koud, de gebouwen waren hoger en de mensen teveel met zichzelf bezig’, vat ze haar vakantie kort en krachtig samen. Toch dwong de liefde haar twee jaar later terug het vliegtuig op, deze keer niet voor vakantie. In 2010 vestigde Zarissa zich officieel in Herent, een dorpje bij Leuven. ‘Ik was me enorm bewust van het verschil. Deze keer kwam ik om hier te wonen, en moest ik wel degelijk mijn best doen om de Belgische cultuur te begrijpen’, blikt Zarissa terug.

Dankzij de warme liefde van Arno en de open armen van diens familie, begon ze beetje bij beetje te aarden in het koude Vlaanderen. Haar schoonmoeder bracht haar naar alle sollicitatiegesprekken en de vrienden van Arno namen haar als vanzelfsprekend op in de groep. Al snel leerde Zarissa een heel belangrijk ding over de Belgen: ‘Ze lijken afstandelijk, zeker in vergelijking met de Nederlanders, maar als je door hun muren breekt, maak je vrienden voor het leven.’

cultuurverschillen-2
‘Ik moest wel degelijk mijn best doen om de Belgische cultuur te begrijpen’ – © Arno Briers

Er is geen dag en nacht verschil tussen België en Suriname, aldus Zarissa. Vooral op het gebied van verdeeldheid vindt ze veel gelijkenissen. ‘Ik heb het even moeilijk om de Belgische cultuur te omschrijven als die van de Surinaamse, daar zie ik de gelijkenis in. Net als Suriname, kun je niet van één cultuur spreken in België’, aldus Zarissa, die de verschillende taalgemeenschappen van België aanhaalt. ‘Of de onbegrijpelijk kloof tussen Vlamingen en Walen’, vult ze aan. Maar tegelijkertijd zijn Belgen – net als Surinamers – echte levensgenieters, aldus de Surinaamse Belg.

Rekening houdend met verschillende etnische groepen in Suriname, is het niet zo gemakkelijk om ‘s lands cultuur te omschrijven. ‘Ik praat vaak over de smeltkroes van culturen, de muziek, het Sranan tongo (de in Suriname gesproken taal, nvdr) en zeker over de bereidwilligheid om een vreemde te helpen’, vertelt Zarissa. Dat laatste houd ze hoog in ere, want de meeste Belgen hebben volgens haar een ‘trek je plan’-attitude: ‘Heb je een probleem? Zoek het zelf maar uit. Dat wil niet zeggen dat dit niet zo is in Suriname, maar de mensen daar lijken toch behulpzamer te zijn.’

Binnen of buiten
Wat dan weer helemaal niet te vergelijken valt, zijn de seizoenen in de verschillende landen. ‘Ik moet helemaal niets van de kou hebben, dan ben ik ook moeilijk te overhalen om af te spreken’, geeft Zarissa toe. In de zomermaanden is de kans op warme dagen groter, maar niet gegarandeerd, en dat beseft ze maar al te goed.

cultuurverschillen-4
‘Belgen zijn net als Surinamers echte levensgenieters’ – © Arno Briers

‘Maar in de zomer zijn de Belgen zijn in ieder geval gelukkiger en komen ze graag naar buiten’, observeerde Zarissa al in het verleden. Naast de zomer wordt ze ook blij van de herfst. Dit vanwege de herfstkleuren, wandelingen en traditionele pompoensoep. ‘Zo heeft elk seizoen wel iets. Dat kun je niet zeggen van de grote drogetijd en regentijd in Suriname, waar je slechts moet kiezen als je buiten gaat of binnen blijft’, zegt ze.

‘Suriname zoals ik het achterliet, bestaat niet meer’

Toekomstplannen
Zarissa blijft op de hoogte van haar geboorteland dankzij sociale media en Google Alerts, waarop ze het Surinaamse nieuws volgt. Ook door haar ouders krijgt ze een persoonlijke kijk op de ontwikkelingen in Suriname. ‘Suriname zoals ik het achterliet, bestaat niet meer. Alles is duurder, de wisselkoersen zijn onvoorstelbaar hoog, de corruptie is verergerd en de ontevredenheid onder de bevolking groeit. Het ergste van alles, is dat er nog geen einde in zicht is’, vertelt Zarissa.

‘Het plan om te remigreren mag pas terug op tafel komen als mijn zoon uit huis is’

‘In België moet alles vooruitgaan. Soms lijkt het wel ten koste te gaan van alles, zelfs gezondheid’, vertelt Zarissa. Een verhuis naar Suriname sluit ze daarom nog niet uit. ‘Maar momenteel denk ik er nog niet aan. De economische situatie in het land is niet aantrekkelijk en ik moet ook denken aan de toekomst van mijn zoon.

Het plan om te remigreren mag pas terug op tafel komen als mijn zoon uit huis is. Dan kan hij voor zichzelf zorgen en dwing ik hem niet om samen met mij in een nieuwe avontuur te springen’, vertelt Zarissa. Zelf heeft ze allesbehalve spijt van haar eigen avontuurlijke sprong, ondertussen al zeven jaar geleden.

Lees volgende maand in deze rubriek ‘Surivlaamse bondgenoot’ meer over Zarissa’s heimwee, en hoe ze daarmee om gaat. Neem alvast een kijkje op ‘Prodo Misi’ voor meer ervaringen over Zarissa’s immigratie, en laat weten wat je ervan denkt!

De terugblik van Franky

Franky Deceuninck (55) lichtte vorig jaar een tipje van zijn sluier op, waardoor ik mocht binnenkijken in dat warme, soms verwarrende, hart van hem. Kort en krachtig over verlies, vrijheid en stoppen met roken.

In ‘Een terugblik’ ga ik langs bij drie mensen die in 2017 een belangrijke rol voor me hebben gespeeld. Ik leg elk van hen dezelfde vragen voor (die ik op mijn beurt overnam uit de kerstinterviews van Knack). Samen blikken we terug op 2017, en wat het jaar voor hun betekende. Na mijn Surinaamse vriendin Zamida en mijn lief Quincy, doe ik dat in deze laatste Terugblik met mijn vader, waarmee ik in 2017 wel een heel bijzondere, dankbare band kreeg.

Wat heb je in 2017 voor de allereerste keer gedaan?
Een toespraak gehouden op de uitvaartplechtigheid van een geliefde.

Welke persoonlijke overwinning heb je behaald in 2017?
Ik ben gestopt met roken!

Welke nederlaag heb je geleden?
Geen, denk ik. Ik heb misschien wel wat kansen laten liggen.

Waar heb je het meeste plezier aan beleefd?
Ik ben getuige van de ontwikkeling van mijn drie kinderen. Hun zoektocht in deze unieke fase van hun leven.

Welk nieuwsfeit was voor jou het meest betreurenswaardig?
Alle berichten over de toenemende vluchtelingenproblematiek in de wereld.

Heb je te veel of te weinig tijd besteed aan sociale media?
Genoeg om het interessant te houden voor mij. Sociale media is niet mijn medium. Ik gebruik liever de traditionele media, die minder vluchtig is.

Over welke kwestie ben je anders gaan denken?
Over het begrip vrijheid, we zijn minder vrij dan we graag zouden willen zijn…

Wat heb je gemist in 2017?
Solidariteit en begrip voor elkaar, dat lijkt alleen maar te verminderen.

Wat had je beter willen doen in 2017?
Ik had graag wat meer aandacht willen geven aan mensen die dat verdienen. Ook de balans tussen werk en gezin had ik beter willen doen.

Waar was je het liefst in 2017?
Thuis, in mijn eigen vertrouwde omgeving.

Wat was je mooiste moment van 2017?
Mijn dochter haar terugkeer in Gent, na 9 maanden afwezigheid, was een heel mooi moment. Verder heb ik door de dood van mijn broer niet veel kunnen genieten.

Welke goede daad heb je verricht?
Moeilijke vraag. Ik denk dat het stoppen met roken ene goede daad voor mijzelf is.

Welk boek, welke plaat of welke film/tv-serie heb je dit jaar het meest van genoten?
De essays van filosoof Montaigne om te lezen en de Blue Planet documentaires voor de onwaarschijnlijke beelden.

Wat wil je verwezenlijken in 2018?
Innerlijke rust vinden, en de goede band met vrienden en dierbaren behouden.

De terugblik van Quincy

Quincy Westenburg (34) is geen slecht mens, met een zuiver hart die het leven niet al te moeilijk maakt. Een gesprek over Suriname, schreeuwen en grenzen verleggen.

In ‘Een terugblik’ ga ik langs bij drie mensen die in 2017 een belangrijke rol voor me hebben gespeeld. Ik leg elk van hen dezelfde vragen voor, die ik op mijn beurt overnam uit de kerstinterviews van Knack. Samen blikken we terug op 2017, en wat het jaar voor hun betekende. Vandaag is het de beurt aan Quincy Westenburg, die ik sinds maart 2016 trots mijn vaste vriend mag noemen.

Wat heb je in 2017 voor de allereerste keer gedaan?
In 2017 ging ik voor de eerste keer voorbij mijn opa’s dorp, nog meer naar het zuiden van Suriname. De diepe jungle was even nieuw voor mij als mijn vriendin. Daarnaast reed ik voor de eerste keer rechts op de rijbaan, toen we op vakantie waren in Aruba. Vroeger dacht ik dat het genoeg was om te werken, zodat ik kan eten en me kan kleden. Dankzij verschillende uitstapjes en een leuke vakantie heb ik beseft hoe belangrijk het is om op vakantie te gaan.

Welke persoonlijke overwinning heb je behaald in 2017?
Ik heb het ouderlijke nest verlaten en ben gaan samenwonen met mijn vriendin. Twee jaar geleden dacht ik er niet aan om uit mijn moeders huis te gaan, ik vond het fijn daar. Ik voelde me er veilig en gelukkig, vrij. In 2017 ben ik uit die comfortzone gestapt.

Welke nederlaag heb je geleden?
Ik heb onvoorziene uitgaven gedaan bij herstellingen aan mijn bus, die achteraf helemaal niet nodig bleken.

Waar heb je het meeste plezier aan beleefd?
Ongetwijfeld mijn vakantie op Aruba. Dat was een heel gelukkige week.

Welk nieuwsfeit was voor jou het meest betreurenswaardig?
Dat Real Madrid voor de tweede keer op een rij de Champions League won en daarmee geschiedenis schreef. Als Barcelonafan is het een groot dieptepunt. Het net als reizen naar de maan, niemand vergeet dat de Amerikanen er eerst waren. De tweede is al veel minder speciaal.

Heb je te veel of te weinig tijd besteed aan sociale media?
Ik denk te veel. Ik moet er mee ophouden want het neemt veel tijd van me. Voor ik het besef ben ik een uur aan het scrollen. Het is niet nuttig, ik kan beter een boek lezen. Zo kan ik mijn woordenschat verrijken.

Over welke kwestie ben je anders gaan denken?
Het gaat misschien een beetje asociaal klinken, maar in 2017 heb ik geleerd om mezelf op de eerste plaats te zetten, durven nee zeggen. Ook ben ik anders gaan denken over mijn eigen toekomst, ik heb de eerste stappen ondernomen om mijn dromen na te gaan.

Wat heb je gemist in 2017?
Goed leiderschap in Suriname. Iemand die het land vanuit het hart, en niet omwille van het eigenbelang, bestuurt. Een goede leider die de politiek niet gebruikt om de weg naar zijn eigen doelen te versnellen, en durft handelen voor de toekomst, en niet alleen vandaag. Zo een persoon mis ik, en veel mensen in Suriname.

Wat had je beter willen doen in 2017?
Er zijn dagen geweest waarop ik mijn vriendin heb gekwetst, misschien kon ik op momenten wel een betere vriend zijn voor haar.

Waar was je het liefst in 2017?
There is no place like home, dus zeker in Paramaribo, Suriname. Ik ben nergens zo graag als dat ik languit in de zetel lig, gewoon lekker niets doen.

Wat was je mooiste moment van 2017?
Op Aruba zaten mijn vriendin en ik in een romantische setting te dineren. De zon ging onder, en dankzij het restaurant op de berg hadden we een mooi uitzicht op de stranden. Ik vroeg of ik haar een vraag mocht stellen. Zij had natuurlijk een heel ander gedacht over de vraagstelling en trok haar conclusies. Terwijl ik alleen maar wou weten of ze gierig was. (lacht)

Welke goede daad heb je verricht?
Ik heb zoveel goede dingen gedaan, ik ben geen slecht mens. Ik heb geen erkenning nodig voor de dingen dat ik doe, omdat ik ze uit mijn hart doe. Het kan van kleine dingen gaan, zoals voor iemand een belkaart voorzien, tot de grote dingen, zoals een verassing organiseren voor mijn vriendin haar verjaardag.

Welk boek, welke plaat of welke film/tv-serie heb je dit jaar het meest van genoten?
Mi No Lob’ van Broederliefde, omdat het lied helemaal bij mijn persoonlijkheid past. Ik hou zelf ook niet van geschreeuw (‘je moet me niet schreeuwen’ is een vaak voorkomende zin in het lied, nvdr)

Wat wil je verwezenlijken in 2018?
Veel lachen.

Misschien vandaag

We zijn ondertussen al twee maanden in België. Elke dag sta ik op met dezelfde, eerste gedachte: misschien vandaag, misschien ook niet. Steeds wachtende op de juiste papieren om terug het vliegtuig te mogen instappen, richting Suriname. Het is frustrerend en vervelend, want het westerse leven heeft me snel weer in zijn greep.

Toen ik op een zonnige dag mijn plantjes water stond te geven, werd ik daarbij omringd door twee springende buurjongens en een ietwat-timider buurmeisje. Met grote ogen keken ze toe hoe ik mijn nieuwe, voor mijn verjaardag gekregen gieter vulde met koud water. Toen ik rustig mijn plantjes de verfrissing gaf waar ze kreunend onder de zon naar verlangden, voelden ik hun altijd-lachende ogen op mijn rug priemen. Tot de oudste dicht bij me kwam staan en nieuwsgierig naar me opkeek. ‘Waarom woon je niet in jouw land?’

Wat volgde was een aanééngeregen gebrabbel als antwoord, die de gezichten van mijn twee buurjongens (en meisje) verstomd deden staan. Met gefronste wenkbrauwen en twee vraagtekens in hun ogen keken ze toe hoe hun buurvrouw met de – nu lege – gieter in haar hand probeerde uit te leggen dat het leven niet altijd beter is omdat er meer geld is, dat je niet verplicht bent te sterven op de plaats waar je geboren bent en dat je je op een andere plaats soms meer jezelf kan voelen dan in je eigen geboorteland. Waarschijnlijk ging ik te psychologisch, gebruikte ik te moeilijke woorden, of misschien dachten ze gewoon dat ik gek was.

Alleszins, mijn uitleg werd al snel vergeten toen ‘Meneer Pad’ besliste zijn kans te grijpen, en hij met snelle sprongen uit zijn veilige haven (mij bloembak) in de goot verdween. Na opgewonden geschreeuw van de jongens, lieten ze teleurgesteld hun hoofden zakken (al dagenlang wachtten ze op de kans om ‘Meneer Pad’ in hun zelfgemaakt ‘zoo’ op te sluiten). Ik keek ze na hoe ze druk overleggend terug naar hun huis liepen, de lege gieter nog steeds in mijn handen. Toen het meisje zich nog even omdraaide om naar me te zwaaien, bedacht ik dat het misschien maar goed was dat ‘Meneer Pad’ de aandacht had opgeëist. Want hoe leg je aan kinderen uit dat ‘het fantastische Europa’ niet mijn beloofde land is?

Het is verraderlijk aantrekkelijk, die westerse wereld. Het zuigt je mee in de opwinding van de koopjes en de socialiteit van de massa. Het wekt de illusie dat we er niet alleen voor staan, en dat is misschien nog wel het verleidelijkste van allemaal.

Tijdens mijn wereldreis, ondertussen al twee jaar geleden, heb ik me talloze keren ongemakkelijk gevoeld. Op alle werelddelen van de aarde en tot op het diepst van mijn botten. Soms was het ‘maar’ miscommunicatie, soms omdat ik van een trapje viel op een druk stadsplein. Maar het is de verwondering, die het ongemak voor gaat en de miscommunicatie na komt, die me houdt in het land dat niet van mij is. In Suriname, waar ik geen geschiedenis mee deel en waar ik mijn weg niet ken.

Ella&Zoë Gent winter 2017

Terug in België, is het alsof ik nooit ben weg geweest. Ik fiets de straten waarop ik al mijn hele leven fiets. Ik loop de paden die ik al mijn hele leven beloop. Ik rij met de auto aan 120 km/uur over de verlichte snelwegen alsof ik nooit iets anders in mijn leven heb gedaan. Ik spring op en van treinen alsof ik het nog mijn hele leven zal doen.

En hoe meer ik die handelingen herhaal, hoe vreemder de gedachte wordt aan mijn eigen huis. Met mijn eigen was, mijn eigen plas. Met mijn verantwoordelijkheden als collega en werknemer, als journalist en lief, als schoonzus, als vriendin, als eenzaat. Daar, aan de overkant van de oceaan.

Alles wat ik daar heb opgebouwd, bestaat hier niet, alleen in mijn hoofd. Alles waarvoor ik daar gezweet en gezwoegd heb, lijkt hier een verre droom.
Alsof ik nooit zelfstandig ben geweest.

Alsof ik een boek lees en het na enkele hoofdstukken open op mijn nachtkastje laat liggen, met de rug naar boven. Wachtende op het moment dat ik het weer zal oppakken, verder zal bladeren. Ik kan hier niets opbouwen, want ik ga weg. En ik kan daar niets ondernemen, want ik ben hier. Een verhaal op pauze.

Maar eentje die veel liefde kent. Het is een hoofdstuk apart, en niemand weet wanneer het eindigt.

Misschien morgen.

Mama Papa Zoë winter 2017

De terugblik van Zamida

Zamida Kroes (36) heeft het hart op de tong en durft het leven in vraag stellen, maar helemaal Surinaams noemt ze zichzelf niet. Een gesprek over kerstpakketjes, een chaotische kleerkast en geldtekort.

In deze nieuwe rubriek, genaamd ‘Een terugblik’, ga ik langs bij drie mensen die in 2017 een belangrijke rol voor me hebben gespeeld. Ik leg elk van hen dezelfde vragen voor (die ik op mijn beurt overnam uit de kerstinterviews van Knack). Samen blikken we terug op 2017, en wat het jaar voor hun betekende. Als eerste stel ik u voor aan Zamida Kroes, mijn eerste Surinaamse vriendin.

Wat heb je in 2017 voor de allereerste keer gedaan?
‘Ik ben voor het eerst met mijn jonge broer op vakantie gegaan, voor een kort weekje naar de Dominicaanse Republiek.’

Welke persoonlijke overwinning heb je behaald in 2017?
‘Ik ben eindelijk verhuisd van het district Para, naar de hoofdstad Paramaribo, en woon hier nu in m’n zelf ontworpen mini huisje. Afgelopen oktober ben ik ook gestart met een opleiding voor het behalen van een Pedagogisch Getuigschrift, zodat ik in de toekomst les kan geven.’

Welke nederlaag heb je geleden?
‘In 2017 had ik haast nooit geld. Ik ervaarde dit als een grote nederlaag omdat ik niet veel verder kwam dan het betalen van mijn rekeningen. Verder kon ik haast geen leuke dingen doen.’

Waar heb je het meeste plezier aan beleefd?

‘Ik heb bewust alleen dingen gedaan waar ik voor de volle honderd procent achter stond.’

Welk nieuwsfeit was voor jou het meest betreurenswaardig?
‘De vele berichtgevingen van gepleegde berovingen en overvallen maken me een beetje bang.’

Heb je te veel of te weinig tijd besteed aan sociale media?
‘Weinig, maar niet te weinig.’

Over welke kwestie ben je anders gaan denken?
‘Dat ik toch niet helemaal Surinaams ben. Ik ben er in 2017 weer achter gekomen dat ik toch anders denk en doe dan de meeste Surinamers. Misschien hoor ik toch niet helemaal in Suriname…’

Wat heb je gemist in 2017?
‘Ik heb eigenlijk helemaal niets spannends gedaan. Alles wat ik heb gedaan was voorspelbaar. Ik heb geen spannend avontuur beleefd en nu mis ik dat wel.’

Wat had je beter willen doen in 2017?
‘Ik bleef vaak in m’n comfort zone hangen, ik denk dat ik daar af en toe gewoon uit moet stappen en een beetje meer geven.’

Waar was je het liefst in 2017?

‘Ik was heel vaak thuis en dat vond ik super fijn.’

Wat was je mooiste moment van 2017?
‘Op m’n verjaardag had ik een hele leuke dag met al m’n vriendinnen. Ook de dag dat ik hoorde dat ik een nieuwe baan had, was ik super gelukkig.’

Welke goede daad heb je verricht?
‘Ik heb een krantenverkoper een kerstpakket gegeven. Vooral de week voor kerst heb ik sociale daden verricht waar ik trots op ben. Zo heb ik ook samen met collega’s kinderen uit een kindertehuis een leuke dag bezorgd.’

Welk boek, welke plaat of welke film/tv-serie heb je dit jaar het meest van genoten?
‘Helaas heb ik heel weinig gelezen. Het laatste boek dat ik gelezen heb was De belofte van Pisa, geschreven door de Marokkaanse Mano Bouzamour.’

Wat wil je verwezenlijken in 2018?
‘Ik heb een top 3, allereerst wil ik nieuwe mensen ontmoeten. Daarnaast wil ik minder chaotisch zijn, beginnende met het opruimen van mijn kleerkast, en goede prestaties leveren op het werk.’

Minder mopperen, meer lezen en beter schrijven

Ik ben niet zo van de voornemens, maar ik vind de jaarwisseling een goed excuus om even een samenvatting van de afgelopen 12 maanden te maken. Dat ontspoort al snel tot een samenvatting van mijn hele leven, aangezien ik moeite heb om te stoppen met denken. 

Ik kijk in de spiegel en ben best tevreden met mezelf. Ok, mijn lippen zijn dik en mijn neus asymmetrisch, mijn tandvlees is ontstoken en mijn linkeroog is groter dan het rechter. De ingegroeide haren op mijn benen zorgen voor paarslelijke plekjes en mijn borsten mogen wat groter. Allemaal opgesomd kan het best beter. Maar, mijn moeder heeft haar best gedaan en ik heb een man gevonden die van me houdt, dus ik klaag niet.

_MG_0694
Profielfoto van het jaar, genomen in Guyana 2017

Belangrijker is wat er in mijn hoofd afspeelt. Tenslotte moet u op mijn gezicht kijken, ik niet. Ik ben tevreden met wat er binnen in me afspeelt. Ik koester mijn herinneringen aan mijn reizen en mijn lief en ben niet vergeten hoe ongelijk en oneerlijk deze wereld in elkaar zit. Toch blijft deze meedogenloos draaien alsof er geen vuiltje aan de lucht is en wordt elke natuurramp genegeerd bij het grootste deel van de mensheid, uit de overtuiging dat onze hulp verloren gaat in de schreeuwen van de bosbranden.

Ik geloof niet meer in de grenzen van een land en ben ervan overtuigt dat continenten geen beperkingen vormen in de ontwikkeling van een persoonlijkheid. Hoe meer iemand reist, hoe kleiner de wereld wordt, hoe sneller illusies doorprikt zijn, hoe eerlijker iemand spreekt. Hoe meer een reiziger vliegt, hoe sneller ze met beide voeten op de grond staat. Het is niet mijn levensdoel om armoede uit de wereld te helpen, een kuur te vinden voor eenzaamheid of de wereldvrede te bekomen.

mam pap96
Papa, mama en twee jarige Zoë in 1996

Al bij al heb ik meer haalbare dromen. Ik wil mijn leven niet geven aan het uitdelen van voedselpakketten, het verzorgen van oorlogswonden, het opvangen van vluchtelingen,  of het bemoederen van eenzame kinderen, nochtans allemaal haalbare, nobele doelen. Ik kan veel willen, maar om te slagen in hetgeen wat ik werkelijk kan, moet ik kiezen. Selecteren en focussen.

voorlezen papIk heb het geluk bij de selectie mensen te zitten die weten wat ze willen doen nog voor ze een keuze kregen.  Ik wil mijn geld verdienen met mijn pen. Niet omdat ik er rijk van ga worden, wel omdat ik in alle dagen die mogen komen, niets anders wil doen dan het geschreven woord liefhebben.

Twee jaar geleden vertrok ik op wereldreis. Vorig jaar verhuisde ik naar Suriname. Dit jaar wil ik minder mopperen, meer lezen en beter schrijven. Geen onmogelijke opgaves, vergeleken met mijn activiteiten in de vorige jaren. Verder ben ik nog niet klaar met het ontdekken van deze wereldbol (vooral Zuid-Amerika heeft mijn interesse), wil ik dieper duiken in de intense bubbel die ik deel met mijn lief, Quincy, wil ik mijn ouders eer aandoen en mag geld mijn jaar niet bepalen.

Daarnaast verwacht ik me dit jaar ook vaak eenzaam, zwaarmoedig, hopeloos en radeloos te voelen, want zonder die gevoelens ben ik nu eenmaal niet compleet.

IMAG5785
Zuid-Afrika

 

Hoe duur is het prijskaartje van de emigrant?

Na zeven jaar in België blijft Zarissa ‘de buitenstaander’, ‘die Congolese’. Maar achter haar donkere ogen schuilt een verhaal. Een verhaal dat ondanks onze huidskleur, naam en taal, ondanks onze culturen en bestemmingen, vergelijkbaar is met dat van mij. Want ook ik ben ‘die andere’ in de straten van Paramaribo, ‘de Nederlandse’. Elk terug in ons eigen geboorteland, zijn we degene die vertrokken is. ‘Tijdens een bezoek in Suriname werd me duidelijk dat ik er niet meer bij hoorde. Ik werd Belg genoemd’, vertelt Zarissa.  

Zarissa’s emigratie begon als nietsvermoedende 19-jarige journaliste bij avondblad De West in Paramaribo, Suriname. Bij het rondleiden van een nieuwe lichting Belgische stagiaires, leerde ze Arno kennen. Drie jaar later, in 2010, ging ze hem achterna en verhuisde ze officieel naar België, waar ze nog steeds met Arno en hun driejarig zoontje Rynn woont. ‘Ik ben een Surinaamse Belg, want ik heb nu twee identiteiten.’

izjnw-2
Zarissa: ‘Ik ben een Surinaamse Belg, want ik heb nu twee identiteiten’ © de Vormkrijger

Aangekomen in België, kon Zarissa de eerste maanden alleen van een thuisgevoel spreken binnen de vier muren van hun appartementje. ‘Het was een ruimte die wij samen hadden gecreëerd. Alles daarbuiten was vreemd voor mij’, verklaart Zarissa. Ze had het in die periode heel moeilijk met haarzelf, enorm veel heimwee, geen werk en geen vrienden. ‘Bij elke kans die ik kreeg, vluchtte ik naar familie in Amsterdam, waar de Surinaamse cultuur levendig is’, vertelt ze over deze moeilijke periode. Geleidelijk aan is ze toch gaan wennen aan haar nieuwe omgeving in België. ‘Toen ik vast werk had en het Vlaams beter kon verstaan, ging het stukken beter. Zeker toen we verhuisden van Herent naar Antwerpen, was het alsof ik in een totaal andere wereld stapte’, getuigt Zarissa.

‘Het bleef niet bij de gebruikelijke opmerking wat ben je dik geworden

Nergens thuis
‘In België heb ik me altijd de buitenstaander gevoeld. Degene met een ander accent, achtergrond, opvoeding en mentaliteit. Maar daar had ik vrede mee’, vertelt Zarissa. Tot ze na een jaar terugkeerde naar haar geboorteland Suriname. Daar kwam ze tot de onverwachte ontdekking dat ze zich ook niet meer thuis voelde. ‘Ik was degene die vertrokken was. Hoewel ik het niet zo ervaarde, was ik in de ogen van mijn familie en Surinaamse vrienden verandert’, blikt ze terug op haar eerste bezoek. Het bleef niet bij de gebruikelijke opmerking ‘wat ben je dik geworden’, die Surinamers steeds weer gebruiken als iemand terugkeert na een maandje vakantie. ‘Het werd me duidelijk gemaakt dat ik er niet meer bij hoorde. Ik werd Belg genoemd, terwijl ik mij totaal geen Belg voelde. Niet in Suriname, en zeker niet in België’, vertelt Zarissa. Intussen heeft ze dit geaccepteerd.

Zarissa en Rynn
Zarissa met haar driejarig zoontje Rynn © de Vormkrijger

‘Het klinkt wat triestig, maar ik voel me nergens echt thuis,’ vertelt ze, ‘Het is de prijs die ik moet betalen voor mijn emigratie. Ik zal altijd vastzitten tussen twee landen, twee culturen en twee identiteiten.’ Onder familie is ze bar’ bigi lafu Zarissa (letterlijke vertaling: ‘uitbundig lachende Zarissa’) die in België woont, onder haar Belgische collega’s en vrienden is ze ‘die goedlachse Surinaamse’. ‘Ik heb daar vrede mee’, aldus Zarissa.

Meestal toch
‘Er zijn natuurlijk dagen waarop ik het moeilijk heb’, vertelt Zarissa, die zich elke ochtend als eerste uit bed sleept, maar als laatste klaar is om de dag te beginnen. ‘Ik sla mijn ontbijt over, geef manlief en zoontje een kus en schuif ongelukkig aan op de snelweg naar het werk’, vertelt ze over haar dagdagelijks leven. Ze werkt momenteel als douanedeclarant voor een logistiek bedrijf, waar er altijd een hoge werkdruk heerst. ‘Na mijn werkuren race ik tegen de klok om mijn zoontje van de naschoolse opvang te halen. Het leven hier is zo gejaagd en prestatiegericht, dat ik op sommige momenten verlang naar een relaxt leventje in Paramaribo’, vertelt ze over de tweestrijd.

Zarissa Rynn en Arno
Op uitstap met het gezin © de Vormkrijger

Eenmaal Rynn thuis gewassen is en gegeten heeft, kruipt het gezin gezellig in de zetel om naar een filmpje te kijken. ‘Wanneer Rynn in bed ligt, hou ik me creatief bezig met fotografie en schrijven’, vertelt Zarissa. Gelukkig zijn de weekends minder gejaagd en plant ze uitstapjes met vrienden of brengt ze eens een bezoek aan een museum.

‘Thuis is waar de liefde huist’

Het is intussen twee jaar geleden sinds Zarissa voor het laatst in Suriname was. ‘In het begin ging ik er elk jaar naartoe, maar met een kind erbij gaat dat niet meer zo gemakkelijk’, vertelt Zarissa, die samen met Arno zuinig is op verlofdagen en meer let op de centen. Een vliegticket naar Suriname kost al gemakkelijk 800 euro, en dan mag je eigenlijk nog van een goedkoop ticket spreken. ‘Thuis is waar liefde huist. Dat kan zijn bij mijn klein gezinnetje of bij mijn familie in Suriname, Nederland en België’, vertelt Zarissa. Zoveel liefde op zoveel verschillende plaatsen klinkt voor de dromerige Belg misschien prachtig, de portemonnee heeft vaak het laatste woord. Maar gelukkig wordt geduld beloond: de tickets voor volgend jaar zijn geboekt.

 

Volgende maand gaan we verder met deze reeks ‘Surivlaamse bondgenoot’, en delen Zarissa en ik onze kijk op ‘cultuurverschillen’. Neem alvast een kijkje op ‘Prodo Misi’ voor meer ervaringen over Zarissa’s immigratie, en laat ons weten wat je van ons initiatief denkt!

 

Liefste Gent,

Ik zie mijn toekomst liggen, diep verscholen in de zwarte tunnel van je irissen, die vermoeid in je oogkassen wegzakken. Ik hoor de zucht van morgen wanneer je uitgeput in de trein tegenover me komt zitten. Ik voel de ergernis van de groeiende levensjaren in je mondhoeken, die zich geërgerd samentrekken na de zoveelste toeter die je de ochtendspits in stuurt. Ik deel je schaapachtige glimlach wanneer de conducteur de treinvertraging verklaard met het excuus dat in Landegem een deur vast zit. Ik herken het ongeloof in je ogen, die er ergens ook wel de humor van inzien.

Maar het is die onderliggende blik van jou, ongetwijfeld aanwezig voor iedereen die het maar wilt zien, die me ervan weerhoudt bij jou te blijven. Eén van je kinderen is mijn moeder. Een krachtige vrouw die al mijn respect verdient, maar ze gaat je niet tegenspreken als ik zeg dat ze teleurgesteld is in haar leven. Zelf noemt ze het mislukt. Iets wat ik als liefhebbende dochter die nooit een boterham tekort kwam, niet over mijn hart krijg te beamen.

De hoop van een kind, met de verwachtingen van een tiener en het ondernemerschap van een jongere zorgt voor de overtuiging van een volwassene.Maar een zwangerschap dwong haar in de multinational die ze tot op de dag van vandaag ondersteund, en ook morgen gaat ze met dezelfde grote frustraties plichtsgetrouw naar haar werk. Een opoffering die ze maakte voor niemand anders dan haar gezin, die ongewild en ongevraagd al haar andere dromen verpletterde.

Ik zie mijn toekomst in de sleur van je dag, ik zie de teleurstelling die velen onder ons niet durven toegeven. De machteloosheid tegen verandering, waarvan we het bestaan in de loop der nachten bijna hebben opgegeven, mijn moeder en ik. Ik kies bewust voor een andere weg en spring in een lucht van hoop en spanning. Voor mijn moeder, voor jou, maar toch vooral voor mezelf. Ik kies voor iets anders, een leven ergens anders. Het zoeken naar het gemak van morgen is niet vanzelfsprekend in een land waar alles nieuw blijft. Ik kies avontuur.

Maar dat betekent niet dat ik je schoonheid niet zie. Wanneer je een fietser laat oversteken, je gejaagd door het station loopt, een vriend al groetend op de schouder klopt, je nacht onophoudelijk geschiedenis schrijft, de overbuur het licht aansteekt. Ik was helemaal van jou, maar jij nooit helemaal van mij. Jouw bakstenen vormen de basis van mijn trots, je straten de grond van mijn geschiedenis. Ik huil wanneer je rode achterlicht me het nakijken geeft en ik opga in de massa van jouw diversiteit. Dan moet ik altijd, en soms stiekem, met mezelf lachen. Ik meen het, de meest banale straatactiviteit vult mijn ogen met zout. Het kan een licht zijn dat op rood springt.

Ik kan met geen woorden verklaren waarom deze dagdagelijkse details me onverwacht overvallen met zoveel verdriet, dat ik er letterlijk van overloop. Vaak genoeg sta ik met mijn ogen vol tranen, ik kan niet zo goed verklaren waarom. Misschien omdat ik mijn toekomst zie in jouw ogen, en ik een verdomd mooi morgen de rug toekeer.

 

Dit is wat ze noemen, een cultuurshock

‘Het is geen strijd tussen hier en daar’, zei Rémie me gisterenavond toen hij de tranen in mijn ogen zag staan nadat mijn fiets werd gestolen op de scouts. ‘Dat kan toch niet!’ riep ik ongelovig uit. Ik had mijn fiets losgemaakt om naar huis te gaan, en zag Rémie wat verderop staan babbelen. Ik besloot hem nog te gaan groeten, want daar had ik de kans nog niet toe gekregen. Voor enkele seconden twijfelde ik, moest ik mijn fiets weer vastzetten? Ah, dacht ik, ik ga niet ver. We zijn toch op de scouts.

Vijf minuten stond ik met mijn rug gekeerd, en weg was hij. ‘Dat kan toch niet!’ riep ik ongelovig uit. Ik weet niet wat het was wat Rémie in mijn tranende ogen zag, maar hij begreep me op een manier dat weinig mensen dat kunnen. ‘Zoë, het is geen strijd tussen hier en daar’, zei hij. En daarmee heeft hij gelezen wat ik nog niet had uitgesproken. Op de lange weg naar huis heb ik daar, al wandelend en huilend, over nagedacht.
Want dat is het wel.

Het zijn de kleine, zogenaamd onschuldige aanrakingen met de Surinaamse cultuur die me beetje bij beetje, maar fundamenteel hebben verandert. Nieuwe groenten geven nieuwe smaken, die op hun beurt smaakpapillen veranderen. Het dansen met de kist wanneer iemand ten grave wordt gelegd, de zuivere wetenschap dat iedereen doodgaat en de woordeloze acceptatie daarvan, het warme weer die je kleerkast verandert van zwart, wit, grijs naar shirts in alle kleuren van de regenboog, meer nog: luchtige kleedjes.

Het gaat om de kennismaking met Quincy’s oma, die ‘traditioneel’ (dat woord gebruik ik niet graag) gekleed door haar huis loopt, dat ze deelt met een groot deel van de familie, die op zich al groot is. Ze plaagt me en ze praat Saramaccaans met me, en ik begrijp steeds meer wat ze zegt. Maar wat me echt is gaan veranderen, is de sluipende liefde van haar die groei voor mij. En wat me nog meer is gaan veranderen, is mijn groeiende liefde voor haar. Mijn bewondering en respect. Mijn acceptatie en verwondering.

Om het kort samen te vatten: ik lees er niet alleen over, maar ik leef in een andere cultuur.

En het zijn in die kleine en grote aanrakingen met cultuur, die zich overigens in alle vlakken in de samenleving toont (tot op de meest onverwachte momenten, zoals niemand die Nederlands spreekt in de supermarkt), dat je normen en waarden veranderen. De basis van wie je bent en wat je altijd al hebt geweten staat nu in vraag. Dingen die ik altijd als vanzelfsprekend nam, daar stel ik me nu vragen bij. Of dat wel zo normaal is, en hoe ik het altijd heb gedaan. Het antwoord bevalt me vaak niet, want het ligt in strijd met wat ik altijd voor waarheid heb genomen.

Wanneer je gegroeid bent to het punt waarin je het bestaan van het nieuwe antwoord hebt geaccepteerd (en dat kan lang duren), en je komt nadien terug naar de wereld waarin het oude als norm nog steeds van toepassing is, ben je in strijd. Of je dat nu wilt of niet. Ik moet moeite doen om me te gedragen hoe ik me al mijn hele leven heb gedragen. Dat botst bij en in mezelf. Wat als vanzelfsprekend was, is nu vermoeiend geworden, iets waarop ik moet letten. Dat op zich, is een strijd die nooit stopt zolang ik hier ben, maar ik denk wel zal verminderen hoe langer ik hier blijf. Maar het zal nooit verdwijnen.

En eenmaal daar, begint de strijd gewoon opnieuw. Daar moet ik me gedragen in de spelregels van een andere cultuur, eentje die nog nooit vanzelfsprekend is geweest, en eentje die ik nog nooit eerder als een mogelijkheid beschouwde. Dat vraagt zeker veel moeite en energie, en is genoeg grondstof voor een heel pak nieuwe vragen, waarvan ook niet alle antwoorden goed vallen.

Alles wat ik altijd dacht te weten, is plots niet meer zo duidelijk en zeker. Nieuwe dingen ervaren, andere culturen zien, leven in een samenleving die je onbewust verplicht je reflexen en gevoelens anders te benaderen, te gebruiken. Sommige dingen mag je plots niet meer voelen, andere dingen niet meer dragen. Niemand die je mondeling verplicht, maar het wordt onbewust van je gevraagd. Dat is cultuur voor mij. Dan moet je die dingen niet zeggen, en zulke spullen wel kopen.
En hier gebeurt net hetzelfde, opnieuw, maar dan ook weer helemaal anders.

Het is wat ze noemen, een cultuurshock.

 

Het stelt me gerust, het feit dat jij kan lezen dat ik besta

Deze week was ik op de boekenbeurs in Antwerpen. Geen paniek, ik ga niet schrijven over de auteurs die hun kookboeken lieten signeren, of welke boeken u zeker moet kopen als u gek genoeg bent de beurs een moment van uw kostbare tijd te gunnen. Ik bekommer me niet over de nieuw, snel reizende auteurs en flashy boekenrekken. Ik heb amper een blik geworpen op de veel te drukke boekenrekken, en de spreektijd die de auteurs kregen werd meer dan eens misbruikt met schaamteloze zelfpromotie.

In tegenstelling tot mijn herinneringen uit mijn jeugd, was de boekenbeurs simpelweg een levensechte tentoonstelling van covers. Gepakt en op elkaar gedrukt in een strak modern interieur dat weinig ruimte laat voor creativiteit. Het ene boek sprong niet uit het andere, want ze werden allemaal op een hoop gegooid. Ik kan alleen maar hopen dat mijn naam daar nooit tussenligt. Natuurlijk werd er ook aan jou, de bezoeker, gedacht. Je kreeg toch zeker enkele centimeters om je in de gangen van het boekendoolhof te wanen. Eerlijk?

Liever ga ik op een rustige dag naar De Slegte. En koop ik dat ene beloofde boek waarvan ik de naam niet weet (want ik volg geen trends). Maar als ik het toch doe, is dat tegen een goedkopere prijs. Versta me niet verkeerd: het is niet dat boeken geen geld waard zijn. Het is alleen dat de goede boeken op de achtergrond verdwijnen op een event zoals de boekenbeurs, en pas op de achtergrond, zoals tijdens een bezoek aan De Slegte, weer tot zijn oorspronkelijke recht komen. Want kookboeken lijken de dag vandaag nu eenmaal meer waard dan een sterke roman.

Het lijkt wel alsof iedereen kan schrijven. Maar dat is een leugen

Liever dan dat nog, ga ik op internet tweedehandsboeken kopen voor twee of drie euro (zie awesomebooks.com). Daar heb ik nu eenmaal meer aan, en mijn portefeuille ook.

Een goed boek is voor mij pas een goed boek als het verscheurde pagina’s heeft, waarvan een paginanummer nog moeilijk te lezen is door de besmeurde koffievlek. Afzien moet een goed boek doen. En de tands des tijds overleven. Het moet ruiken naar zwetende handen en versgemaaid graan, naar zeezout en rot vlees. Geen witte pagina’s, maar liefst van al zie ik ze geel gebleekt door het felle zonlicht, gescheurd door een dikke sneeuwvlok. De rug van een goed boek is te herkennen aan harde plooilijnen, alsof de vorige eigenaar ze met opzet voor jouw gemak heeft voorgeplooid.

Maar niets daarvan op de boekenbeurs, waar boeken niet tot leven mogen komen, maar gedoemd worden in de stilheid van hun bestaan. Op het rek tentoongesteld, alsof ze iets te bewijzen hebben. De boekenbeurs heeft zijn beste jaren gekend en stelt nu niet meer voor dan de realistische weergave van het overaanbod slechte boeken, met de uitzonderlijke krachtige klassieker ertussen. Als je het mij vraagt.

De boekenbeurs van Antwerpen heeft zijn beste jaren gehad

En zo bevind ik me enkele uren later in De Markten in Brussel. In één van die hippe plaatsen waar je alleen met bankcontact kunt betalen. Alleen dan weet je dat je goed zit. Met een Duvel naast mijn laptop, het bier dat tegen mijn verwachtingen in – en uit het niets – is gebombardeerd tot mijn lievelings bier (als ik Belgisch bier in Suriname, vaak ongevraagd, vertegenwoordig, komt de Duvel als uit een doosje naar boven, alsof er geen andere Belgische bieren bestaan). Maar genoeg uitgewijd: ik kom van de boekenbeurs in Antwerpen.

Ik was daar niet om een boek te kopen, want zonder een euro op zak was ik snel uitgekeken, maar voor een schrijfworkshop ‘De juiste taal voor jouw blog’ van Creatief Schrijven. Met gemengde gevoelens aan de workshop begonnen, maar achteraf geen foute beslissing om hieraan deel te nemen. Want dan zou ik nu niet aan het denken zijn wat ik denk. Ik heb best wat opgestoken. Met name hoe ik een groter bereik voor mijn blog kan bekomen, één van mijn persoonlijke hoofdzorgen die ik zonder schroom heb laten doorschijnen.

Maar ik besluit hierbij bewust om de tips voor een groter bereik naast me neer te leggen. Wil ik meer mensen bereiken met mijn teksten? Ja. Maar heb ik het er voor over om daarbij rubrieken in mijn blog op te stellen, mensen te interviewen en ontbelbare lijstjes op te stellen, allemaal en alleen maar zodat meer mensen mijn teksten zullen lezen? Nee. De prijs die ik moet betalen voor een hogere populariteit ligt me te hoog. Want het gaat ten koste van mijn eigenzinnigheid.

Ik heb mijn stijl. En ik ga daar koppig aan vasthouden, ondanks alle tips en trics voor een groter bereik. Ik ga me oprecht niet bezighouden met het creeëren van meerdere ‘poortjes’ naar mijn site. Ik ga mijn energie niet steken in het bedenken van tien survivaltips in Suriname, of hoe je het best een interculturele relatie in stand houdt.

Want weet ik veel,
ik doe ook maar wat.

Zo ook hier. Ik schrijf hier ook maar wat. Niet voor jou. Maar voor mezelf, hoe gek dat ook mag klinken. Het is een goed gevoel wetende dat mijn hart hier te lezen valt, voor jouw ogen en oren. Voor jouw hersenen om te onthouden, en te vergeten. Het stelt me gerust, het feit dat jij kan lezen dat ik besta. En kom je niet achter mijn bestaan omdat ik verstopt zit onder zoveel anderen? Wel, zo is het leven toch ook? Ik ga op in de massa van Brussel en Gent, Paramaribo en Bali, dus waarom niet in de massa van het internet?

Het is geruststellend om te beseffen dat mijn persoonlijke geheimen verscholen liggen onder een grotere interesse voor de geel flashy regenjassen, hip in dit seizoen (als ik me niet vergis). Want zo is het in werkelijkheid ook. Mijn aanwezigheid in De Markten van Brussel is morgen vergeten. En dat is een geruststelling. Zo verwacht ik het ook.

Wil ik met mijn blog een level hoger? Ja, ik wil dat meer mensen mijn teksten lezen. Maar niet als dat betekent dat ik anders moet gaan schrijven. Dit is oprecht, dit komt uit mijn hart. Een blog heeft geen regels, en dat is de reden waarom ik van bloggen hou. Ik zie dan ook geen reden waarom ik de regels plots zou gaan volgen? Het maakt me dan niet anders dan de rest. En ik hou van anders, ik hou van tegendraads.

Een vriendin zei me dit jaar nog dat niemand mijn teksten leest, omdat je als lezer merkt dat ik schrijf voor mezelf. Mensen die me dus niet kennen, zijn ook niet geïnteresseerd in die ene meid die daar aan de andere kant van de oceaan is gaan wonen. Waarom zouden ze. Dat was volgens haar, en ik volg haar wel in die redenering, de reden waarom niemand anders dan mijn mama en beste vriend mijn teksten lezen.

Meer dan ooit, sta ik achter eerlijkheid. Zal ik nog paniekaanvallen krijgen omdat niemand mijn blog leest? Ongetwijfeld. Zal ik de handdoek in de ring gooien en opgeven omdat niemand leest? Nooit. Want zoals gezegd: ik schrijf in de eerste plaats voor mezelf. En ik ben anders, ik ben tegendraads. Dus geen regels, geen templates, geen interviews. Dat doe ik al genoeg voor mijn werk als freelance journalist. Deze blog is geen werk voor mij, en dat mag het ook nooit worden. Dit is vrij zijn.

De workshop vandaag heeft me dus wel wat bijgeleerd, al is het dan misschien niet wat begeleidster Barbara De Munnynck verwachtte. Maar ik ben er vrij zeker van dat ze er niet teveel om maalt. Tenslotte houden we allemaal van het bloggen omdat we scheijven naar onze eigen regels.

Geld bracht ons onder 1 dak

Er waren verschillende reden die samen de oorzaak vormden waardoor Quin en ik meteen zijn gaan samenwonen. Maar de belangrijkste waren de financiën. Want ja, ja, Suriname allemaal wel goedkoop en gemakkelijk, dat is als je euro’s verdient. Met een  maandloon dat je in België gemakkelijk in een week verdient, spreek je al snel andere taal. Omrekenen is hier dan ook iets wat ik niet doe. Veel Surinamers die ik leer kennen vragen zich af waarom ik niet terug ga. Want in Suriname is het toch moeilijk leven en verdien je toch niets?

Mijn antwoord is voor iedereen hetzelfde: je hebt gelijk, maar geld mag mijn geluk niet domineren. Ik vertik het om geld de belangrijkste rol in mijn leven te laten spelen.

Mooi gezegd Zoë, maar ernaar toeleven is een andere uitdaging natuurlijk. Want ik kan het wel zo koppig stellen; ik weet ook dat als puntje bij paaltje komt geld alles dicteert. In België of Peru of Senegal of Canada of Nieuw-Zeeland of Korea of de USA. Overal ter wereld. En dat stoort me. Daarom mag het mijn emoties niet domineren. Niet mijn liefde voor iemand, of mijn jaloezie voor een ander. Niet mijn haat voor iets of mijn verlangen naar iets anders. Daar werk ik aan. Toegegeven, ik ben al eens gefrustreerd of paniekerig wanneer ik mijn laatste SRD’s bijeen moet schrapen voor de huur en daarbij niets anders kan doen. Maar het mag niet bepalen waar ik wil zijn. Geld bepaalt al genoeg miserie. Het mag niet bepalen waar ik wil leven. Een uitdaging waar ik nog steeds aan werk.

Suriname stelt mij in staat om afstand te nemen van materialisme, het feit dat ik al maanden zonder smartphone en televisie leef, maar ook zonder enkele andere luxespullen (zoals een waterkoker), bewijst dat ik het kan. Ook hier speelt geld de grootste rol, op dezelfde manier als het dat in België doet, uitgedrukt in glanzende auto’s, mooie kleren en hippe telefoons. Maar ik dwaal af.

Mijn punt dat ik wil maken is het volgende: ik ben koppig aan het stellen dat geld mijn leven niet mag domineren. Maar alleen door geld kom ik hier te wonen in hetzelfde huis als Quin. Dat is: financieel is het gewoon makkelijk om samen te wonen. Ik had hier geen plaats voor mezelf alleen en hij ook nog niet. We zagen geen enkele reden om elk te gaan betalen voor onze eigen plaats, als we toch alleen maar bij elkaar wouden zijn.

Geld bracht ons samen onder 1 dak. En terugkijkend op de eerste maanden (ja, ik weet het, het zijn nog maar maanden maar een mens moet ergens beginnen toch) heb ik daar helemaal geen spijt van. In tegendeel, het brengt heel wat voordelen met zich mee.

Ik leer geen ‘andere kant’ van Quincy kennen, want ik kende hem nog niet goed voor we gingen samen wonen (dat is als je drie intense droomweken, 6+ lange-afstand maanden, 1 slecht week en nog eens 4 lange-afstand maanden niet meerekent). Maar hij stelt me niet zoveel teleur, omdat ik geen verwachtingen had – buiten dan degene die je in je hoofd steekt ‘als je gaat samenwonen’. Die verwachtingen heb ik met harde lessen snel afgeleerd, aangezien cultuur hierin voor veel verschillen zorgde, naast de algemeen man-vrouw miscommunicatie.

We kwamen en komen elkaar tegemoet in het leerproces waarbij we op de eerste plaats elkaar leren kennen. Ondertussen namen we de gemeenschappelijke omgeving er maar bij. Pas later, wanneer de eerste kennismaking met ons nieuwe leven was gemaakt, lukte het om van dit kleine huisje een thuisje te maken. We speelden en spelen snel in op elkaar, omdat we ons in de eerste plaats aanpasten aan de ander, en niet aan de nieuwe situatie waarin we ons bevonden. Met als gevolg dat we nu wel kunnen zeggen dat we elkaar graag zien, in alle comfortabele en ongemakkelijke situaties die het samenwonen met zich mee kan brengen.

Je kiest niet voor wie je valt, maar je kiest bij wie je blijft plakken. Dat maakt van liefde een bewuste keuze. Ja, ik heb hier al met mijn valies aan de deur gestaan, maar ik heb bewust die deur niet opengedaan. Ja, ik heb hier al dingen niet kunnen doen omdat ik het geld niet heb, maar ook dat is een bewuste keuze. We hebben elkaar snel, intens en startend met een schone lei leren kennen. Nu is die lei beklad en beschreven, doorstreept en herhaald, maar er is nog plaats genoeg voor een toekomst, onder ditzelfde dak.

En ik ben gelukkig hier, ook sta ik niet elke dag te springen om naar het werk te gaan, kan ik af en toe wel een goed gesprek met een vriend gebruiken, wordt ik nog te vaak lastiggevallen op straat en schreeuwt onze buurvrouw nog veel te veel op kleine Allesandro. Ik ben gelukkig hier. Geld heeft ons hier dan wel samengebracht, het is de liefde die ons samen houdt.

Ik wil niet zijn zoals alle anderen

Enkele dagen geleden scrolde ik door mijn Facebooktijdlijn, uit verveling. Ik wou zien hoe mijn leven eruit ziet voor dat van een ander. Want ik wil niet zijn zoals alle anderen. Ik heb het nooit willen zijn en verwacht niet dat dit in de toekomst ooit verandert. Maar toen ik scrolde, kon ik de waarheid ook niet ontkennen. Mijn leven ziet er net hetzelfde uit als… dat van alle andere. Gefrustreert scrolde ik verder, niet oplettend. Tot enkele woorden me deden pauzeren. Woorden van een man die niet meer is. Woorden van een man die niet meer zijn.

22219424_1664049480312987_980818549_o
Cake op het werk voor mijn verjaardag

‘Niet vergeten Zoe, de zingever ben je steeds zelf…’ was zijn comment op een blogpost van me, waarin ik duidelijk gefrustreert was over de verwachtingen die het leven ongevraagd met zich meebrengt, of het tekort daaraan. Op 27 mei, om 18u18, heb ik daar weinig aandacht aan besteed. Ik ‘like’te en scrolde verder, die oom toch, altijd aan het fylosoferen.

 

Nu is die oom niet meer, maar zijn woorden blijven bestaan. En zijn advies blijft in mijn hoofd hangen, alsof hij de woorden zegt terwijl hij achter me staat. Ik frons mijn wenkbrauwen en geraak niet verlost van dit vervelende vraagstuk. Het draait altijd om hetzelfde, of het nu gaat over een historisch drama, een fyctieve toekomst of een uitgevonden romantisch zon-zee-strand-verhaal. Overal, zowel in film en boek, wordt deze vraag gestelt, soms letterlijk en soms figuurlijk. ‘Misschien zijn we hier voor een reden’, ‘maybe this all has a reason’. Je doel definieren en het behalen ervan. We zuigen een reden uit onze duim en werken ernaar toe alsof we zijn uitverkozen voor het ontwikkelen van dit levenswerk. We praten onszelf goed met die woorden omdat het zoeken naar een antwoord alleen maar meer hoofdpijn en vraagtekens oplevert. Tot de vraag weer komt oppoppen: ‘Is dit het?’

benn
Nonkel Benn (RIP)

Onze lijst van dingen die het niet moeten zijn, is lang. Onze lijst van dingen die het zouden moeten zijn, is langer. Dat wat je nu hebt, dat wat je nu doet, is het. Maar we zijn niet snel tevreden gesteld met dit antwoord. Het was genoeg. Ooit, op een dag, toen er nog niet zoveel kennis was maar al het noodzakelijke al geweten was. Toen slapen, eten, drinken en seks nog genoeg was. Toen er nog maar 1 doel bestond. Overleven. Kinderen achterlaten voor wanneer we zelf niet meer verder konden. Maar vandaag is het is niet meer genoeg. We willen meer.

We kijken naar romantische verhalen waarin liefde de grenzen van de natuur overschrijdt, we luisteren naar muziek die ons doet geloven in het bovennatuurlijke, we zitten met ons hoofd in de wolken wanneer we lezen over een twintiger die miljoenen per week casht. We krijgen de illusie dat we iets meer met ons leven moeten doen. Of het antwoord nu liefde, macht, geld of materie mag zijn, beslist iedereen voor zichzelf. Maar ook ik, de president, de rijke olie-sjeikh, de man die in de wildernis woont, de vrouw in  oorlogsgebied of de oma in het rusthuis. De basis van ons bestaan blijft voor iedereen dezelfde, welke titel je ook op jezelf plakt, of op jou geplakt krijgt. Maar dat alleen is niet genoeg.

Mijn oom geloofde dat liefde alles kon overwinnen.’Toen dat niet zo bleek, kwetste je dat enorm. Ben je dat ooit wel teboven gekomen?’ Was de vraag die mijn vader hem stelde op de begrafenis van zijn broer. Ik heb duidelijk besloten dat liefde de zingeving van mijn leven is. Dat bewijst mijn aanwezigheid hier in Suriname. Maar de woorden van mijn nonkel zetten me ook aan het denken.

22217714_1616791355047019_1319039600_o
Ik en mijn schoonzus Tiffy, klaar voor een Hindoestaans huwelijk

Ik ben bang. Bang om te worden zoals de rest. Al die blabla en weinig dada. Ik ga dit en ik ga dat en uiteindelijk moet je je doelen steeds bijstellen, je grenzen niet zo hoog leggen. Want doe je dat niet, moet je goed kunnen omgaan met teleurstelling. Iets waar ik (jammer genoeg?) niet goed in ben.

Ik las over Reiner Maria Rilke, ‘een compagnon de route’ zoals mijn oom hem verwoordde (een Duitse lyrische dichter in +/- 1900). Rilke geloofde dat hij alleen in de eenzaamheid tot zijn recht kwam, en wou zich niet verliezen in de armen van iemand anders, want dan zou hij niet zijn pure zelf meer zijn. Dus telkens wanneer hij heel close met een vrouw kwam, nam hij afscheid. Op elke treinstation dat hij stopte stuurde hij een bos bloemen naar die vrouw. Hoe verder hij ging hoe meer bloemen zij ontving. Niet dat hij niet in staat was lief te hebben, maar hij liet zichzelf niet toe zich aan te passen aan iemand anders. Je kan je leven niet delen zonder te veranderen.

Dat heb ik laatste maanden ook mogen ondervinden. Maar ik wil niet alleen zijn, ik kies ervoor om mezelf te verliezen in een ander. Omdat ik voel dat dat is wat het leven van me vraagt. Hij is mijn zin van bestaan. Maar de band tussen hij en ik overtreft niet de wetten van de natuur, ondanks wat alle romantische films en boeken me doen geloven. Zo een liefde bestaat niet in de realiteit. Daarom vind ik het belangrijk om in de eerste plaats onze liefde te delen met de moeder van ons allemaal. De natuur beslist. De natuur heeft de kracht. En is liefde een natuurlijke kracht?

22192814_178110076096639_1089186382_n
Collega’s en cake 

Dus als liefde mijn zingeving is, dan heb ik mijn persoonlijke doel in het leven al bereikt. Toch? Ik hou van een man met een liefde die al mijn persoonlijke grenzen verlegt, hetgeen wat Rilke wou vermijden. Ik pas me aan, (of ik doe mijn best) terwijl ik mezelf blijf. Maar ik geloof, net zoals mijn oom, dat liefde alles overwint. Misschien omdat ik teveel fantasieboeken lees en teveel romantische drama’s heb gekeken, misschien omdat het het juiste antwoord is of misschien omdat ik me iets in mijn hoofd haal. Maar ik doe het. Zal ik, net zoals mijn oom, hierin teleurgesteld geraken? Zal ik ondervinden dat liefde zijn grenzen kent, en zal ik dat kunnen accepteren?

 

En wat doe ik daarnaast? Want liefhebben kan je elke minuut van de dag, maar in de zetel blijven zitten en liefhebben gaat na een tijdje ook vervelen, zoals alles. Want we worden gedwongen meer te willen, we worden verleid in het meer hebben, we worden verwacht in het meer doen. Omdat jij en hij en zij het van me vragen. Net zoals ik het (onbewust?) van jou vraag. Want een liefdevolle film alleen is niet genoeg om onze aandacht te houden. We moeten gevoed worden met sensatie en drama. Al is het maar uit verveling van het gewone. We willen de grootste dingen, maar kunnen we ook accepteren dat we de kleinste zijn?

Mijn 20 favoriete uitspraken in het Sranan Tongo

Ik moet toegeven dat ik niet vaak Sranan spreek, omdat ik me er niet comfortabel in voel. Ik weet wel hier en daar een woordje, maar deze dan ook gaan gebruiken op straat ligt (nog niet?) in mijn comfortzone. Het is wel altijd handig om te weten natuurlijk. Gewoon omdat ik bijleer, maar ook omdat ik me dichter verbonden voel met het land en zijn inwoners, ik kan al eens opscheppen in een taxirit en indruk maken op mijn collega’s. Hier en daar durf ik een woordje op te vangen in de supermarkt. Maar echt serieus gaan gebruiken doe ik alleen als ik geen andere optie heb, wanneer de winkelier geen Nederlands spreekt bijvoorbeeld – iets wat hier vaker voorkomt dan je zou denken. Alleszins, dankzij de ondervraging van mijn schoonfamilie gisteren vond ik het wel eens tijd worden voor een klein overzicht. Hier mijn mijn favoriete uitspraken in Sranan Tongo (als ik eerlijk moet zijn, zijn dit ook de enige woorden die tot nog toe op mijn woordenschatlijstje staan, op enkele na). Hier zijn ze dan, niet op volgorde van leukheid:

  1. Switie‘ betekent ‘lekker’, ‘heerlijk’, ‘leuk’. Quincy durft mijn kookkunsten al eens te omschrijven als ‘switie’, wanneer ik heel erg mijn best heb gedaan, maar dit woordje kent ook zijn gebruik buiten de grenzen van de keuken. ‘Switie Sranan’ betekent namelijk ‘prettig Suriname’.
  2. Bère spang‘ In het Surinaams-Nederlands vertaalt als ‘ik heb me bekomst’. In het Vlaams zeggen we simpelweg ‘ik zit vol’ (met eten weliswaar)
  3. Kon hesi baka‘ = ‘Kom snel terug’
  4. Mi lobi joe‘, ‘Ik hou van jou’. Gebruik ik regelmatig, wanneer ‘ik hou van jou’, ‘I love you’ en ‘love you’ al teveel de revue gepasseerd zijn op een dag. Beetje afwisseling kan al eens deugd doen, niet?
  5. Wassi, mo go wassi‘. ‘Ik ga een ‘wassi’ doen’. In het Surinaams-Nederlands: ik ga baden. In het Vlaams: ik ga douchen. Persoonlijk vind ik dit een heel schattige. Maar het kan ook gebruikt worden om aan te duiden dat je de kleren wast, de auto wast of de afwas doet. Dat is natuurlijk al minder schattig.
  6. A no de/a no kan‘. Krijg je veel te horen hier in Suriname, en dan vooral wanneer het over geld of financiën gaat. ‘A no de’ betekent ‘het is er niet’. ‘A no kan’ staat dan weer voor ‘het kan niet’. Sranan is nog zo moeilijk niet, toch?
  7. Peh ie deh‘, de eerste maanden in Suriname heb ik me nooit afgevraagd wat dit betekende, ik dacht het wel te weten. Quincy zei het veel over de telefoon, en altijd wanneer het woordje viel kon ik aan niets anders dan goed nieuws denken. Je spreekt ‘peh ie deh’ namelijk uit als ‘payday’. In mijn oren hoorde ik het geld dus al rollen, maar niet dus. Wanneer Quin aan de telefoon ‘peh ie deh’ zegt, vraagt hij alleen maar waar de ander is.
  8. Joe ab?‘, ‘Heb je?’ Eigenlijk is het ‘joe abi’, maar als de Surinamer de gelegenheid krijgt om woorden samen te voegen, zal hij of zij niet vaak aan die gelegenheid voorbijgaan. Vaak worden alle woorden die kunnen samengetrokken worden, dan ook met veel gemak en zonder twijfel aan elkaar geregen. ‘Joe abi’ wordt vaak een snelle ‘jaap’, en is een vraag die je veel hoort in de supermarkt, gevolgd door het gezochte item. ‘Jaap …?’, ‘Heb je …?’ Ik weet niet of dit als een merkwaardigheid overkomt, maar hier in de supermarkt kan je niet elke week hetzelfde aanbod verwachten. Dan is er wel sla en geen groenten, de week erop is het brood nog niet geleverd en twee dagen later is de boterhammenworst verdwenen. Daarbij laat de tomatenpurree (import) al maanden op zich wachten.
  9. Langa bère‘ Hier zijn we dan weer met de bère, geen ‘bère spang’ deze keer, maar ‘langa bère’, wat in dit geval ‘langdradig’ betekent. Wanneer je er bijvoorbeeld een lange vergadering op hebt zitten, of je gesprekspartner komt maar niet tot aan het punt van haar verhaal – iets waar ik me vaak schuldig aan maak.  Ik hoor deze uitspraak nog het vaakst in journalistieke kringen, wanneer er gesproken wordt over een ‘langa bère’ interview of een ‘langa bère’ artikel.
  10. Ofa!‘ Hoor je misschien nog wel het meest van alle Surinaamse woorden, en dan vooral over straat. En aangezien iedereen iedereen kent, en het leven zich voornamelijk op straat afspeelt – dit dankzij het lekkere weer, wordt je elke dag om het hoofd geslagen met ‘ofa’s’. Het was dan ook één van de woordjes die voor het eerst in mijn hoofd bleven hangen. ‘Ofa’ is een afkorting van ‘Fawakka’, wat ‘hoe gaat het?’ betekent.
  11. Aigo‘, krijg je vaak als antwoord op de ‘ofa’ of ‘fawakka’ om twee redenen: het lijkt met elke Surinamer altijd wel goed te gaan, en als het niet goed gaat zal dat ook niet snel in het openbaar worden toegeven. Dus het is een gepingpong op straat tussen de ‘ofa’s’ en de ‘aigo’s’.
  12. Sang!‘ Een uitroep die je gebruikt wanneer het leven niet loopt zoals je wil, en je dus een tegenslag ondervindt. Dit woord wordt ook vaak verlengd, waardoor het een klagerig toontje krijgt: ‘Sàààààààng’, en kan je bijvoorbeeld  gebruiken wanneer je net de bus hebt gemist, of er valt een mes vol boter op de grond en maakt plekken op de net gekuiste vloer, iets wat me deze ochtend voorviel (wij Vlamingen durven hier ook al eens ‘shit’ te zeggen)
  13. Mi sabi‘. ‘Ik weet het’. Wordt veel gebruikt als je gesprekspartner aan het klagen is over het een of het ander – vaker over geld dan wat anders. Dan knik je meelevend en moppert: ‘Mi sabi, mi sabi’. Net als dat Vlamingen ‘ik weet het, ik weet het’ zeggen wanneer we denken alles te weten over de ander zijn miserie, maar eigenlijk niet echt aan het luisteren zijn, want je bent met je eigen gedachten bij je eigen problemen.
  14. Omu‘. Spreek je uit als ‘omoe’, en zo wordt het ook soms geschreven. De uitbater van de supermarkten zijn hier 9 op 10 Chinezen, open van 7 uur in de ochtend tot 10-11 uur in de avond, alsook op zondag. Er valt hier dus niet te klagen over onze ‘omu’s’, de roepnaam voor elke mannelijke Chinees die in de supermarkt werkt. ‘Omu, omeng a san?’, vrij vertaalt: ‘Oom, hoeveel kost het?’
  15. Kranti‘. Krant. ‘Omu, jaap kranti?’ Wat was ik fier toen ik mijn eerste volledige zin in Sranan kon zeggen, ik stond (stiekem) te glunderen in de supermarkt. De omu in kwestie, trok grote ogen maar lachte aanmoedigend. Moeite wordt geaprecieerd. Alleen jammer dat het daar voor mij ook stopt met de social talk. Gelukkig bestond zijn antwoord uit een eenvoudig knikje met het hoofd.
  16. Hoe tel je geld? ‘Tjawa‘, kwartje. ‘Lotto‘, vijf. ‘Donie‘, tien. ‘Blauw‘, twintig (de Srananman hebben het zichzelf niet te moeilijk gemaakt, aangezien een briefje van twintig blauw is), ‘Bankoe‘, vijftig en ‘Barkie‘, honderd. Als je dus veel ‘barkie’s’ kan tellen, zit je goed.
  17. Bigi ede‘. Groot hoofd. Waarom deze tussen het lijstje staat is voor mij een weet, voor jou een vraag 🙂
  18. A Sitie‘. ‘Geregeld, in orde’. Wordt vaak gebruikt na het maken van een afspraak en is daarom vrij vertaald: ‘komt in orde’. ‘A boeng’ betekent dan weer ‘is goed’, vaak gebruikt om een afspraak te bevestigen, maar hoor je ook al eens als afscheid voor twee mensen elk hun eigen weg gaan of als vraag. ‘A boeng?’ ‘Aaaai, nanga joe?’ (Ja hoor, met jou?)
  19. Tamara‘. Vind ik persoonlijk een hele mooie. ‘Tamara’ betekent ‘morgen’.
  20. En last but not least: ‘osso‘ betekent ‘huis’. ‘Peh ie deh? – Osso.’

Voor degene die zich willen gaan verdiepen in het Sranan Tongo is er alvast 1 zorg minder: er bestaan geen vaste regels in het schrijven van Sranan, aangezien het echt een spreektaal is, en geen schrijftaal. Iedereen schrijft de woorden anders. Er geldt maar 1 schrijfregel: schrijf het woord zoals je het uitspreekt, of dat nu met 1 ‘s’ is of twee ‘ss’en’, daar maakt niemand er een punt van. Bij deze staat deze ‘langa bère’-blogpost vol schrijffouten, en het mag.

Voor altijd in tweestrijd

Binnen minder dan een maand sta ik terug op Belgische bodem. En dat is goed nieuws. Er zijn namelijk honderd en 1 dingen waar ik naar uit kijk. Ik wil – ingeduffeld in dikke jas en sjaal – op de fiets springen en het vanbinnen lekker warm krijgen, terwijl de wind me om de oren snijd. Ik wil door de drukke straten van Gent centrum lopen en opgaan in de massa zonder dat ik licht uitstraal, en daarmee onwillige aandacht van het mannelijke geslacht krijgen. Ik wil samen met mijn moeder een warme chocolademelk drinken op de kerstmarkt terwijl honderden kleine lichtjes om ons heen dansen.

_MG_1366 _MG_1145

 

 

 

 

Ik wil het nog eens koud hebben. Ik wil samen met een vriendin onder een dekentje kruipen en naar een romantische film kijken. Ik wil samen met mijn ouders nog een uur napraten aan tafel onder gezellig kaarslicht. Ik wil mijn vader en kleine broer horen plagen en mijn moeder horen lachen. Ik wil op bezoek gaan bij mijn grote broer en onder een gezellige brunch mijn ongevraagde mening over zijn liefdesleven geven. Ik wil op cafe zitten en eindelijk nog eens degelijk bier drinken (sorry Parbo, maar je bent het gewoon niet voor mij).

_MG_1375 _MG_1370

 

 

 

 

Ik wil discussiëren met een vriend tot in de donkerste uren van de nacht. Ik wil me geen ongeluk verschieten omdat er een stiekeme kakkerlak ons huis binnenvliegt (ja, kakkerlakken vliegen!). Ik wil lekkere winsterse stoemp eten, klaargemaakt door de mama. Ik wil onuitgenodigd aankloppen op de deur van mijn beste vriend, vragend om advies. Ik wil mijn voetjes onder tafel schuiven na een lange, koude dag thuiskomen in de geur van verse pompoensoep. Ja, ik mis heel wat dingen aan België.

22069067_1865882087074903_111919417_oFamilie en vrienden zijn en blijven de voornaamste redenen waarom ik België al eens durf te missen. Maar het is ook de reden waarom ik Suriname zal missen. Naast het feit dat ik Suriname zal missen omdat ik ontspannen en blootsvoets de auto rij, overal met teenslippers ga, dat ik bepaalde dingen van dit land weet die ik niet eens in België weet – bv welke boter het lekkerste is op de boterham en welke de lekkerste in de pan.

Naast het feit dat ik niet meer zal thuiskomen om als eerste al mijn kleren uit te trekken van warmte, ons eigen creatieve thuis niet meer zal helpen evolueren en de geiten van de buurt me niet meer komen verrassen in het licht van mijn fietslamp. Geen groene wildgroei meer overal waar je kijkt, geen leguanen die van onder het gras schieten bij je aankomst, geen tomatenplantjes die ik help groeien en al zeker geen hoge kokosbomen die me nog steeds het gevoel geven dat ik op een of ander paradijs woon, ongeacht de – soms ook – lelijke dingen die onder diezelfde bomen plaatsvinden.

_MG_1067Geen buurtbus waar ik ondertussen iedereen ken – en weet wonen. Geen gekke buschauffeur die je leven waagt op de al even chaotische wegen. Geen verkeer waar niet de verkeersborden, maar de wet van de sterkste dicteert. Geen vrolijke felgekleurde daken en geen enkel huis is hetzelfde. Geen dichtbebouwde wegen en verbondenheid op straat wegens tekort aan fiets- en wandelpaden. Geen fysiek verstikkend gevoel in het altijd open ademende Suriname. Geen (dode) slangen die me verassen op weg naar de bus. Geen felblauwe, open hemel meer en geen zon die het leven opfleurt op de dagen waarop ik het allemaal even niet voel. Suriname kent meer creativiteit omdat er minder voor handen is.

_MG_1057Maar naast dat wat Suriname mooi en verleidelijk maakt, is het land niets zonder de mensen erin. Ok, toegegeven, ik heb geen tien vrienden in Suriname, maar ik heb er wel een grote, mooie familie bij gekregen. Ik kan me nog goed herinneren dat ik vroeger altijd klaagde bij mijn moeder. Waarom had ik twee broers gekregen? Ik wilde ook een zus, het liefst van al een tweelingszus. Niets aan te veranderen, zei de moeder, je hebt twee broers en daarmee moet je het doen. Nu ben ik heel dankbaar voor deze – ondertussen – mannen in mijn leven. En ik heb geen reden tot klagen meer. Want nu heb ik er zomaar even vier mooie schoonzussen, een schoonnichtje (zeg je dat zo?), een schoonbroer en twee lieve schoonouders bij. Zij zijn me dierbaar geworden.

_MG_1359 _MG_1309 kopie

 

 

 

 

Thuis bij familie Westenburg is het altijd levendig en gezellig. Er valt altijd wat te beleven en er is zelden een stil moment. Ik ben dankbaar voor deze warme thuis die ik er bij heb gekregen, voor de open armen waarmee ik ontvangen ben. Het is dankzij hen, dat ik me thuisvoel in Suriname. Dat ik een plek ken waar ik voel dat ik behoor. Ik neem een ieder van ze mee in mijn hart terug naar België.

_MG_1278

Bijna negen maanden geleden kwam ik naar Suriname om mijn ogen uit te kijken en mijn voeten te laten ontdekken. Of ik hier werkelijk zou blijven, was nog maar de vraag. Quincy en ik, we zouden het proberen. Suriname en ik, we zouden het een kans geven. Dat gedaan te hebben, heeft het land geen seconde getwijfeld mijn hart te stelen. Nu, bijna negen maanden later, kijk ik trots naar mezelf in de spiegel. Want het is me toch maar mooi gelukt om in de afgelopen maanden een nog onbekende plek tot mijn thuis te maken. Het heeft me genoeg bloed, zweet en tranen gekost, lege momenten van verveeldheid en eenzaamheid, dagen van verdriet en verlies, weken van gemis en frustratie. Maar vandaag de dag ben ik dat kleine stipje op de aardbol dat precies is waar het wil zijn. Dit is dan ook geen afscheid, maar slechts het begin.

_MG_1075

 

 

 

 

Verhuisd voor de liefde

Stoer vertelde ik over mijn verhuis naar Suriname, nu alweer meer dan een half jaar geleden. Over hoe ik NIET alleen voor mijn vriend naar Suriname verhuisde, maar vooral en in de eerste plaats voor mezelf. Want in Suriname was het leven leuker, makkelijker, zonniger en warmer. Liefdevoller.

In geuren en kleuren vertelde ik over het schrijven van artikels bij de krant, en hopelijk ook bij Parbode, het Surinaams magazine. Over hoe ik correspondent wil worden van Suriname voor Belgiё en alle hoekjes van het politiek-maatschappelijke leven in Suriname zou ontdekken. Meer nog, ik zou er kritisch, onderzocht en vol passie over schrijven. Dat was de werkelijke reden van mijn verhuis. Ik kon mijn liefde kwijt op papier en zou uren achter mijn bureau zitten zwoegen en zweten over de komma’s en de punten. Wat een mooi leven zou ik hebben. Misschien zou ik in de tussentijd, zo even tussendoor, ook wel een boek schrijven. Over wat? Die inspiratie zou me wel te binnen schieten in het altijd kleurrijke en vrolijke Suriname.

Aangekomen in een land zonder koopkracht, in crisis en in een onstabiel politiek-maatschappelijke landschap is het toch even slikken. Dit was niet mijn eerste kennismaking met Suriname, maar ongetwijfeld een nieuwe. Alsof ik hier nooit eerder was geweest. Toch besloop me al snel een gevoel van huiselijkheid en gezelligheid. Ik begon te schrijven. En ik ben nooit gestopt, zoals ik ook nooit echt begonnen ben. Zonder een boek met begin en eind, heb ik genoeg vellen verscheurd om een boek te schrijven.

Schrijven doe ik altijd met liefde, al is het om twee over twaalf in de nacht met halve ogen of even snel tussendoor op de bus onder alle schokken van de oneffen weg. Wanneer ik die pen in mijn hand heb bekruipt me altijd dat aangename, warme gevoel dat het wel allemaal goedkomt, zolang ik mijn handen heb om te schrijven. Want schrijven was de reden voor mijn verhuis naar Suriname, dat is wat ik tenslotte beschouw als mijn persoonlijke toekomst.

Nu zit ik deze maanden wel te schrijven, allemaal goed en wel. Maar ik moet na meer dan een half jaar toch toegeven: ik ben die meid die alles achterliet voor een man en de oceaan overstak. Die meid die ik vroeger wel eens durfde te beschouwen als een zeilige meid, eentje zonder eigenwaarde. Want geen enkele zelf-respecterende persoon zou toch naar de andere kant van de wereldbol verhuizen, enkel en alleen voor een man?

Palmentuin 2016
Palmentuin maart 2016

Nu kijk ik naar mijn reflectie in de spiegel en zie ik diezelfde meid. Maar tegen alle verwachtingen in zie ik eentje met zelfvertrouwen, met sprankelende ogen en een meid die zichzelf mooi beschouwd. Want ik weet wie ik ben – tot op de dag van vandaag – en ik weet wat ik wil – tot op de dag van vandaag. Ik heb het daarom nog niet allemaal, maar het leven zou niet spannend meer zijn als dat wel zo was. Maar goed, die meid die naar me teruglacht in de reflectie van de spiegel is diezelfde meid die meer dan zes maanden geleden de oceaan overstak. Voor een man.

_MG_0903
Palmentuin augustus 2017

Want hoe het ook draait of keert, hoe kleurrijk, zonnig, warm, leuker, makkelijker of moeilijker het leven in Suriname hier ook mag zijn: het was niet genoeg geweest zonder de aanwezigheid van Quincy. En ik vind het niet erg om dat toe te geven en ik schaam me er ook niet voor. Het is niet zielig of respectloos, ik zie het als moedig.

Want net zoals ik andere mensen veel vragen stel, stel ik mezelf ook veel in vraag. Waar draait dit allemaal om? De ene vindt zijn plaats in een niemandsdal in Wallonie en de andere in het Zuiden van Frankrijk, zij is dan weer helemaal gelukkig in haar studio in Wetteren en hij is nog steeds goed onder het vernieuwde dak van zijn ouders. Hij moet dan weer zonodig in Australie wonen en zij vindt haar hart terug in Suriname.

Dat is niet anders dan moedig te noemen. Ook al is het voor een man, het is een even goede reden als elke andere. We doen het toch maar. En ik kruip lekker elke avond in bed met de enige persoon die mijn hart compleet maakt. Nooit heb ik een dag spijt van mijn beslissing, want het is dankzij die ‘onnozele, zelf-respectloze en zielige’ beslissing dat ik nu kan lachen tot ik mijn buikspieren voel samentrekken, kan huilen in zijn sterke armen en elke dag thuis kan komen bij mijn beste vriend.

Dus tot zover het ‘ik ga echt wel voor mezelf hoor, niet alleen voor hem’. Ik geef trots toe: ik ben gekomen voor hem. Omdat hij mij tot mezelf maakt. Dus ik ben gekomen voor ons. Ik ben verhuisd voor de liefde. En daar is niets mis mee. In tegendeel: liefde is het enige wat ons nog kan redden uit die verdoemenis die we de aardbol durven noemen.

_MG_0008

 

 

6 maanden Suriname: hoe het mijn leven veranderde

6 maanden, 214 dagen, 5136 uren en 308160 minuten aan de andere kant van de oceaan. Tijd om eens stil te staan bij de veranderingen die mijn leven heeft ondergaan. Na zes maanden durf ik stellen dat ik eindelijk wat stabiliteit in mijn leven heb ontwikkeld, toch wat structuur. Al kan ik niet over heel veel structuur spreken als het openbaar vervoer geen tijden kent, en mijn vriend geen vaste uren op het werk.

Maar over het algemeen kan ik wel stellen dat ik mezelf snel aanpas aan een nieuwe situatie. Dat is, als je het hebt over nieuwe vrienden maken op de Gentse Feesten of een weekendje weg naar de Ardennen. Bij het verhuizen naar de overkant van de oceaan, is dat wel een heel ander verhaal. Het is nog steeds niet elke dag even prettig, maar waar op de wereldbol is dat het wel?

Prettig of niet zo prettig, er zijn al heel wat dingen gebeurd in de afgelopen 18 489 600 seconden. Ik spring niet elke dag uit mijn bed als het frisse hoentje omdat de zon schijnt, ik zit niet meer elke dag vol verbazing rond me te kijken op weg naar het werk en soms heb ik het helemaal gehad met die warme temperaturen waardoor ik de hele dag aanvoel als een aangebranden kip. En over kip gesproken, ik zou eigenlijk eens moeten nagaan hoeveel kilo kip Quin en ik hier per week eten, want het is een serieuze hoeveelheid. Gelukkig ben ik wel fan van kippenvlees en raar maar waar ik ben het nog steeds niet beu gegeten. Kan ook aan onze kookkunsten liggen natuurlijk.

Ik word graag wakker in het weekend, dan kijk ik door de open deur van de slaapkamer naar de keuken, hoe de zon zijn schaduwen werpt op onze ijskast, tafel en stoelen. Op ons huis. In de week is daar geen tijd voor, want voor ons huis de zon ziet, zit ik al ergens op de bus, ‘pet pet’ (= geplet) tussen een zwaardere, maar heel lieve, buurvrouw en haar kinderen. In het weekend daarentegen, bak ik rustig een eitje en geniet meer dan ooit van het feit dat ik hier ben. Blootsvoets op de koele stenen, genietend van de warme, maar niet hete, temperaturen en de groene bomen naast ons huis. In de ochtendstralen van de zon kom ik tot rust en besef ik elk weekend weer hoe blij ik ben om hier te zijn. Bij deze probeer ik het kort te houden: de 15 grootste veranderingen van mijn leven, in de afgelopen 6 maanden:

  1. Gestopt met roken

    38346266_l
    Ik ben al vier maanden gestopt met roken. Het heeft lang geduurd maar dan uiteindelijk viel bij mij het kwartje: als ik ze niet meer koop in de winkel, kan ik ze ook niet gebruiken. Dan moet ik ook niet meer zagen, want ik heb ze niet. Het helpt ook dat hier veel minder verleidingen zijn, ik ken (bijna) geen mensen die roken, het is vaak te warm om te roken, ik voel me fitter en ik stink niet meer.
  2. Een thuis vol warmte, trots en vertrouwen19893907_10213160270430756_1711067777_o
    Ons huis is gezellig en persoonlijk gemaakt, het voelt nu echt aan als een Thuis. Het is de plaats waar ik creatief kan zijn, maar nog belangrijker: het is de enige plaats in Suriname waar ik helemaal en honderd procent mezelf kan zijn. Geen filters, geen valse uitspraken, gewoon puurheid en ook een stukje soberheid. Als ik aan ons huis denk, komen de volgende drie woorden spontaan in mijn hoofd poppen: warmte, trots en vertrouwen.
  3. Vlinders en palmbomen19876166_10213141534962381_1323574638_o
    En liefde natuurlijk. Het zou erg zijn, maar het kon natuurlijk ook gebeuren: dat de liefde er niet meer was. Zomaar plots, van elkaar alleen kunnen bellen tot elke dag op elkaars lip zitten, zijn we gaan samenwonen. En dat terwijl we elkaar slechts enkele weken kenden voor onze LAT-relatie begon. Dat brengt ongetwijfeld een risico met zich mee, maar na zes maanden ben ik toch blij te melden dat de vlinders nog niet verdwenen zijn. Ruzies zijn er ook, maar met elke frustratie lijken we dichter bij elkaar te komen.
  4. Lang haar20615078_10213357509601612_353133178_o
    Mijn haar is serieus gegroeid. Het liefst steek ik het nu op in ‘een bol’ zoals ze dat hier zeggen. Al moet ik wel echt eens naar de kapper, want nu kom ik erachter dat lang haar ook wel wat nadelen met zich meebrengt, zoveel haar dat uitvalt!
  5. Binnen sportenIMG_0224
    Ik heb een fitnessabonnement waar ik me echt aan hou, en een fitness waarvan ik hou. Dat moet hier misschien ook wel, want als ik niet oplet komen de kilo’s er toch snel aan, vooral met de grote hoeveelheden olie waarmee ze hier koken. Niet zo gezond, maar wel heel lekker. Dus dan maar naar de fitness!
  6. Verdriet en verlies, maar ook geluk

    _MG_0787Mijn familie is weer een hart rijker, met de geboorte van mijn kleine neefje. Ik wens hem en zijn ouders heel veel liefde, gezondheid en vreugde. Aan de ene kant veel geluk, aan de andere kant heb ik ook al veel familieverdriet moeten verwerken. Mijn nonkel is niet meer, maar is en blijft heel aanwezig in hart en hoofd. Het was een heel emotionele en zware periode om zo ver van mijn familie te zitten terwijl ik niets anders wou dan de handen van mijn nichtjes vasthouden. Het is en blijft een gek gegeven dat ik mijn nonkel nooit meer zal zien, maar ik hou zijn herinnering levend aan de hand van foto’s en herinneringen die hier in ons huis aanwezig zijn. Toujours en route…
  7. Mes parents_MG_0898Ik voel me meer verbonden met mijn ouders dan ooit tevoren. Vooral met mijn vader heb ik een band weten scheppen die ik voordien niet voor mogelijk hield, maar waar ik wel heel dankbaar voor ben. We zijn verbonden ook al zijn we niet bij elkaar, en dat voelt heel sterk aan en is vaak ook een hele oprikker voor mij (geweest). Ook merk ik dat ik soms wel heel erg op mijn moeder lijk, alles heeft zijn plaatsje in het huis en als jij het niet doet, dan doe ik het wel. Ook als ik een dagje weg ga, moet alles tot in de puntjes voorbereid zijn, met lekkere salades, fris drinken en zorgen dat niemand iets tekort komt. Die lieve moeder van me toch, ze heeft me goed geleerd.
  8. Parbo Biri dat n’a biri! _MG_0792Na een paar (slappe) Parbo biertjes kun je me tegenwoordig al terugvinden in de wolken. (Is het de zon? Of het feit dat ik weinig tot nooit meer drink?)
  9. Zelfperspectief en geduld_MG_0158Ik heb meer zelfperspectief en geduld gekregen. Moet wel, wanneer je vriend soms zomaar durft te zeggen dat je dramatisch doet of dat je vervelend bent. Ah, de liefde kan toch soms zo mooi zijn! Maar ook het nieuw leven opbouwen en de groene omgeving waarin ik dat doe, doet me heel hard beseffen wie ik ben, wat ik kan en ik word beter in het respecteren van mijn grenzen. Soms is dat wel met het gevolg dat ik wat brutaler kan worden, oftewel in de lokale woordenschat: vrijpostig.
  10. Mijn handtekening(en)handtekeninghandtekening2Ik heb nu twee handtekeningen waarmee ik door het leven ga, en ik ben niet zeker welke ik het liefste zie. Ik vind de combinatie namelijk helemaal perfect!
  11. ParbodekinderobesitasMijn eerste artikel in het maandelijks magazine van Suriname (Parbode) is een feit. Ok toegegeven, het is een zacht onderwerp maar om even gewend te worden met het magazine start ik rustig aan… Ondertussen heb ik al veel meer artikelen geschreven, maar aangezien het magazine enkele maanden op voorhand werkt moet ikzelf ook nog even geduld hebben voor het gepubliceerd wordt. Ik ben er wel achter gekomen dat schrijven voor het magazine helemaal mijn ding is. Ik kan er niet precies de vinger op leggen waarom, maar ik voel me heel vrij en op mijn plaats in de schrijfstijl van het magazine. Ook krijg ik hier de mogelijkheid om opiniestukken te schrijven, en geven ze me de ruimte om te experimenteren en te proberen. Ik kan er helemaal mijn persoonlijke schrijfstijl in leggen, en het wordt daarbij nog eens goed ontvangen door de redactie.
  12. Digitaalsoberdisney-characters-today-tom-ward-studios-59671efb8be62__880 (1)Ik leefzonder tv en zonder smartphone. Ik merk op hoeveel ik voor me kijk, terwijl anderen naar beneden kijken. Tijdens het wachten op de bus kan het soms wel heel vervelend zijn, want het is altijd wachten tot de bus vol is (en dat kan al eens veertig minuten duren) maar toch laat ik mijn telefoon nog niet zo snel herstellen. De aloude Snake op mijn nog oudere Nokia gaat na al die maanden wel wat vervelen, maar toch. Ik voel me meer vrij en rustiger. En wanneer ik dan eindelijk achter Facebook op de computer kruip, heb ik ook werkelijk iets te zien.
  13. Serie kijken

    gotIk loop een aflevering achter op mijn favoriete serie Game of Thrones, wat voor mij aantoont dat ik helemaal geen scherm nodig heb! Al moet ik wel stiekem toegeven dat ik sta te popelen om deze schade in te halen, maar het is niet zo dat ik niet kan gaan slapen zonder te kijken, iets wat ik in het verleden wel heel veel last van had met tien verschillende series tegelijkertijd! Ik slaap wel veel beter nudat ik zo weinig voor het beeldscherm hang.
  14. Deel van de buurt

    _MG_0851De buurt zegt eindelijk goedemorgen tegen mij, ja, dat heeft zes maanden geduurd. Maar ondertussen komt de buurvrouw mijn advies vragen over aardappelen in de oven, heb ik een goede speelse band met mijn buurjongens en -meisje en doen de mannen niet al te lastig meer. Soms. Aangezien ik al enkele maanden elke dag op dezelfde ‘buurtbus’ zit, voel ik me niet alleen meer deel van de buurt, maar ook meer geaccepteerd. En dat is echt een groot onderdeel van het feit dat ik me zo thuis begin te voelen!
  15. Luxe_MG_0270Luxe krijgt een heel andere invulling als je je schoenen moet uitdoen om thuis te geraken! Het regenseizoen is nu bijna voorbij, maar wonend in een zandweg en in een land dat wereldwijd een van de dichtste bij de zeespiegel ligt, kan het al eens gebeuren dat je je schoenen moet uitdoen om thuis te geraken. Ook in de avond is er weinig tot geen verlichting, en is mijn zaklamp nodig om naar huis te wandelen/fietsen. Doet me altijd heel erg aan het scoutskamp denken! Wanneer ik dan droge kleren kan aantrekken, voel ik toch alle luxe die een mens nodig heeft!

Een land zonder zoekmachine

Google en al zijn gelijkaardige concurrenten zijn een journalist zijn beste vriend. Wanneer we de dag van vandaag nog iets zoeken maakt het internet het ons zo gemakkelijk, dat het bijna saai is geworden. We hoeven alleen maar iets in te typen, tegenwoordig kan dat ook mondeling, enkele fracties van een seconde geduld te hebben en ziedaar: zoveel pagina’s aan resultaten dat je vaak niet verder kijkt dan de eerste. Want je vindt wel altijd iets om op te klikken, en vanaf dan klik je alleen maar verder weg, maar je blijft op Google, de zoekmachine waar we niet meer zonder kunnen.

_MG_0883In een onderontwikkeld land als Suriname, heb je helemaal niets aan Google. Nu, Google doet eigenlijk nog steeds gewoon wat die moet doen: resultaten weergeven. Het zit hem in de inhoud van deze resultaten, die te wensen overlaat. Althans, hier ik spreek over mijn eigen persoonlijke verwachtingspatroon van ‘het internet’. Het internet dat al altijd mijn redder in nood is geweest. Tijdens mijn studie, tijdens mijn hobby en zelfs tijdens mijn sport. Want ook mijn sportresultaten die ik behaalde op de Beker van Vlaanderen kadetten/scholieren meisjes op zaterdag 3 mei 2008, kan ik nog steeds online terugvinden. Voor de nieuwsgierigen: ik werd elfde in het hoogspringen (slechts 1 iemand deed het nog slechter als ik), zesde in het speerwerpen en samen met mijn drie collega’s behaalden we de eerste plaats in de 4×100 meter estafette.

_MG_0898

Google.sr geeft net zoveel nuttige resultaten als de Belgische regering in 2010. Het heeft een naam en daar blijft het bij. Net zoals het toen 541 dagen duurde voordat de regering gevormd kon worden, heeft Google in Suriname ook weinig invulling. Als journalist in Suriname duurde het dan ook niet lang voor ik besefte dat ik mijn tijd niet hoef te verspillen aan ‘dingen opzoeken’. Grote kans dat je ze nooit gaat vinden. Veel groter is de kans op resultaten als je je zoektermen overlegt met collega’s, buren, passagiers op de bus, familie en vrienden. Dankzij de kleine gemeenschap kent iedereen wel altijd iemand die dit doet, dat kan of er zo kan zijn. De informatie wordt alleen niet neergeschreven, verzameld en op een gouden plateau voorgeschoteld, met name Google.

Dus je wilt iets weten in Suriname. Het helpt niet om over je computer gebogen op zoek te gaan naar een antwoord of stiekem op je smartphone even het juiste adres te ‘surfen’. Grote kans dat je er morgen nog zit of gek wordt van frustratie. De informatie van, in en over Suriname staat over het algemeen niet samengevat in woorden in de cloud. Als je echt wat interessant wilt lezen, moet je nog steeds naar de boekenhandel. Als je een telefoonnummer wilt opzoeken, moet je nog steeds die telefoongids openen. En als je voorbij alle clichés en voor de hand liggende onderwerpen wilt, moet je je mond opendoen en vragen. Pak die telefoon op, vraag het. Ga de straat op, vraag het._MG_0894

Je vrienden, collega’s, familie en onbekenden vormen jouw antwoord. Mensen zijn jouw antwoord, geen machines. Wie hier verwacht alle antwoorden te vinden in hun broekzak, kan wel eens diep teleurgesteld naar huis gaan. Wanneer een omgeving als Suriname je verplicht rond te kijken, verplicht je mond open te doen, verplicht je hersenen te kraken, besef je hoe fijn het kan zijn om niet alles te weten aan de hand van een muisklik. Het maakt de dag op zijn minst interessanter, intenser en meer menselijk.

Waarom ik mezelf betitel tot schrijfster

Ik ben een schrijfster. Zonder bestsellers weliswaar, maar even goed een schrijfster. Een schrijfster die schrijffouten maakt en waarvan haar naam op geen enkel boek in de winkel of cloud te vinden valt. Maar dat maakt me geen mindere schrijfster. Schrijven gaat niet om je naam op de kaft terugvinden, of het aantal likes op je quote van de dag.

_MG_0133

Wat ik schrijf hier op mijn blogs en in mijn dagboek (ja ik ben 22 jaar en heb nog steeds een dagboek) is zijn geen onderbouwde analyses of betrouwbare artikelen die je in de krant terugvindt. Mijn woorden zijn niet sociaal bewezen of  wetenschappelijk bevestigd. Ik moet niet diep graven achter mijn zinnen of lang wachten op de punt, al moet u dat soms wel. Mijn woorden zijn mijn waarheid, dat wil niet zeggen dezelfde als die van u, helemaal niet. U mag mijn waarheid flauwekul vinden, of er toch ergens wel wat in zien. Het is uw recht te stoppen met lezen wanneer je dat ook wil.

Mijn blogs zijn geen leuke lijstjes die je naar hartelust deelt op Twitter, of diepgravende geheimen die voor het maar al gekende wow-effect zorgen op je Facebooktijdlijn. En als je het mij vraagt; is dat maar goed ook. Ok, toegegeven, iedereen ziet liever 100 likes op zijn post dan 10, maar schrijven gaat niet en zal voor mij nooit gaan om cijfers, maar om woorden en komma’s, met hier en daar een punt.

Alleen een schrijfster kent dat brandende gevoel in de vingertoppen, de nood om je pen in je hand te voelen of je vingers over het toetsenbord van de computer te laten vliegen. Schrijven gaat om de relatie tussen je pen en papier, zonder dat daar al te veel gedachten bij te pas komen, want die zijn er altijd al geweest. Het moet eruit; wat ‘het’ is, dat zien we dan wel weer als je die pen in je handen hebt. Ik kom tot rust als ik schrijf, in mijn hoofd en in mijn hart. Het gaat niet om overzicht, structuur of therapie. Het gaat om een gevoel van vrijheid. Want woorden zijn altijd terecht, het is hoe de zin gevormd wordt, dat een mening betwistbaar wordt. Maar een woord op zichzelf is nooit de vijand.

_MG_0048

Dus daar loop ik dan, aan de rand van de autoweg de plassen te vermijden terwijl de auto’s dicht langs me scheren. Geen voetpaden in Suriname, jammer genoeg. Met mijn paraplu in mijn handen en mijn handtas over mijn schouder. Klaar van een dagje werk achter de computer. Ik kan niet snel genoeg thuis zijn, ik voel de zwaarte in mijn vingertoppen en de kriebels in mijn hand. Ik moet iets kwijt, al kan ik er nog niet meteen de vinger opleggen wat. En dan vliegen mijn vingers over de letters, en vormt de ene letter na de andere de woorden, die zich vormen tot zinnen waarna deze tekst op korte tijd is verschenen.

_MG_0671

Zomaar uit het niets, zou je kunnen denken. Maar zo werkt het nu eenmaal in een hoofd van een schrijfster. Woorden vormen zich voor mij op het scherm nog voor ik er zelf aan gedacht heb ze te vormen. Dan zit ik rustig in de auto naar de palmbomen buiten te kijken, en worden de woorden in mijn hoofd gevormd. Dan begint het weer te kriebelen; eerst in mijn vingertoppen en daarna in mijn buik. En als ik het schrijven te lang uitstel, weet ik niet meer wat ik toch zo graag wou schrijven, maar ik panikeer nooit. Want er zijn oneindig veel combinaties van woorden te maken voor het vormen van nieuwe zinnen. Het is een onuitputbare bron van creativiteit: het geschreven woord heeft me in zijn ban.

Wat ik zie is dat weinig mensen mijn page bezoeken (ja werkelijk, ik kijk naar mijn statistieken van mijn site). Wat ik schrijf in mijn dagboek, schrijf ik niet hier. En wat ik hier schrijf, staat ook niet in mijn dagboek vermeld. Wat ik hier schrijf wil ik delen. Wat ik niet wil delen schrijf ik op. Schrijven gaat niet om cijfers of likes, maar delen gaat daar wel over. Ik heb er een tijdje over nagedacht om ook leuke lijstjes met lange lokkende titels te schrijven, ik heb er zelfs over nagedacht in het Engels te gaan schrijven om ‘mijn publiek’ groter te maken. Om eerlijk te zijn ben ik begonnen met een Facebookpage, ik noemde het Longwords, omdat ik grote woorden en lange zinnen wel aantrekkelijk vind. Ik dacht een platform te maken waarbij mensen die wél nog de tijd willen maken om te lezen kunnen samenkomen, schrijven, delen en discussiëren over lange woorden.

IMG_0224Nog voor de pagina goed en wel vorm kreeg, heb ik hem verwijderd. Het begon al bij de beschrijving van mijn pagina: ik kreeg maar 155 woorden om te beschrijven wat ik met de pagina wou bereiken. Wel, net het tegenovergestelde dus. Geen limiet op het aantal woorden. Een tekst laten draaien om letters, en niet om cijfers. Maar Facebook is hiervoor niet de juiste plek, want daar gaat het allemaal om weinig woorden, veel beeld. Iets waar ik niet tegen ben, maar ook iets waar ik me niet thuis in voel.

Ik schrijf niet omdat jullie dan leuke lijstjes kunnen liken en delen. Ik wil geen beknopte punten samenvatten over het leven, want het leven is veel complexer dan dat. Ik schrijf in de eerste plaats voor mezelf, en dat is misschien precies de reden waarom het niet veel wordt gelezen. Maar de mensen die mijn blogs lezen, zijn de mensen die net als ik al eens een lange interwettekst kunnen appreciëren, en als jullie lezen tot het einde, ben ik misschien nog niet zo slecht als dat ik soms durf denken. Dus ik blijf schrijven, niet omdat ik gelezen en gedeeld word, niet omdat jullie tijd hebben voor lange lappen online tekst. Maar omdat ik geloof in het geschreven woord, en omdat ik nu eenmaal niet zonder kan. Omdat ik geloof in vrijheid.

_MG_0667